• No results found

3. Zorgplichten van werkgever en werknemer in de Arbowet

3.4 Handhaving en sanctionering

De Arbowet wordt gehandhaafd door de Inspectie SZW. Aangezien de Arbowet een kaderwet is, waarbij enkel doelvoorschriften gegeven worden en waarbij veel beleidsruimte aan de werkgevers overgelaten wordt, is het voor de Inspectie lastig om eenduidig te controleren of de wetgeving wordt nageleefd. Om toch zo veel mogelijk te controleren of werkgevers zich aan de wettelijke voorschriften houden, is door de Inspectie een eigen handhavingsbeleid ontwikkeld. De Inspectie heeft veel eigen verantwoordelijkheid en beoordelingsruimte om te beoordelen of een werkgever zich in voldoende mate houdt aan de voorschriften. Door de doelgerichte aard van de Arbowetgeving kan de Inspectie ook slechts controleren of de werkgevers de vastgestelde doelen behalen, maar dient het terughoudend te zijn met de beoordeling van de middelen die werkgevers aanwenden om deze doelen te bereiken. Bij de handhaving van Arbowetgeving kan de Inspectie eveneens controleren op naleving van afspraken die tussen werkgevers en werknemers zijn gemaakt in arbeidscatalogi. Hoewel deze catalogi niet tot de wetgeving behoren, kan de Inspectie werkgevers wel houden aan het naleven van deze voorschriften.71

Bij controle op naleving van algemene voorschriften, die niet geconcretiseerd zijn, kan de Inspectie zelf beoordelen welke maatregelen van de werkgever in een bepaald geval, gelet op de stand van de techniek en wetenschap, verlangd hadden mogen worden en hij dus had moeten nemen om het voorgeschreven minimale beschermingsniveau te bereiken.72

3.4.2 Handhaving

Handhaving van de Arbowetgeving is overgelaten aan de bestuursrechter en volgt in grote lijnen het bestuursrechtelijke systeem zoals dat is neergelegd in de Algemene Wet

Bestuursrecht. De Arbowet biedt echter wel afwijkingen hiervan en aanvullingen hierop. Voor het grootste deel van de overtredingen van de Arbowetgeving is de bestuurlijke boete

geïntroduceerd. Voor veel overtredingen is deze boete zelfs het enige mogelijke handhavingsinstrument.73

Ook bij handhaving wordt rekening gehouden met de omstandigheden van het geval,

waardoor het handhavende orgaan een grote beslissingsruimte heeft. Bij het opleggen van de boete en het vaststellen van het boetebedrag kan de handhaver onder andere rekening houden

71 Drongelen & Hofsteenge 2018, p. 27.

72 Ibid, p. 28.

73 Ibid, p. 29.

23 met de grootte van het overtredende bedrijf, de mate van verwijtbaarheid van de werkgever en het economische voordeel waartoe het overtreden van de Arbowetgeving heeft geleid. Toch moet de handhaver ook zorg dragen dat de handhaving dermate efficiënt is dat de werkgever er niet toe wordt verleid om slechts de boete te betalen, zonder de arbeidsomstandigheden aan te passen en daarmee dus de overtreding in stand houdt.74

Indien de Arbowetgeving zodanig ernstig wordt geschonden en er een acuut gevaar bestaat voor de werknemers, kan de handhaver de werkgever bevelen om de arbeid onmiddellijk stil te leggen of dat het personeel met onmiddellijke ingang niet op de betreffende plek meer aanwezig mag zijn. De toezichthouder heeft de bevoegdheid om hiertoe zelf maatregelen te treffen, en kan indien nodig de politie inschakelen. Indien de Inspectie een ‘lichte’ overtreding van de Arbowetgeving constateert, welke niet leidt tot ernstig gevaar voor de werknemers of voor derden, kan worden volstaan met een waarschuwing voor de desbetreffende werkgever.

Indien de werkgever de overtreding voortzet of nogmaals pleegt, kan alsnog een bevel tot stillegging van de arbeid volgen.75

Op grond van de Wet op de Economische Delicten kunnen bepaalde overtredingen van de Arbowetgeving strafrechtelijk gehandhaafd en gesanctioneerd worden. Het is hierbij wel vereist dat in de Arbowet, het Arbobesluit of de Arboregeling nadrukkelijk vermeld wordt dat een voorschrift via het strafrecht kan worden afgedaan. Binnen de Arbowet gaat het dan bijvoorbeeld om het niet-naleven van het bevel tot stillegging van de arbeid.76

3.5 Conclusie

De Arbowet is een kaderwet en stelt enkel het minimale beschermingsniveau van

arbeidsomstandigheden vast. Dit zijn de doelen waaraan de werkgever in ieder geval moet voldoen. Derhalve dient de werkgever in ieder geval zorg te dragen voor een zo gezond en veilig mogelijke werkplek voor zijn werknemers, mits dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd en mogelijk is op grond van de stand van de wetenschap. Kortom, de werkgever dient de te verrichten arbeid op een zodanige wijze in te richten en verdelen dat zo min mogelijk risico’s voor het welzijn van de werknemer bestaan. Indien risico’s niet geheel te voorkomen zijn, dient de werkgever zijn werknemers voldoende te beschermen en te informeren over de mogelijke gevaren. Voor veel mogelijke risico’s voor de gezondheid en veiligheid van werknemers is in de Arboregeling en het Arbobesluit nadere regelgeving vastgesteld. Deze

74 Drongelen & Hofsteenge 2018, p. 29-30.

75 Ibid, p. 27-31.

76 Artikel 28 Arbowet.

24 regelgeving kan dienen als richtlijn voor de werkgever om aan de doelen uit de Arbowet te voldoen.

De werkgever is niet in zijn eentje verantwoordelijk voor het garanderen van veiligheid en gezondheid op het werk. Ook de werknemer speelt hierin een cruciale rol. De werknemer dient bij het verrichten van zijn arbeid eveneens zorg te dragen voor de veiligheid en

gezondheid van hemzelf en van anderen. Indien de werknemer zich bewust is van (mogelijke) gevaren op de werkplek, heeft hij de bevoegdheid om het werk stil te leggen.

Door het open karakter van de Arbowetgeving en een gebrek aan concrete maatregelen, vooral in de Arbowet, heeft de Inspectie SZW bij de handhaving op naleving van de Arbowetgeving een grote mate van beoordelingsvrijheid. Bij niet-naleving van de

Arbowetgeving zal de Inspectie in de meeste gevallen een bestuurlijke boete opleggen. Enkel bij ernstige overtredingen van de Arbowet kan de Inspectie bevelen dat de werkzaamheden per direct stilgelegd worden.

25