• No results found

Naar een energiezuinigere stad

In document Energie-Klimaatplan 2030 (pagina 34-37)

B. Ontwikkeling van de circulaire economie

2. Naar een energiezuinigere stad

2.1. Doel

2.1.1. Energiebesparing

Het Gewest wil bijdragen tot de Belgische en Europese inspanningen om te besparen op het energieverbruik. Zuinigheid en efficiëntie zijn enkele van de succesvoorwaarden van de energietransitie en de uitvoering van de visie van het Energiepact.

In het bijzondere kader van het Brussels Gewest, waar de huurders en mede-eigenaars zeer talrijk zijn, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de impact van de 'bouwmaatregelen' om negatieve randeffecten voor dit publiek te vermijden.

Wat geklasseerde gebouwen betreft, zal de regering de bescherming van het vastgoedpatrimonium blijven verzoenen met de noodzakelijke verbetering van de energieprestaties van de gebouwen door een beleid af te ronden dat er in het bijzonder op gericht is om beschermde gebouwen te betrekken bij de gewestelijke inspanningen om de milieu-impact van de Brusselse gebouwen te verminderen, in overeenstemming met de strategie voor de renovatie van gebouwen. Zij zal nagaan of het mogelijk is de eigenaars van geklasseerde eigendommen te begeleiden om na te gaan welke werkzaamheden op korte, middellange en lange termijn moeten worden uitgevoerd.

2.1.2. Europese doelstellingen betreffende energie-efficiëntie

In haar richtlijn inzake energie-efficiëntie (richtlijn 2012/27 zoals gewijzigd bij richtlijn 2018/2002) legt Europa verschillende doelstellingen op.

2.1.2.1. Cumulatief volume van energiebesparingen in het eindgebruikstadium (artikel 7)

Van 2021 tot 2030 moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de richtlijn 2012/27/EU jaarlijks 0,8% van zijn eindverbruik van energie besparen ten opzichte van het gemiddelde voor 2016-2018.

Een eerste schatting van de te besparen hoeveelheid energie over de periode 2021-2030 is gemaakt op basis van het gemiddelde eindenergieverbruik 2016-2018 op basis van de energiebalans van 2018.

De inspanningen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nodig zijn om de verplichting van artikel 7 na te komen, worden geraamd op:

 Een extra jaarlijkse energiebesparing van 159 GWh;

 Een samengetelde energiebesparing van 2021 tot 2030 van 8.747 GWh.

2.1.2.2. Volume van energiebesparingen in gebouwen van de centrale overheden (artikel 5)

Overeenkomstig artikel 5 van richtlijn 2010/31/EU moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest jaarlijks 3% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen die eigendom zijn van en/of in gebruik zijn bij de gewestelijke overheden, renoveren om ten minste aan de minimumeisen inzake energieprestaties te voldoen, of gelijkwaardige energiebesparingen realiseren in dezelfde gebouwen.

- 32 -

In 2019 vertegenwoordigen al deze gebouwen samen een totale oppervlakte van ongeveer 157.660 m². De gegenereerde besparing wordt geschat op 595 MWh eindenergie.

Deze besparingen moeten worden gerealiseerd door de PLAGE- (plan voor lokale actie voor het gebruik van energie) en NRClick-programma’s (renovatiewerkzaamheden) te combineren en een mogelijke verkleining van de oppervlaktes in eigendom of in gebruik die niet aan de eisen voldoen.

2.1.3. Doelstellingen van de strategie voor de vermindering van de milieu-impact van de gebouwen

De strategie voor de vermindering van de milieu-impact van de bestaande gebouwen stelt zich tot doel om tegen 2050 de energieprestatie van het vastgoedpark te verbeteren.

2.1.3.1. Woningen

Voor de woningsector is het doel van de renovatiestrategie om te komen tot gemiddeld 100 kWh/m² primaire energie per jaar.

De idee bestaat erin om alle woningen performanter te maken door ze gefaseerd te renoveren. Tegen 2050 moeten er 5 deadlines worden gehaald49. De verbetering van de prestatie moet blijken uit het EPB-certificaat dat voor alle woningen verplicht wordt. Het certificaat evolueert ook en zal de prioritaire maatregelen aangeven die zijn aangepast voor het gecertificeerde pand. Bij elke deadline die is opgesteld door de wetgeving zullen de eigenaars de goede uitvoering van de werken moeten kunnen aantonen.

Doel Werken

2030 Deadline voor de eerste van de 5 verplichte maatregelen naar keuze.

2035 Deadline voor de tweede van de 5 verplichte maatregelen naar keuze.

2040 Deadline voor de derde van de 5 verplichte maatregelen naar keuze.

2045 Deadline voor de vierde van de 5 verplichte maatregelen naar keuze.

2050 Deadline voor de vijfde van de 5 verplichte maatregelen naar keuze.

Het minimale prestatieniveau dat tegen 2050 moet worden bereikt zal afhangen van de typologie van het gebouw.

Voor collectieve woningen worden de verplichtingen opgelegd op schaal van het appartement en het gebouw. Voor het dak, de gevels en andere gemeenschappelijke delen moet verplicht een specifiek rapport worden opgemaakt dat gebaseerd is op de aanbevelingen van de EPB-certificaten voor de gemeenschappelijke delen. Voor de uitvoering van de aanbevelingen voor de gemeenschappelijke delen is de mede-eigendom verantwoordelijk.

49 Eigenaren zullen uiteraard de mogelijkheid hebben om al het werk direct uit te voeren om de vastgestelde energieprestatiedrempel te bereiken.

- 33 -

2.1.3.2. Tertiaire sector

Ook voor de tertiaire sector legt de strategie voor de vermindering van de milieu-impact van de bestaande gebouwen in Brussel een aantal deadlines op voor de uitvoering van de werken. Bedoeling is om de tertiaire sector tegen 2050 te huisvesten in energieneutrale gebouwen.

2.2. Maatregelen

Om de stad van morgen energiezuiniger te maken, moeten er maatregelen worden opgelegd aan de bouw- en transportsector.

2.2.1. Bouwsector

De bouwmaatregelen van dit plan zijn grotendeels gebaseerd op de strategie voor de vermindering van de milieu-impact van de bestaande gebouwen. Deze strategie is bijgevoegd bij dit plan.

2.2.1.1. Strategie ter vermindering van de milieueffecten van de bestaande Brusselse gebouwen

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voert al een vijftiental jaren projectoproepen, acties en normen in de bouwsector uit om de impact ervan te verminderen: de energie-uitdaging, PLAGE-projectoproepen, projectoproepen i.v.m. "voorbeeldgebouwen", energiepremies, het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheer en, twee jaar geleden, het lucht-klimaat-energieplan, waarvan het grootste hoofdstuk aan deze sector was gewijd.

Tot nu toe zijn de grootste ambities geweest voor de nieuwbouw en het energiebeheer binnen gebouwen, hoewel renovaties niet werden verwaarloosd.

De vermindering van de milieu-impact van het Brusselse vastgoed is echter nog niet het onderwerp geweest van een aparte strategie. Wat de te bereiken doelstellingen betreft, is het nu noodzakelijk om het principe vast te leggen dat er in Brussel op lange termijn geen gebouwen meer mogen zijn die niet goed presteren op energievlak: het maakt niet uit of ze verkocht of gehuurd worden: het gebruik van een echte energievreter wordt gewoonweg niet meer getolereerd. Niet alle verwachtingen mogen echter niet allemaal gericht zijn op de gebouwschil of de installaties van een gebouw: het gedrag in het gebouw is bepalend en energiesoberheid is essentieel.

Om de impact van het vastgoed op het milieu drastisch te verminderen, moet de strategie drie belangrijke invalshoeken omvatten:

- verhoging van het renovatiepercentage: de doelstelling is een percentage van 3% te bereiken;

- verbetering van de renovatiekwaliteit

- en het rationeel energiegebruik binnen de gebouwen.

En het hele scala aan overheidsbeleidsmaatregelen wordt ingezet: documentatie, communicatie, regulering, ondersteuning, aanmoediging, ondersteuning, innovatie, enz.

De verwezenlijking van deze doelstellingen kan echter alleen echt geloofwaardig zijn als de volgende twee elementen aanwezig zijn: duidelijke en strenge eisen om alle woningen op een hoog prestatieniveau te brengen en een ongekende mobilisatie van de openbare en private financiële middelen.

- 34 -

A. Duidelijke eisen stellen aan vastgestelde deadlines

In document Energie-Klimaatplan 2030 (pagina 34-37)