• No results found

De gezondheidszorg op Curaçao

In document Di mi ta di bo (pagina 38-41)

4. HIV/AIDS in mondiaal perspectief

4.7 De gezondheidszorg op Curaçao

De prijs van medicijnen is een grote determinant als het gaat om de toegankelijkheid van behandeling. Dit geldt helemaal voor chronische ziektes, waar HIV/AIDS ook onder valt (Dokters van de Wereld, 2009: 7). De prijs van therapie op Curaçao is erg hoog. Dit betekent een zware last voor de organisatie van volksgezondheid en een drempel voor mensen die een behandeling nodig hebben (Dokters van de Wereld, 2009: 6). De International Drug Price Indicator Guide van de Management Sciences for Health heeft een internationaal ijkpunt voor de prijs van anti retrovirale therapie opgesteld. In vergelijking is 75 procent van de Curaçaose medicatie 6.82 keer zo duur en 25 procent van de medicatie zelfs meer dan 21 duurder dan de gemiddelde internationale prijs (Diaz, 2009: 27). Ook in vergelijking met de regio is de prijs op de Nederlandse Antillen hoog. De prijzen van anti retrovirale therapie op de Nederlandse Antillen zijn gemiddeld 5,08 keer hoger dan op Barbados (Diaz, 2009: 28) Dit komt

voornamelijk doordat de Nederlandse Antillen door de farmaceutische industrie als een rijk land gezien wordt. Tevens draagt het feit dat de Nederlandse Antillen deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden bij aan de hoge prijzen voor ARV. Men beseft niet dat de

Nederlandse Antillen zelf (financieel) verantwoordelijk zijn voor hun gezondheidszorg (Diaz, 2009: 37). Door de bijzondere constitutionele status worden de Nederlandse Antillen vaak uitgesloten van internationale verdragen, waar andere Caribische landen wel deel van uitmaken. Ook donorgelden voor HIV/AIDS programma’s worden veelal niet aan de Nederlandse Antillen toegekend (Diaz, 2009: 37). Daarnaast is het GNI per hoofd van de bevolking relatief hoog waardoor de Nederlandse Antillen geen gebruik kunnen maken van de gereduceerde prijzen voor anti retrovirale therapie zoals andere landen in de omgeving. Tot slot zijn de Nederlandse Antillen zo’n kleine afzetmarkt dat hun onderhandelingspositie beperkt is.

De hoge kosten van medicatie hebben directe gevolgen voor de gezondheidszorg van

Curaçao. Zo heeft Dokters van de Wereld overwogen een programma op te starten waarbij er op grote schaal getest zou worden op HIV. Hierbij zouden mensen actief benaderd worden om zich te laten testen. Deze organisatie is hier echter van afgestapt uit angst dat er te een grote groep mensen HIV positief zou blijken en behandeling nodig zouden hebben. Vanwege de hoge prijs van therapie zou dit zo zwaar op het budget van de Curaçaose gezondheidszorg drukken, dat zij mogelijk niet in staat zouden zijn alle behandelingen te vergoeden (Diaz, 2009: 16).

Op dit moment is behandeling en medicatie voor iedereen die verzekerd is beschikbaar. Dit wordt betaald door de twee grote verzekeringsmaatschappijen, de SVB en de BZV. Uit de meeste recente gezondheidsstudie, in 1996 gehouden door het Epidemiology & Research Unit of the Medical and Public Health Services, kwam naar voren dat 9,2 procent van de

ondervraagden niet verzekerd was (Dokters van de Wereld, 2009: 12). Momenteel is het niet mogelijk een compleet therapieprogramma aan te bieden aan onverzekerden. Uitsluitend in medische noodsituaties kan hulp aan iemand die onverzekerd is niet geweigerd worden. Dit wordt betaald te worden door het ziekenhuis, het Sint Elisabeth Hospitaal (Diaz, 2009: 17). Er zijn verder geen fondsen beschikbaar voor medische hulp aan mensen die onverzekerd zijn.

Ook het Sint Elisabeth Hospitaal heeft te kampen met financiële problemen. Daarnaast hebben ongedocumenteerde mensen niet altijd een verzekering op Curaçao. Het is mogelijk een verzekering te krijgen via hun werkgever, maar in veel gevallen gebeurt dit niet en zijn zij uitgesloten van gezondheidszorg6. Als blijkt dat deze ‘illegalen’ HIV positief zijn wordt hen geadviseerd terug te keren naar het land van herkomst, waar de kans op een betaalbare behandeling groter is dan op Curaçao. In een interview met Wim Groenewoud van Contrasida, een organisatie die medische hulp aan illegale sekswerkers verleende, zei hij hierover het volgende:

Dan wordt zo’n vrouw gecounseld om zo snel mogelijk terug naar het thuisland te gaan, omdat je daar meer kans hebt op behandeling dan hier. Op z’n minst zo’n land als Colombia, daar kun je wel kans maken op een behandeling als je HIV patiënt bent. In Haïti

natuurlijk niet, daar wordt maar 10 procent behandeld.

Ook Thirza Stewart, medewerkster van Dokters van de Wereld op Curaçao zei het volgende over ongedocumenteerden die HIV positief blijken te zijn:

Als je illegaal bent, dan word je teruggestuurd. En dan heb je weer te maken met human rights eigenlijk, want iedereen heeft recht op zorg. In Nederland heb je zo’n fonds voor illegalen, hier heb je dat niet. Het probleem is dat mensen daarop ook niet aangesproken worden. Zulk soort dingen gebeuren hier hè. Stel je hebt een illegale zwangere vrouw en die moet bevallen, die vrouw is gewoon voor de deur van het ziekenhuis overleden. Dat zijn niet veel gevallen, maar het gebeurt wel en dat kan gewoon niet.

6 De NGO Consperanza houdt zich als enige organisatie bezig met de behandeling van zwangere, ongedocumenteerde vrouwen.

Hoge kosten voor medicatie leveren daarnaast ook andere problemen op. Zo heeft de hoge prijs soms tot gevolg dat niet alle medicatie voorradig is. De ARV therapie is juist gestoeld op een regelmatige inname van medicatie en een tekort aan medicijnen kan dan ook grote

gevolgen hebben, waaronder resistentie. Daarnaast zijn op Curaçao niet alle soorten

medicijnen beschikbaar. Er worden er goedkopere medicijnen verstrekt die in Nederland niet aan patiënten voorgeschreven worden vanwege de grote kans op bijverschijnselen en

resistentie (Diaz, 2009: 16).

In document Di mi ta di bo (pagina 38-41)