• No results found

2 Algemene bepalingen

2.2 Definities

In dit RUP worden de definities uit de algemene bouwverordening gehanteerd en aangevuld met volgende definities:

Begrip Definitie

Bebouwingscoëfficiënt (B/T) de verhouding tussen het grondvlak van alle bovengrondse bebouwing (B) en de totale oppervlakte van dat terrein (T), uitkragingen inbegrepen; uitpandige terrassen tot 50 cm uitkraging worden niet meegerekend ; overdekte

fietsenstallingen worden wel meegerekend. Bijgebouwen worden eveneens meegerekend, met uitzondering van overdekte buitenruimten en open constructies.

Bedrijfsgebonden woongelegenheden

constructies met een woonfunctie ten behoeve van het besturend en/of bewakend personeel en van het personeel waarvan de aanwezigheid ter plaatse strikt noodzakelijk is. In elk geval dienen dergelijke constructies beperkt te worden tot één per bedrijf;

Bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder (ook al is deze bruikbaar).

Bruto vloeroppervlakte (BVO)

de bruto vloeroppervlakte omvat de som van de oppervlakte van elke verdieping, bovengronds en ondergronds en in uitkraging, met een vrije hoogte van 2,20 m of meer, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de

buitengevels, of langs de as van de interne scheidingsmuren die de entiteit omhullen; hierbij opgeteld de overdekte private buitenruimten die niet in uitkraging t.o.v. het gevelvlak wordt gerealiseerd. Ondergrondse verdiepingen worden niet meegerekend indien in gebruik voor fietsenstallingen, parkeren, technische ruimtes en/of bergingen;

Circulaire economie

het economische systeem dat uitgaat van een duurzaam beheer van materialen, grondstoffen, energie, water, ruimte,..

via hergebruik en het sluiten van kringlopen. De herbruikbaarheid van grondstoffen en producten wordt daarbij gemaximaliseerd, terwijl waardevernietiging wordt geminimaliseerd. Lokale productie op maat, ruimtelijke

verwevenheid, nieuwe business-modellen, innovatieve technologieën en duurzame logistiek staan daarin centraal. In een lineaire economie daarentegen worden grondstoffen omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd.

Groenterreinindex G/T de groenterreinindex G/T geeft de verhouding van de oppervlakte aan groen (G) ten opzichte van de oppervlakte van het volledige terrein (T).

Groothandel een niet publiek toegankelijke handelszaak met een grote private opslagruimte en een in verhouding beperkte verkoopsoppervlakte.

Grootschalige kleinhandel

handel met grootschalige verkoopsoppervlakte en/of grote handelswaren, die direct aan de verbruikers levert. Als referentiemaat voor de verkoopsoppervlakte wordt een minimum van 600 m² gehanteerd. Grootschalige kleinhandel hangt vandaag echter niet meer noodzakelijk samen met grote vloeroppervlaktes. Er is immers een tendens naar online-shopping die de noodzaak van grote winkelruimten inperkt, en de vraag naar opslag in combinatie met toonzalen opvoert.

Kantoor een functioneel geheel van ruimtes die worden gebruikt voor activiteiten met een groot aantal arbeidsplaatsen per oppervlakte-eenheid en dus met een dicht ruimtegebruik: administratieve, dienstverlenende en creatieve taken, vrije beroepen, … en bijbehorende ondersteunende taken.

Handel activiteiten waarbij goederen worden verkocht; concreet bestaat de handelruimte uit een verkoopsruimte, eventueel gekoppeld aan de voor de exploitatie noodzakelijke private gedeelten met beperkte oppervlakte zoals kantoren, personeelsruimtes, bergruimtes,atelierruimte, …

Horeca

activiteiten waarbij al dan niet ter plaatse vervaardigde dranken en/of maaltijden worden verkocht en genuttigd;

concreet bestaat de horecagelegenheid uit een kleinschalige of grootschalige ruimte met semi-publiek karakter (waar het nuttigen van dranken en/of maaltijden plaatsgrijpt), eventueel gekoppeld aan private gedeelten met beperkte oppervlakte (keuken, kantoor,...); voorbeelden zijn cafés, tavernes, restaurants, snackbars,...

Hoogstam

een hoogstammige boom, zijnde een ‘boom van eerste orde’, groter dan 12m. Deze klasse omvat zowel bomen die 15m hoog worden als bomen die 35m halen. Een hoogstam heeft een rechte, takvrije stam en een kroon met een

doorgaande harttak (cf. technisch vademecum bomen, Agentschap Natuur en Bos). Ook hoogstammige fruitbomen zijn hoogstammen. Knotwilgen vormen een uitzondering op deze maten en zijn altijd hoogstam.

Bomenrij

drie of meer bomen op een rij vormen een bomenrij indien er samenhang bestaat tussen de elementen ervan. De afstand tussen de individuele bomen moet zodanig zijn, dat deze als één terreineenheid worden gezien (cf. technisch vademecum bomen, Agentschap Natuur en Bos). Een dreef of laan bestaat uit een of meerdere bomenrijen langs een weg. Ook straatbomen kunnen een bomenrij vormen.

Openbare nuts- en

gemeenschapsvoorzieningen

infrastructuur voor dienstverlening, die wordt opgericht en/of uitgebaat door, of in opdracht van, de overheid of een door de overheid erkende instelling: infrastructuur voor politie, brandweer, begraafplaatsen, onderwijs, sociaal-medische dienstverlening, religie, kinderopvang, culturele voorzieningen,...

Opslag het opslagen van grondstoffen en/of goederen.

Plaatsgebonden bedrijvigheid

activiteiten van een bedrijf dat op één van volgende wijzen met Leuven verbonden is:

- het bedrijf haalt een groot deel van haar grondstoffen en/of tewerkstelling uit de onmiddellijke omgeving (Leuven en buurgemeenten);

- het bedrijft genereert het grootste deel van haar omzet in Leuven door producten of diensten te leveren aan de stad, haar bevolking of hier gevestigde bedrijven;

- het bedrijf heeft in Leuven een patrimonium opgebouwd waarop de bedrijfsvoering gebaseerd is;

- de geschiedenis van het bedrijf is met Leuven verbonden.

In het plangebied gaat het actueel over de bedrijven AB InBev, MetaLeuven, Machiels, BK/ Versele-Laga, Iverlek/ Eandis, Aveve en Agro Kumps (niet-limitatieve oplijsting).

Productieruimte een functioneel geheel van ruimtes die worden benut voor allerhande be- en verwerkende bedrijfsactiviteiten en waar een minimum aantal personen wordt tewerkgesteld, waaraan gekoppeld ruimtes voor bijbehorende activiteiten zoals kantoren, opslag, verkoop en personeelsaccommodatie.

Publiek toegankelijk publiek toegankelijk gebied duidt op de integrale toegankelijkheid voor een breed publiek, al dan niet binnen specifieke tijdsvensters (bv. ’s nachts afgesloten).

Publiek (of openbaar) domein gebied dat in principe onbeperkt in de tijd en voor allen vrij toegankelijk is.

Recreatie een functioneel geheel van ruimtes of terreinen bestemd voor een vorm van vrijetijdsbesteding (uitgezonderd horeca).

Daaronder kan worden verstaan: sport- of speelterreinen, sportaccommodaties en hun ondersteunende functies, terreinen en lokalen van sport- of jeugdverenigingen, ontmoetingscentra, repetitieruimten, kunstenaarsateliers, e.d.

Semi-publiek domein gebied in private eigendom dat per etmaal tijdens vastgelegde perioden voor iedereen vrij toegankelijk is.

Schone productie een infrastructuurgeheel voor bedrijfsactiviteiten die door de aard van hun productieprocessen geen noemenswaardig effect hebben op de omgeving. De hinder en de verontreiniging blijven beperkt tot de eigen ruimtes en de parkeerdruk blijft beperkt tot het eigen perceel.

Geschikte beplanting geschikte beplanting kan ofwel ‘streekeigen’ of inheems zijn in de zin dat ze van nature in de ruime regio (kan) groeien, ofwel kan het gaan om niet-invasieve beplanting die in de context van het plangebied met gemengde bedrijvigheid gezond kan groeien.

Technische ruimte vertrekken waarin de technische uitrusting is ondergebracht, zoals uitrusting voor klimaatregeling, voor verticale circulatie van personen, watervoorziening, ...

Toonzaal een ruimte waarin een prototype van de koopwaren wordt tentoongesteld, maar niet rechtstreeks verhandeld.

Bijvoorbeeld: toonzaal van auto’s, keukens, badkamers, …

Veranderingsgericht en dynamisch bouwen

Veranderingsgericht of dynamisch bouwen kan een sleutelrol spelen in het verlagen van de milieu-impact van de bouwsector. Het anticiperen op toekomstige aanpassingen laat toe om bouwmaterialen te (her)gebruiken en om minder vervuilend en efficiënter te beantwoorden aan de steeds veranderende noden en eisen van gebruikers.

Wanneer het mogelijk is om gebouwelementen te demonteren, te recycleren of te hergebruiken kunnen materiaalkringlopen gesloten worden.

Vloer-terreinindex (V/T) de verhouding tussen de bruto vloeroppervlakte die boven het maaiveld wordt gerealiseerd en de totale oppervlakte van het bedoelde terrein of de bedoelde zone.

Werkplaats vertrek of ruimte ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines.

*Woongelegenheid een functioneel geheel van ruimtes met een gezamenlijke vloeroppervlakte groter dan 40m², enkel bestemd voor permanente en duurzame bewoning. Elke woongelegenheid beschikt naast een leefruimte over één aparte sanitaire cel.

Zone voor gemengde functies in een zone voor gemengde functies mogen diverse functies onderling gemengd of naast elkaar voorkomen. Hierbij zijn alle functies toegelaten zoals aangegeven in de betreffende bestemmingsvoorschriften