• No results found

Gerapporteerde effecten van de geëvalueerde preventieve instrumenten

4.  Methodische aanpak van het onderzoek

5.4 Gerapporteerde effecten van de geëvalueerde preventieve instrumenten

51

5.4 Gerapporteerde effecten van de geëvalueerde preventieve

De auteurs concludeerden echter dat de effecten van dergelijke interventies op georganiseerde misdaad in de praktijk niet kunnen worden geconstateerd. Dit wegens het ontbreken van degelijke, op bewijsmateriaal gebaseerde conclusies in de bestudeerde evaluaties waaruit de doeltreffendheid van de interventies blijkt. Zij benadrukten wel dat dit niet betekent dat asset-focussed interventies helemaal geen effect hebben gehad op georganiseerde criminaliteit, maar eerder dat onderzoek nog niet het tegendeel heeft bewezen. Daarnaast noteren de auteurs dat asset-focussed interventies, ongeacht het gebrek aan bewijs voor hun effectiviteit, waarschijnlijk een belangrijke tactiek onder rechtshandhavings- en politiediensten zullen blijven. Zij benadrukken tot slot dat het juist daarom belangrijk is om deze instrumenten verder te onderzoeken. 

Goldsworthy & McGillivray onderzochten instrumenten die probeerden georganiseerde criminaliteit omtrent Outlaw Motorcycle Gangs in Australië te voorkomen (bijvoorbeeld door leden van deze groepen hogere straffen op te leggen, vergunningen voor ondernemingen, met name tattooshops, te weigeren, en samenkomen van de groepsleden in het openbaar of op een verboden locatie, zoals een clubhuis, strafbaar te maken).163 Deze auteurs noteerden na de implementatie van nieuwe wetgeving in 2013 een daling van misdaadcijfers (het aantal individuen gerelateerd aan dergelijke motorclubs dat aangeklaagd werd op basis van de wetten) in 2014 en 2015. Desalniettemin is er volgens de auteurs onvoldoende bewijs om deze daling toe te schrijven aan de maatregelen. Ze stellen bovendien dat de aanpak wellicht geleid heeft tot het nog minder zichtbaar werken van zulke motorclubs in Queensland, wat het opereren van handhavende instanties bemoeilijkt. Dit zou gezien kunnen worden als een onbedoeld (negatief) effect van deze maatregelen.164 Ook Kirby & Snow lukte het niet om op basis van de voor hen beschikbare data en methoden uitspraken te doen over de effecten van de implementatie van verschillende maatregelen die zij evalueerden in het kader van een multi-agency approach (waaronder het instellen van onderzoeken, controle van bewegingen en gedrag, en inbeslagneming van activa en/of eigendommen) in het Verenigd Koninkrijk.165 Niettemin stellen de auteurs dat de geïdentificeerde criminele groepen zonder de interventie waarschijnlijk nooit zouden zijn opgespoord.

Abraham et al.166 merkten ook een daling in het aantal opgerolde wietkwekerijen in Nederland vanaf 2014, na de implementatie van het wietteeltbeleid. Onder dit beleid vallen onder andere intensivering van politie-inzet (en controle), inbeslagname van activa en middelen, het onteigenen en/of sluiten van panden. De auteurs verduidelijken dat deze trend niet per se een afname van wietteelt reflecteert. De daling kan namelijk ook voortkomen uit betere beschermingsmaatregelen van de criminelen of een veranderde modus operandi.

In het algemeen zijn dit soort gegevens imperfecte indicatoren, die vaak slechts een fractie van de problematiek weergeven. In andere studies lijken de auteurs sterkere beweringen te doen over de effecten van onderzochte preventieve instrumenten. Maar de eerder besproken uitdagingen in verband met de evaluatie van preventieve inspanningen gelden ook hier, en daarom moeten de resultaten met

163 Goldsworthy, T. en McGillivray, L. (2017). ‘An examination of outlaw motorcycle gangs and their involvement in the illicit drug market and the effectiveness of anti-association legislative responses’. In International Journal of Drug Policy, 41: 110-117.

164 Clarke, R.V. en Weisburd, D. (1994). ‘Diffusion of crime control benefits: Observations on the reverse of displacement’. In Crime Prevention Studies, 2(1): 165-84.

165 Kirby, S. en Snow, N. (2016). ‘Praxis and the disruption of organized crime groups’. In Trends in Organized Crime, 19(2): 111-124.

166 Abraham, M., Dijk, B. van, Hofstra, D. & Spapens, T. (2021). Aanpak georganiseerde drugscriminaliteit. Een terugblik op 25 jaar beleid en uitvoering. DSP-groep.

Inzichten over de effectiviteit van preventieve instrumenten in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit

53

voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. In de studie van Cunningham et al.167 is bijvoorbeeld nagegaan of Amerikaanse regelgeving invloed had op de beschikbaarheid van cocaïne, door middel van het aanpakken van chemicaliën die nodig zijn voor de productie van cocaïne, waaronder de oxidatiemiddelen kalium- en natriumpermanganaat (deze producten zijn moeilijk te vervangen in het productieproces van de illegale drug). Deze studie was vooral gericht op drie preventieve instrumenten, namelijk: 1) het vaststellen van een maximaal transactiegewicht van chemicaliën die nodig zijn voor het produceren van cocaïne, 2) verplichte registratie van distributeurs van de chemicaliën (bij de Drugs Enforcement Agency (DEA), en 3) het intrekken van vergunningen (ook namens de DEA) (zie ook Tabel 7). De in de studie gehanteerde uitkomstmaten waren de prijs en zuiverheid van cocaïne. Deze variabelen worden gewoonlijk gebruikt om de beschikbaarheid van drugs te beoordelen in onderzoek naar illegale drugs. De evaluatie vond vervolgens plaats op basis van een autoregressive integrated moving average (ARIMA) intervention time-series analysis.168 Over het algemeen bleek dat de regelgeving gepaard ging met een afname van de beschikbaarheid van cocaïne: de auteurs vonden namelijk zowel een afname van het aantal inbeslagnames en zuiverheidsniveaus als een prijsstijging van het product. Het blijft echter een uitdaging om de effecten volledig aan de interventie toe te schrijven zonder te analyseren of er tegelijkertijd andere inspanningen werden geleverd.

Duxbury en Haynie169 analyseerden het effect van opzettelijke, experimentele aanvallen op online criminele netwerken die actief zijn op het darknet,170 bedoeld om online drugstransacties te voorkomen. De data voor de studie zijn afkomstig uit een van de grootste darknet drugsmarkten: Silk Road 3.1 en bevat informatie over 16.847 illegale drugstransacties. Dit reflecteert alle drugstransacties op het platform gedurende 14 maanden. Daarna gebruikten de auteurs eerst modellen om te evalueren waarom kopers kopen bij specifieke verkopers op Silk Road 3.1. De hiermee verzamelde coëfficiënten werden vervolgens gebruikt om de besluitvorming van handelaren in de simulatie te onderbouwen. Het resultaat is een simulatie met empirisch gevalideerde regels voor het gedrag van de handelaren. De auteurs konden het effect van verschillende aanvalsstrategieën op de netwerkontwikkeling evalueren door kenmerken van de ruwe gegevens (data) te manipuleren en de simulatie te herhalen. Het gaat dan met name om twee aanvalsstrategieën: gerichte aanvallen die sterk verbonden handelaren verwijderen en zogeheten zwakke-schakelaanvallen die grote aantallen zwak verbonden handelaren verwijderen. Naar aanleiding van dit onderzoek constateren de auteurs dat gerichte netwerkaanvallen een beperkt effect hebben op het voorkomen van online drugshandelnetwerken wanneer deze op kleine schaal worden uitgevoerd. Dit gaat volgens hen tegen de conventionele aanbevelingen voor misdaadbeleid in, omdat over het algemeen veel middelen beschikbaar worden gesteld voor het identificeren en arresteren van kleine aantallen belangrijke criminelen. Desondanks

167 Cunningham, J.K., Callaghan, R.C. & Liu, L.M. (2015). ‘US federal cocaine essential (‘precursor’) chemical regulation impacts on US cocaine availability: an intervention time-series analysis with temporal replication’. In Addiction, 110(5): 805-820.

168 ARIMA is een analysemodel dat gebruik maakt van tijdreeksgegevens om toekomstige trends te voorspellen. Het model is autoregressief, wat betekent dat waarden uit het verleden gebruikt worden om toekomstige waarden te voorspellen.

169 Duxbury, S. en Haynie, D.L. (2020). ‘The responsiveness of criminal networks to intentional attacks: Disrupting darknet drug trade’. In PLOS ONE, 15(9): e0238019.

170 Met het darknet wordt gerefereerd aan een online marktplaats waar anoniem producten als drugs worden verhandeld.

lijken verspreide aanvallen op grote schaal wel positieve resultaten te hebben voor het beperken van netwerkactiviteit op de langere termijn, hetgeen dus ook implicaties voor misdaadbeleid kan suggereren.

Het aanvallen van grote aantallen zwakke schakels (ofwel minder sterk verbonden criminelen) lijkt bovendien, gemiddeld gezien, het meest effectief voor het verminderen van criminele activiteiten op het dark web, volgens Duxbury en Haynie, doordat dit een groter aantal kopers af lijkt te schrikken. Daarnaast lijken handelaren hierna voorzichtiger te worden en verbinden zij zich vervolgens minder vaak met (voor hen onbekende) partners.

Dobkin en collega’s bespreken effecten van preventieve instrumenten met betrekking tot de productie van synthetische drugs.171 Om lering te kunnen trekken uit de studie, belichten we deze verder in Kader 5.

Kader 5. Samenvatting Dobkin et al.

De auteurs evalueerden wetgeving in de Verenigde Staten ter regulering van de detailhandel in verkoudheidsmedicijnen die worden gebruikt bij de productie van methamfetamine. Door verkoopaantallen te reguleren, producten veiliger op te slaan en legitimatie van consumenten te verplichten, werd beoogd de toegang tot precursors te beperken, hetgeen het aantal (bevoorrade) producenten zou moeten verminderen. Met andere woorden, de wetgeving heeft dus de intentie om misbruik van de medicijnen (met als doel de productie van methamfetamine) te voorkomen.

De auteurs analyseerden veranderingen in de productie en consumptie van drugs voor en na het invoeren van de nieuwe wetten in verschillende Amerikaanse staten. Om de effecten op de productie van methamfetamine te beoordelen, maakten ze gebruik van het National Clandestine Lab Seizure System (NCLSS), waarin de politie gegevens over het aantal ontdekte drugslaboratoria bijhoudt. Daarnaast hebben de auteurs ook de verschillen in prijs en zuiverheid van de in beslag genomen methamfetamine bekeken, die de Drug Enforcement Agency (DEA) heeft opgeslagen in het System to Retrieve Information from Drug Evidence (STRIDE). Om de effecten op consumptie te beoordelen, maakten de auteurs gebruik van data over werknemers en patiënten van ziekenhuizen. Tot slot hebben ze de Uniform Crime Reports van de FBI geraadpleegd om de invloed van de maatregelen op drugsgerelateerde misdaad vast te stellen.

Op basis van deze verschillende administratieve datasets berekenden de auteurs het effect van de instrumenten en concludeerden dat deze bijdroegen aan een vermindering van de productie van methamfetamine (26%) in het land. Deze effecten zijn volgens hen toe te schrijven aan de preventieve maatregelen. Volgens Dobkin et al.

hebben de maatregelen de productie van de methamfetamine in de betreffende staten verstoord. Daarentegen werd geen effect gevonden op het methamfetaminegebruik, de verkoopprijs of het aantal drugsgerelateerde arrestaties. De auteurs wijten dit aan verplaatsing van de productie naar buurstaten en/of -landen die de regelgeving niet of later invoerden. Desalniettemin is het van belang aan te geven dat de auteurs hun conclusie hebben gebaseerd op administratieve datasets en, zoals wij al hebben opgemerkt, dit soort gegevens kunnen worden beïnvloed door en een afspiegeling zijn van verschillende prioriteiten op het gebied van wetshandhaving (die ook moeilijk te identificeren en te meten zijn) en slechts een gedeeltelijk beeld van het probleem verschaffen.

De auteurs vermelden ook dat de gegevens niet optimaal zijn, aangezien moeilijk is te achterhalen hoeveel illegale laboratoria er vóór de interventie bestonden,172 vanwege de verborgen aard van dit soort criminele activiteit. De conclusies moeten dus met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.

Cingano en Tonello gebruikten gegevens over criminele activiteiten in Italië en richtten zich op local government dismissals: het starten van formele onderzoeken naar mogelijke relaties tussen de lokale overheid

171 Dobkin, C., Nicosia, N. en Weinberg, M. (2014). ‘Are supply-side drug control efforts effective? Evaluating OTC regulations targeting methamphetamine precursors’. In Journal of Public Economics, 120: 48-61.

172 De auteurs hebben getracht rekening te houden met de opsporingskans.

Inzichten over de effectiviteit van preventieve instrumenten in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit

55

en de maffia.173 Als deze relatie kon worden bewezen, werd het desbetreffende lokale bestuur ontbonden en vervangen door een tijdelijk, vervangend bestuur. Voor de analyse in deze studie maakten de auteurs gebruik van tijdreeksen van gegevens op gemeenteniveau over een gedetailleerde lijst van strafbare feiten. Dit hielp hen de variatie tussen gemeenten te benutten en veranderingen in criminaliteitscijfers rond de interventie en met gebruik van tijdsinvariante verschillen in criminaliteit (ofwel onafhankelijk van de voorgeschiedenis) tussen gemeenten te observeren. Omdat het ontslag ook het gevolg kan zijn van pieken in criminaliteit, is de analyse uitgebreid tot de onmiddellijke omgeving van de ontslagen gemeenten, waarbij de gemeente waar het ontslag plaatsvond vervolgens werd uitgesloten van de steekproef. De auteurs constateerden een afname van kleine criminaliteit zoals diefstal (12,4% in de jaren na de interventie), die zij in verband brachten met de toepassing van het instrument. De auteurs suggereren dat deze afname van de kleine criminaliteit eerder het gevolg kan zijn van een perceptie van meer afschrikking (door de rol van de media, het beleid en andere vormen van sociale controle) dan van een verandering in de praktijken van georganiseerde criminaliteit. Er werd dan ook geen effect gevonden op maffia-gerelateerde misdaad, waaronder drugshandel. De auteurs concluderen daarom dat het beleid weinig veranderingen teweeg heeft gebracht in de aanpak van georganiseerde criminaliteit.174

Sproat onderzocht de effecten van enkele instrumenten (waaronder Travel Restriction Orders, Financial Reporting Orders, Serious Crime Prevention Orders, inbeslagname van activa en exclusie- en diskwalificatiemaatregelen) met betrekking tot de preventie van georganiseerde misdaad in het VK.175 De cijfers voor het terugvorderen van activa laten volgens Sproat zien dat de maatregelen van het Serious Organised Crime Agency beperkt succes hebben gehad wanneer het gaat om het in beslag nemen van winst verkregen door georganiseerde criminaliteit. Volgens de auteur wordt gemiddeld maar 0,513% tot 1,36%

van het vermogen dat de georganiseerde criminaliteit jaarlijks zou genereren in Engeland, Wales en Noord-Ierland in beslag genomen. De auteur benadrukt echter dat het Serious Organised Crime Agency het effect van de interventies alleen heeft gemeten door output te rapporteren (bijvoorbeeld het aantal keren dat specifieke instrumenten zijn gebruikt). Dat is dus niet toereikend voor een conclusie over effecten.

Een aanzienlijk deel van de onderzochte studies ging (ten minste deels) uit van de percepties van belanghebbenden over de wijze van uitvoering van preventieve maatregelen en over de effecten ervan.

Voorbeelden zijn de studies van Smits et al., waarin gebruik wordt gemaakt van enquêtes en interviews binnen gemeenten.176 Kirby & Nailer hanteren zowel datasets als interviews met politieagenten, werknemers uit de publieke sector en mensen uit de gemeenschap.177 Ze keken hierbij naar de effectiviteit van de deels

173 Cingano, F. en Tonello, M. (2020). ‘Law enforcement, social control and organized crime: Evidence from local government dismissals in Italy’. In Italian Economic Journal, 6(2): 221-254.

174 Cingano, F. en Tonello, M. (2020). ‘Law enforcement, social control and organized crime: Evidence from local government dismissals in Italy’. In Italian Economic Journal, 6(2): 221-254.

175 Sproat, P.A. (2012). ‘Phoney war or appeasement? The policing of organised crime in the UK’. In Trends in Organized Crime, 15(4): 313-330.

176 Smits, J., et al. (2013). Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit. Onderzoek naar de stand van zaken in 2012, Arena Consulting Pro Facto; Smits, J., et al. (2016). Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit. Onderzoek naar de stand van zaken in 2016, Arena Consulting Pro Facto.

177 Kirby, S. en Nailer, L. (2013). ‘Reducing the offending of a UK organized crime group using an opportunity-reducing framework – a three year case study’. In Trends in organized crime, 16(4): 397-412.

disruptieve maar ook preventieve aanpak (multi-agency approach) in het VK om georganiseerde criminele groepen te bestrijden op een meer kostenbesparende manier. De studie van Van Staden et al. rust eveneens deels op het afnemen van interviews met politie, analisten en partneractoren.178 De auteurs voerden een procesevaluatie uit van de implementatie van community safety partnerships in Engeland en Wales. Deze partnerships waren met name opgericht om relevante informatie tussen instanties te kunnen delen, de aanpak van georganiseerde criminaliteit scherp te stellen en individuen op te sporen (voor ontwrichting, handhaving of preventie). Uit de studie bleek dat de interventie over het algemeen positief werd beoordeeld door respondenten. Zij vonden dat dankzij de implementatie van de partnerships middelen efficiënter gebruikt konden worden. Ook lijken lokale gemeenten meer capaciteit te hebben om criminelen op te sporen en aan te pakken. Wel zien respondenten het gebrek aan concreet succes (zoals cijfermatige resultaten) als een knelpunt, wat de motivatie van partners zou kunnen verminderen.

Ten slotte komen verplaatsingseffecten ten gevolge van een preventieve maatregel ter sprake. Vijlbrief (2012) baseerde zijn onderzoek zelfs op het analyseren van een verplaatsingseffect naar aanleiding van drugsmaatregelen in Nederland. Meer details over deze studie staan in Kader 6.

Kader 6. Samenvatting Vijlbrief (2012)

Vijlbrief onderzocht mogelijke verplaatsingen van criminele activiteiten binnen georganiseerde criminaliteit naar aanleiding van eerdere maatregelen, zoals de Opiumwet (1976). De focus van het onderzoek lag op de Nederlandse context. De auteur noteert dat hoewel er veel onderzoek is gedaan naar het verplaatsingseffect binnen types of street crime, er weinig informatie beschikbaar is op dit gebied over georganiseerde criminaliteit, terwijl juist deze criminelen baat hebben bij het vinden van alternatieven. Het doel van zijn onderzoek was dan ook het in kaart brengen van verplaatsingen van criminele activiteiten als gevolg van het invoeren van preventieve maatregelen gericht op het aanpakken van georganiseerde criminaliteit.

Vijlbrief keek in zijn onderzoek naar drie verschillende preventieve interventies, die na 2008 zijn ingevoerd en gebruikt door de Nederlandse overheid om de productie van synthetische drugs in het land aan te pakken. Het eerste project betrof het beperken van de verkrijgbaarheid van de precursoren PMK en BMK, die nodig zijn om ecstasy en amfetamine te produceren. De tweede maatregel focuste op het beperken van beschikbaarheid van andere essentiële chemicaliën gebruikt in het productieproces. Tot slot richtte de derde maatregel zich op het reguleren van de verkoop van glazen vaten die nodig waren voor de productie van synthetische drugs.

Om de eventuele verplaatsing beter in kaart te brengen, raadpleegde Vijlbrief gegevens uit het Expertise Centre for Synthetic Drugs and Precursors, een database van de Dienst Nationale Recherche. Hij maakte gebruik van 1) 36 politieonderzoeken uit 2006-2011 met betrekking tot synthetische drugs, 2) wekelijkse updates van het expertiseteam zelf gedurende de periode 2010-2011, en 3) 17 interviews met experts. Volgens de auteur hadden bovenstaande maatregelen wel degelijk effect op de productie van synthetische drugs. Hij baseerde deze conclusie op 1) afname in aantal in beslag genomen drugs, 2) toename in de prijs van precursor-chemicaliën, 3) afname in het aantal illegale stortplaatsen van drugsafval, en 4) chatberichten tussen drugsgebruikers die klagen over de kwaliteit van de huidige drugs. Op basis van extra geanalyseerde chatberichten concludeert de auteur echter ook dat criminelen hun werkwijze hebben aangepast en het daardoor mogelijk was een verplaatsingseffect vast te stellen. Niettemin is het, zoals hij zelf ook erkent, belangrijk om op te merken dat verschillende factoren (buiten de toepassing van de beoordeelde instrumenten) deze resultaten kunnen beïnvloeden.

178 Van Staden, L., Leahy-Harland, S. & Gottschalk, E. (2011). Tackling organised crime through a partnership approach at the local level: a process evaluation. Research Report 56. Home Office.

Inzichten over de effectiviteit van preventieve instrumenten in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit

57

Ook Cunningham et al.179 en Dobkin et al.180 vonden, zoals hiervoor benoemd, positieve effecten van maatregelen rondom drugsproductie en -handel in de VS (vermindering van productie van methamfetamine respectievelijk beschikbaarheid van cocaïne). Beide studies stellen echter ook dat mogelijk verplaatsingseffecten naar het buitenland hebben plaatsgevonden, hoewel ze dit niet met zekerheid kunnen zeggen. Deze aspecten maakten namelijk geen deel uit van hun onderzoek.

179 Cunningham, J.K., Callaghan, R.C. & Liu, L.M. (2015). ‘US federal cocaine essential (‘precursor’) chemical regulation impacts on US cocaine availability: an intervention time-series analysis with temporal replication’. In Addiction, 110(5): 805-820.

180 Dobkin, C., Nicosia, N. & Weinberg, M. (2014). ‘Are supply-side drug control efforts effective? Evaluating OTC regulations targeting methamphetamine precursors’. In Journal of Public Economics, 120: 48-61.

Tabel 9. Samenvatting van de bevindingen van de opgenomen studies

Bron Methoden Voornaamste bevindingen (effectiviteit) Belangrijkste beperkingen

Abraham et al.,

2021 Kwalitatief

Interviews en documentenanalyse

De auteurs krijgen enige inzichten door middel van cijfermatig materiaal en interviews, maar constateren dat het lastig blijft om de effectiviteit te bepalen van een aanpak ter bestrijding van georganiseerde misdaad. Volgens de auteurs komt dit omdat het rapporteren van initiatieven en gegevens in de praktijk niet op een systematische manier gebeurt. Deze complexiteit wordt verder versterkt door het vaak verborgen karakter van de criminaliteit.

Gebrek aan bewijs. Afhankelijk van de percepties van betrokkenen (weinig data).

Ali, Y., Khan, A., Khan, G., Khan, A.U. & Ahmad, Z. (2021)

Kwantitatief

Enquête en multi-criteria decision-making (MCDM)-techniek (TOPSIS). Dit is een techniek voor volgorde van voorkeur op grond van gelijkenis met de ideale oplossing

De auteurs concluderen dat het hek het meest doeltreffend is in de overbrenging van militanten over de grens, gevolgd door smokkel van drugs en wapens.

Onduidelijke veronderstellingen en niet empirisch getoetst (kwaliteit van data, gebrek aan controlegroep, niet meermaals uitgevoerd).

Atkinson, C., Mackenzie, S. &

Hamilton-Smith, N. (2017)

Kwalitatief

Systematic literature review

De auteurs kunnen geen effect constateren doordat concreet bewijs ontbreekt. Wel geven zij enige aanbevelingen voor de toekomstige implementatie van asset-focussed interventies. Zo stellen ze dat deze het beste zouden werken wanneer ze geconcentreerd worden op strafbare feiten die aanzienlijk zichtbare activa generen (en moeilijk wit te wassen zijn)

Gebrek aan bewijs uit primaire evaluaties (weinig data).

Bryant, K. &

Landman, T.

(2020)

Kwalitatief

Systematic literature review

De auteurs kunnen geen effect constateren doordat bewijs ontbreekt. Ze proberen wel een aantal lessen te trekken naar aanleiding van hun onderzoek. Zo geven zij aanbevelingen voor de toekomst van evaluatieonderzoek ten aanzien van maatregelen ter bestrijding van mensenhandel.

Gebrek aan (bewijs uit) evaluaties; kwaliteit van de evaluaties is ontoereikend (weinig data).

Cingano, F., &

Tonello, M.

(2020)

Kwantitatief

Analyse van secundaire gegevens met behulp van Quasi-Maximum Likelihood (QML)- methoden voor panel- fixed effects Poisson estimators

Ondanks een afname van kleinere criminele vergrijpen werd geen effect gevonden op maffiagerelateerde misdaad, zoals afpersing en drugshandel. De auteurs suggereren daarom dat het beleid weinig veranderingen teweegbrengt in de aanpak van georganiseerde criminaliteit.

Gebrek aan controlegroep, niet meermaals uitgevoerd onder verschillende omstandigheden en alleen in één locatie.

Cunningham, J.

K., Callaghan, R.

C. & Liu, L.M.

(2015)

Kwantitatief

Autoregressive integrated moving average (ARIMA)-intervention time-series analysis (secundaire data)

De studie laat zien dat de maatregelen gepaard gingen met een significante afname van de beschikbaarheid van cocaïne, met name een afname van inbeslagnames en zuiverheidsniveaus. Ook werd een prijsstijging geconstateerd.

Volgens de auteurs hebben de chemische voorschriften dus een effect gehad op de illegale drugshandel in de VS.

Andere factoren (naast het invoeren van de chemische voorschriften) kunnen niet worden meegenomen. Semi-experimenteel onderzoek kan een causaal verband ondersteunen maar niet garanderen (gebrek aan controlegroep).

Inzichten over de effectiviteit van preventieve instrumenten in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit

59

Bron Methoden Voornaamste bevindingen (effectiviteit) Belangrijkste beperkingen

Dobkin, C., Nicosia, N. &

Weinberg, M.

(2014)

Kwantitatief

Een graphic en regression analysis op basis van primaire data

De auteurs berekenden dat zowel de totale binnenlandse productie van methamfetamine (25%) als het aantal methamfetamine-laboratoria (36%) daalden. Volgens hen had de regelgeving een significante impact op het terugdringen van de productie van methamfetamine in de VS. Er werd echter ook indirect bewijs gevonden dat producenten in grensgebieden reageerden door precursoren te kopen in naburige staten waar geen wet van kracht was. De auteurs raden aan hier rekening mee te houden tijdens het ontwerpen van preventieve maatregelen.

Niet mogelijk om een analyse op regionaal niveau uit te voeren vanwege een gebrek aan data. Schattingen van verplaatsingseffecten zijn bovendien onnauwkeurig, deels vanwege inherente problemen met het modelleren van de effecten op staatsniveau (gebrek aan controlegroep).

Duxbury, S. &

Haynie, D.L.

(2020)

Kwantitatief

Agent-based simulatie en analyse op basis van populatiedata over illegale drugshandel op een actieve darknet-drugsmarkt, op basis van illegale drugshandelstransacties (n=16.847) tussen gebruikers (n=7.295) en verkopers (n=169)

De auteurs concluderen dat, in tegenstelling tot de gebruikelijke aanbevelingen voor misdaadbeleid, netwerkaanvallen gericht op een klein aantal criminelen een beperkt effect hebben op het voorkomen van online drugshandelnetwerken. Over het algemeen worden in de praktijk echter middelen beschikbaar gesteld voor het identificeren en arresteren van een klein aantal criminelen.

Verspreide aanvallen op grote schaal lijken wel positieve resultaten te hebben voor het beperken van netwerkactiviteit op de langere termijn, wat daardoor dus ook implicaties voor misdaadbeleid kan suggereren.

Onzeker of de resultaten voor criminaliteit die via een digitaal medium worden gepleegd, ook gelden voor het grootste deel van de criminaliteit die offline wordt gepleegd. Ondanks de voordelen van het uitvoeren van experimenten, zijn de gegevens die met simulatiemodellen worden gegenereerd synthetisch (zij het gebaseerd op empirische gegevens die zijn verzameld op een actieve darknet-drugsmarkt) (niet meermaals uitgevoerd onder verschillende omstandigheden).

Goldsworthy, T.

& McGillivray, L.

(2017)

Kwantitatief

Beschrijvende, kwantitatieve analyse op basis van secundaire gegevens

De auteurs signaleren een algemene daling van misdaadcijfers. Volgens hen is er echter onvoldoende bewijs om de daling toe te schrijven aan de wetgevende maatregelen. Daarnaast suggereren zij dat de rol van Outlaw Motorcycle Gangs op de drugsmarkt overschat wordt.

Volgens de auteurs hebben de wetten ook de gestelde doelen niet behaald, zodanig kan worden gesteld dat deze slechts in beperkte mate doeltreffend zijn.

Gebrek aan controlegroep en niet meermaals uitgevoerd in verschillende omstandigheden.

Kirby, S. &

Nailer, L. (2013) Mixed methods

Literatuuronderzoek, interviews (n=15) en het analyseren van kwantitatieve data afkomstig uit politiesystemen

Ondervraagde personen hadden het gevoel dat de criminaliteit van Organised Crime Groups was afgenomen naar aanleiding van de interventies. De auteurs kunnen echter geen effecten constateren door een gebrek aan bewijs. Ook werden geen veranderingen in het gedrag van deze groepen gevonden.

Gebrek aan bewijs. Afhankelijk van de percepties van betrokkenen (weinig data, gebrek aan controlegroep).

Kirby, S. &

Snow, N. (2016) Kwantitatief

Analyse van recidive-patronen op basis van secundaire data

De auteurs konden het causale effect van de interventies op criminele activiteiten niet beoordelen vanwege een gebrek aan bewijs in de literatuur. Wel trekken ze enige lessen, namelijk dat zonder de tactieken veel georganiseerde criminaliteitsgroepen mogelijk niet eens geïdentificeerd

De gegevens zijn ontoereikend om vast te stellen hoeveel misdrijven er worden gepleegd, en of deze individuen op eigen houtje handelen omdat hun groep met succes is ontwricht. In een veel gedetailleerdere follow-up is het

Bron Methoden Voornaamste bevindingen (effectiviteit) Belangrijkste beperkingen zouden zijn. Er zal echter meer onderzoek gedaan moeten

worden om de meest effectieve maatregelen vast te stellen.

moeilijk om de duurzaamheid van deze aanpak te begrijpen (kwaliteit van data, gebrek aan controlegroep) Kleemans, E. R.

& Huisman, W.

(2015)

Kwalitatief

Narrative review: overzicht van bestaand onderzoek (inclusief evaluatieonderzoek)

Volgens de auteurs blijft het meten van effect op georganiseerde criminaliteit moeilijk, met uitzondering van het meten van criminaliteit op straat. Activiteiten zijn vaak verborgen, waardoor een afname lastig te bepalen is, en het vaststellen van causaliteit vaak niet mogelijk is.

Een gebrek aan data en analyse. Het kan ook een barrière zijn om een beperkt gebied zoals de Wallen af te bakenen, aangezien partijen en actoren zich vaak op een groter gebied moeten richten en daarbij competitie van andere regio’s moeten incasseren (gebrek aan en kwaliteit van data).

Laan, P. van der, Smit, M., Busschers, I. &

Aarten, P.

(2011)

Kwalitatief

Narrative review: overzicht van bestaand onderzoek (inclusief evaluatieonderzoek)

In de beperkte conclusie wordt aangegeven dat de eerste programma’s (weerbaarheid en educatie) positieve resultaten hadden. Ondanks deze output kunnen, door de methodologische kwaliteit van de evaluatiestudies, er geen harde conclusies getrokken worden over de effectiviteit van deze interventies.

Gebrek aan bewijs en gebrek aan kwaliteit van de evaluatiestudies (hoeveelheid en kwaliteit van data).

Smits, J. et al.

(2013) Mixed methods

Interviews (n=onbekend; in totaal 19 deelnemers) en enquête onder gemeenten (n=313)

De studie rapporteert alleen waargenomen effecten. De meningen van respondenten binnen de gemeenten over effectiviteit lopen volgens de auteurs echter uiteen. De preventieve maatregelen (onder andere het weigeren van een vergunning, supervisie en administratieve rapportering) worden in 2013 door respondenten genoemd als meest effectieve manier om georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Daarnaast wordt de Wet Bibob gezien als doeltreffend.

De auteurs suggereren dat het verschil in meningen als volgt te verklaren is: bij het gebruik van een instrument kan direct resultaat worden gezien (bij bijvoorbeeld sluiting van een pand), terwijl de beoordeling van de algemene aanpak eerder te maken heeft met abstractere doelen.

Volledig afhankelijk van percepties (interviews, enquêtes) waardoor causale verbanden lastig vast te stellen zijn (gebrek aan voor- en nameting, gebrek aan controlegroep).

De percepties van belangrijk geachte actoren konden niet worden meegenomen (bijvoorbeeld van de politie).

Smits, J. et al.

(2016) Mixed methods

Interviews (n=onbekend. In totaal 19 deelnemers) en enquête onder gemeenten (n=270)

In de studie van 2016 noemen respondenten de Wet Bibob nogmaals als een effectieve maatregel. Andere effectieve maatregelen in hun ogen zijn de administratieve handhaving en, hoewel in mindere mate, het gebruik van andere instrumenten (bijvoorbeeld intrekking van een vergunning zonder Bibob als basis). Volgens de auteurs zijn er bovendien twijfels onder respondenten wanneer gevraagd wordt of de administratieve aanpak beleidsmatig effectief is (d.w.z. dat ondermijning wordt tegengegaan).

Volledig afhankelijk van percepties (interviews, enquêtes) waardoor causale verbanden lastig vast te stellen zijn (gebrek aan voor- en nameting, gebrek aan controlegroep).

De percepties van belangrijk geachte actoren konden niet worden meegenomen (bijvoorbeeld van de politie).

Sproat, P.A.

(2012) Mixed methods

Een aantal kwalitatieve en kwantitatieve beschrijvingen van de georganiseerde

De cijfers voor het terugvorderen van activa laten volgens de auteur zien dat de maatregelen van het Serious Organised Crime Agency beperkt succes hebben gehad wanneer het gaat om het in beslag nemen van winst verkregen door

Het effect van de interventies is alleen gemeten door output te rapporteren, zoals het aantal keren dat specifieke instrumenten zijn gebruikt (hoeveelheid data, gebrek aan voor- en nametingen).