• No results found

Politiek-godsdienstige en godsdienstige vercenigingen. Als gevolg van een scheuring in de P(artij) S(arikat) I(slam) I(ndonesia) ging d e centrale leiding der P . S . L I . er toe over, de voornaamste opposanten u i t de partij t e royeeren onder h e t motief, d a t dezen, door de oprichting van een groep m e t coöperatieve richting onder d e n n a a m van „ C o m i t é Penjedar B a r i s a n P . S . L I . " (Comité t o t b e w u s t m a k i n g der P . S . I . I . ) , in strijd h a n d e l d e n m e t de partijwetten en d e n eed, dien zij bij h u n toetreden t o t d e P . S . L I . hebben afgelegd.

Midden April en Mei 1937 voerde de P . S . L I . een zoogenaamde algemeene actie, hierin bestaande, d a t de afdeelingen onder leiding van afgevaardigden van h e t hoofdbestuur openbare vergaderingen belegden. I n deze vergaderingen werd een uiteenzetting gegeven van h e t non-coöperatievo s t a n d p u n t der partij, werden bezwaren tegen belastingen, heerendiensten, desa-lasten en andere n a a r voren gebracht, terwijl ook a a n d a c h t werd geschonken aan de; formaliteiten verbonden aan hot sluiten van huwelijken volgens Islamietischen ritus.

V a n 19 t o t 25 J u l i 1937 h a d t e B a n d o e n g h e t 23ste congres van de partij plaats, w a a r a a n 70 van do 130 afdeelingen deelnamen. H e t congres n a m eenige moties en besluiten aan.

I n de eerste motie werd de overdracht van bevoegdheid van de priesterraden op de 1andraden inzake de regeling van erfrechtsaangelegenheden van I s l a m i e t e n ( I . S. 1937 n°. 116) afgekeurd, terwijl d a a r n a a s t d e meening werd geuit, d a t de I s i a m - g e m e e n s c h a p h e t volste r e c h t bezit t o t h e t oplossen, beslissen en regelen van zaken, welke uitsluitend de instellingen van haren godsdienst raken. Voorts werd de verwachting uitgesproken, d a t d e Eegeering t o t voorzitter en leden der priesterraden deskundige I s l a m i e t e n zal benoemen, zoomede d a t de Eegeering h e t r e c h t om erfeniskwesties t e behandelen aan d e n priesterraad zal teruggeven.

De tweede motie betrof d e instelling van h e t Hof voor Islamietische Zaken, welke geen i n s t e m m i n g kon verwerven. Tevens werd daarin kennis gegeven van liet voornemen om door elke afdeeling der P . S . L I . zoo spoedig mogelijk t e doen ijveren voor d e oprichting van een raad van schriftgeleerden, bestaande u i t vertegenwoordigers van Islamietische vereenigingen van verschillende richting, tor overweging, regeling of beslissing van elk vraagstuk d a t zich voordoet in zake n a l a t e n s c h a p p e n en familiebezit. Ook werd t e k e n n e n gegeven, d a t d e P . S . L I . bereid is t o t samenwerking m e t andere Islamietische vereenigingen o m een algemeen Islam-congres t e organiseeren, d a t streeft n a a r de oprichting van een Islamietisch rechtscollege.

D e derde motie richtte zich t e g e n de ontwerp-regeling van een ingeschreven huwelijk voor hen, wier huwelijksrecht niet bij algemeene verordening is vast-gesteld, als zijnde deze ontwerp-regeling geheel in strijd m e t h e t Islamietische recht. I n d e motie werd tevens t o t uitdrukking gebracht, d a t d i t ontwerp grootere bemoeienis beteckent van do Eegeering in regelingen den I s l a m betreffende, zoodat gehoopt werd, d a t do Eegeering h e t ontwerp n i e t t o t ordonnantie zou verheffen. M o c h t d i t echter h e t geval zijn, dan zou de P . S . L I . hare leden verbieden een huwelijk t e sluiten volgens die ordonnantie.

I n de vierde motie werd de teleurstelling van h e t congres t o t uitdrukking gebracht over h e t plan om Palestina te verdeelen.

H e t congres n a m h e t besluit, h e t royement van de leden, die in 1933 uit do P . S . L I . t r a d e n en zich in de P a r ( t a i ) ' l ( s l a m ) I ( n d o n c s i a ) vereenigden, op t e heffen en h e n in de gelegenheid t e stellen weder t o t de P . S . L I . toe t e treden.

E e n ander besluit betrof d e instelling van een commissie, welke m e t h e t hoofdbestuur van d e ( P a r ( t i j ) I n d ( o n e s i a ) E a ( j a ) zal samenwerken om t e geraken t o t d e bijeenroeping van een algemeen congres, waarop gesproken zal worden over de priesterraden en h e t Hof voor Islamietische Zaken en voorts over de bepalingen, welke de volksbeweging en de volkseconomie belemmeren.

•24 DE STAATKUNDIGE TOESTAND

Hot Comité Penjedar Barisan P . S . U . , een afsplitsing van de P.S.I.T., staande op het coöperatieve s t a n d p u n t , belegde in de eerste m a a n d e n van 1937 op verschillende plaatsen openbare vergaderingen, waarop h e t s t a n d p u n t van de groep werd belicht. Hoewel deze propaganda niet zonder succes bleef, hetgeen valt af t e leiden uit het groote aantal opgerichte afdeelingen (47) in den loop van 1937, begon toch de belangstelling voor deze beweging tegen h e t einde van h e t jaar vooral in Oost-Java t e verflauwen.

De poging van liet hoofdbestuur van de Persatoean Moeslim Indonesia ( P e r m i ) op S u m a t r a o m de tengevolge van h e t vergaderverbod voortgaande desorganisatie der vereeniging te stuiten door alleen actie te voeren op sociaal, economisch, godsdienstig en cultureel gebied, faalde geheel. Tn October 1937 zag het hoofd-b e s t u u r zich genoodzaakt de vereeniging t e onthoofd-binden. Dit hoofd-besluit werd door middel van een circulaire, gericht aan de afdeelingen en de pers, bekend gemaakt.

D e vereeniging Moeliammadijah hield van 8 tot 15 October 1937 t e Jogjakarta haar 26ste congres. Ingesteld werd een ,,Badan Berdjalan Hadji'', d.w.z. een

„ L i c h a a m voor de B e d e v a a r t " , d a t t o t t a a k heeft een organisatie t e stichten, welke aandeelen zal uitgeven voor den aankoop van schepen, w a a r m e d e de leden der vereeniging ter bedevaart zullen k u n n e n gaan. Voorts werd h e t congres de opdracht t o t h e t ontwerpen van s t a t u t e n en huishoudelijk reglement verstrekt voor een op te richten Islamietische bankinstelling. Andere besluiten behelzen, dat gestreefd zal worden n a a r uitroeiing van h e t a n a l p h a b é t i s m e en stimuleering van het moskee-bezoek. Hoewel, evenals in 1936, in sommige streken der Buiten-gewesten de propaganda van Moehammadijah aanleiding gaf t o t eenige wrijving m e t de adathoofden, waren toch gedurende 1937 plaatselijke s y m p t o m e n merk-baar van een wijziging ten goede in de verhouding der Moehammadijah-leiders tot de adathoofden.

Van 19 t o t 24 J u n i 1937 hield de vereeniging van rechtzinnige schriftgeleerden Nahdatoel Oelama t e Malang h a a r twaalfde congres. Op d i t congres werden breedvoerige beschouwingen gegeven betreffende de bevoegdheidsoverdracht inzake erfeniskwesties van den priesterraad op d e n landraad en de ontwerp-huwelijksordonnantie m e t de d a a r a a n verbonden instelling van een burgerlijken stand. H e t congres sprak zich m e t algemeene s t e m m e n uit zoowel tegen die bevoegdheidsoverdracht als t e g e n de ontwerp-ordonnantie.

D e vereeniging van Indo-Arabieren P(ersatoean) A(rab) I(ndonesia), in October 1934 t e S e m a r a n g opgericht, hield van 25 t o t 29 M a a r t 1937 t e Soerabaja h a a r tweede congres. Op dit congres werd t e k e n n e n gegeven dat, daar de politieke h e m e l t h a n s onbewolkt is, de vereeniging behalve op maatschappelijk en godsdienstig gebied zich voortaan ook op d a t van de politiek zou _ gaan bewegen. V a n het politieke s t a n d p u n t van d e P . A . I . werd de volgende uiteen-zetting gegeven: bij de in Nederlandsch-Indië geboren Arabieren vermindert langzamerhand de belangstelling voor h e t s t a m l a n d ; zij h e c h t e n zich hoe langer hoe meer aan h u n geboorteland en voelen zich als landskinderen verplicht om aan d e n opbouw van dit land m e d e t e werken. D i t is de reden, d a t zij m e t de Regeering en andere bevolkingsgroepen wenschen m e d e te^werken aan de politieke ontwikkeling van dit land. Voorts n a m h e t congres in dit verband de volgende stellingen a a n : D e P . A . I . koestert dezelfde idealen als h e t inheemsche volk, namelijk h e t verkrijgen van d e vrijheid van Nederlandsch-Indië. D e P . A . I . , die de souvereiniteit van Nederland erkent, s t e m t momenteel, in m e t h e t streven van de inheemsen en n a a r h e t verkrijgen van een positie, gelijkwaardig m e t Nederland, in een land m e t zelfbeschikkingsrecht, echter binnen h e t Nederlandsch rijksverband, zooals de bedoeling is van de petitie-Soetardjo. Als Islamietische vereeniging erkent de P . A . I . , d a t de Islamietische eenheid boven alle nationale grenzen uitgaat. D e w e t t e n des lands hebben echter de Arabieren van de groep inheemsche onderdanen gescheiden. Als politieke vereeniging zal de P . A . I . streven n a a r opheffing van deze scheiding, opdat h e t doel van de petitie-Soetardjo t e n volle bereikt zal worden, namelijk h e t toekennen van burgerschaps-rechten aan iedereen, die Nederlandsch-Indië op grond van geboorte, afkomst of idealen als zijn vaderland beschouwt.

DE I N W E N D I G E POLITIEKE TOESTAND

I n de overige stellingen k o m t de wenscbclijkheid naar voren, d a t in de vertegenwoordigende raden zetels zullen worden gereserveerd voor de Arabieren en d a t voor de Arabieren, die niet in Nederlandsch-Indië geboren zijn, de mogelijkheid wordt geschapen om Nederlandsen onderdaan t e worden.

De P . A . I . telt 16 afdeelingen, waarvan 9 op J a v a en 7 in de Buitengewesten.

Politieke vereeniging en. De achteruitgang van de Pendidikan Nasional Indonesia ( P . N . I . ) tengevolge van de Begeeringsmaatregelen van Augustus 1933, zette zich in 1937 voort. Gedurende d i t jaar bestond deze vereeniging d a n ook meer in n a a m . Wel bleven de leiders pogingen in h e t werk stellen, vooral langs den weg van mondelinge dan wel schriftelijke cursussen, de beginselen der vereeniging te verspreiden, doch de resultaten waren gering.

Van h e t in 1936 t e Jogjakarta opgerichte ,,Komité Pertahanan Partai Indonesia", d.w.z. h e t ,,Comité tot instandhouding van de P a r t a i I n d o n e s i a " , gevormd door een kleine groep leden van de Partij Indonesia ( P a r t i n d o ) die de ontbinding der vereeniging niet erkenden en pogingen deden om h a a r t e doen voortbestaan, ging gedurende 1937 geenerlei actie uit.

De Partai Indonesia Raja ( P a r i n d r a ) hield van 15 t o t 18 Mei 1937 t e B a t a v i a haar eerste congres. Dit congres n a m h e t volgende b e s l u i t : de P a r i n d r a n e e m t geen coöperatief of non-coöperatief s t a n d p u n t in. M e t de vertegenwoordigende raden wil zij bemoeienis hebben, hetgeen beteekent d a t : I. de Parindra-leden, die reeds in de raden zitting hebben, hier voortaan als vertegenwoordigers van de vereeniging optreden; I I . de vereeniging voortaan zooveel mogelijk vertegen-woordigers in de raden zal zien t e krijgen, zoodat de afdeelingen ook aan den verkiezingsstrijd mogen d e e l n e m e n ; I I I . aan d e leden in vertegenwoordigende raden kan sanctie worden opgelegd, wanneer in een bepaalde kwestie h e t stand-p u n t der vereeniging reeds bekend is en een lid een daarvan afwijkend s t a n d stand-p u n t inneemt. H e t lid heeft d a n de keuze tusschen royeering of zich terugtrekken uit den raad. I s het s t a n d p u n t der vereeniging nog niet_ bekend, d a n is h e t lid vrij, m a a r hij m a g niet handelen in strijd m e t hare beginselen.

Voorts werden nog twee moties aangenomen. I n de eerste werd' de noodzaak naar voren gebracht om de I n h e e m s c h e prauwvaart te verbeteren; bij de Begeering zal worden aangedrongen om zoo spoedig mogelijk een school op t e richten, waar theoretisch en practisch onderwijs aan I n h e e m s c h e zeevaarders wordt gegeven. De tweede motie had t o t doel d e oprichting van zooveel mogelijk Boekoen Tani-afdeelingen t e stimuleeren, weshalve o.m. aan de Begeermg zal worden verzocht H a a r toezicht op die instellingen minder voelbaar t e doen zijn en een andere regeling t e doen vaststellen betreffende I n l a n d s c h e rechtspersonen.

U i t de b e k e n d g e m a a k t e beginselverklaring bleek d a t d e P a r i n d r a streeft n a a r : Indonesia Moelja, d.w.z. V e r h e v e n Indonesië.

Hoewel in d e n verderen loop van 1937 de propaganda intensief ter h a n d werd genomen, viel geen noemenswaardige stijging van h e t ledental t e constateeren.

Volgens de opgave van 1936 telt de Parindra 57 afdeelingen m e t 3425 leden.

D e onder hare leiding op agrarisch-economisch gebied werkzame Boekoen Tani t e l t + 2700 leden.

H e t 22ste congres van de vereeniging Pasoendan had van 26 t o t 29 M a a r t 1937 t e Cheribon plaats. E e n besluit vermeldt, dat het noodige zal worden gedaan ter verkrijging van bescherming van vrouwen- en kinderarbeid. E e n ander besluit betreft d e instelling van verschillende commissies, welke t o t t a a k zullen hebben onderwerpen t e bestudeeren zooals economie, bestrijding van de werk-loosheid, verlichting van belastingen, verkrijging van minimumloon, bestrijding van het analphabétisme en instelling van een weezenfonds.

P a s o e n d a n telt 49 afdeelingen; hare vrouwenafdeeling, P a s o e n d a n Istri, t e l t er 24. Voorts is de vereeniging in h e t bezit van 36 scholen.

I n den loop van h e t jaar werden verscheidene afdeelingen opgeheven.

Bij gelegenheid van de oprichting op 23 Mei 1937 t e B a t a v i a van d e Gerakan Rakjat Indonesia (Gerindo) werd n a a r voren gebracht, d a t doel en streven der vereeniging overeenkomen m e t die der sedert opgeheven P a r t a i Indonesia

( P a r t i n d o ) , echter m e t dit verschil, d a t de Gerindo h e t coöperatieve beginsel

2 6 DE STAATKUNDIGE TOESTAND

huldigt. Zij wil voorts, evenals d e P a r t i n d o d a t was, een vereeniging zijn voor het volk. Volgens artikel 2 der voorloopigc s t a t u t e n stelt de Gerindo zich ten doel h e t verkrijgen van een staatsrechtelijke constructie, gebaseerd op politieke, economische en sociale vrijheid.

Hoewel de invloedssfeer van deze nieuwe vereeniging in den aanvang zich slechts langzaam uitbreidde, n a m h e t aantal opgerichte afdeelingen in den loop van 1937 gestadig toe. Togen hot einde van dit jaar telde zij 27 afdeelingen, waarvan niet weinige in de Buitengewesten.

Jeugdbeweging. H e t ledental van de s t u d e n t e n v e r e n i g i n g Perhimpoenan Peladjar Peladjar Indonesia ( P . P . P . I . ) verminderde sterk, terwijl de contributie-gelden slecht b i n n e n k w a m e n .

Tn de laatste dagen van December 1937 had het zevende congres van Indonesia Moeda t e B a n d o e n g plaats. D i t congres n a m o.m. h e t besluit om de Regeering t e verzoeken h e t verbod van lidmaatschap van Indonesia Moeda voor leerlingen van eenige onderwijsinrichtingen t e doen opheffen. E e n ander besluit vermeldt, d a t de vereeniging een comité zal instellen t o t t a a k hebbende een nationaal jougdcongres voor t e bereiden.

Aan de door h e t hoofdbestuur in de tweede helft van 1936 aangekondigde koerswijziging om aan de vereeniging weder h e t karakter van een jeugdorganisatie t e geven werd uitvoering gegeven, m e t h e t gevolg dat gedurende 1937 geen moeilijkheden werden ondervonden.

Volgens de opgave van 1936 t e l t Indonesia Moeda 1646 leden.

V a n do links georiënteerde j e u g d v e r e n i g i n g e n Per(satoean) P(emoeda) R(ajat) I(ndoncsia) en Soeloeh Pemoeda Indonesia (S.P.I.) ging in 1937 tengevolge van het vergaderverbod geen actie uit,

Inheemsohe vrouwenbeweging. E v e n a l s in 1936 gaf do vrouwenbeweging ook in 1937 weinig' blijken van activiteit.

Eenige organisaties w a r e n op sociaal terrein werkzaam, in h e t bijzonder op dat van do bestrijding van h e t analphabétisme.

H e t in J u l i 1937" te B a t a v i a gehouden congres van de v r o u w e n v e r e n i g i n g Isteri Sedar ( d a t is de „ B e w u s t e V r o u w " ) sprak zich uit vóór do ontwerp-regeling van oen ingeschreven huwelijk voor hen, wier huwelijksrecht niet bij algomeeno verordening is vastgesteld.

Vakbeweging. D e vakcentrale van vereenigingen van inheemsche L a n d s -dienaren, Persatoean Vakbonden Pegawai Negeri ( P . V . P . N . ) hield 25 en 26

December 1937 t o Soerakarta haar' zesde congres. D e besprekingen op dit congres resulteerden in een tweetal moties. I n de eerste werd de B . B . L . 1938 verworpen op grond van het feit, d a t deze gebaseerd is op h e t ras-criterium en voor verschillende lagere betrekkingen de regionale bezoldigingen gehandhaafd blijven, terwijl in de tweede motie aangedrongen werd op intrekking van h e t maandlooners- en werkliedenreglement. Bij de P . V . P . N , zijn 13 vakorganisaties aangesloten m e t 22 386 leden.

De bond van inheemsen pandhuispersonoel, Perserikatan Pegawai Pegadcan Boemipoetra ( P . P . P . B . ) hield van 14 t o t 16 Mei 1937 t e Jogjakarta zijn 23ste congres. Besloten werd, d a t de P . P . P . B . hare afdeelingen en groepen een moment-actie zal laten houden, b e s t a a n d e in h e t op denzelfden d a g beleggen van vergaderingen, waarop h e t lot van d e arbeiders in h e t algemeen besproken zal worden. D e P . P . P . B . t e l t t h a n s 1232 leden.

Op h e t van 12 t o t 17 November 1937 t e B a n d o e n g gehouden 26ste congres van do Persatoean Goeroe Indonesia ( P . G . I . ) werd h e t 25-jarig bestaan van de vereeniging h e r d a c h t . Voorts sprak h e t congres zich uit vóór de invoering van den algemeenen leerplicht.

H e t congres van d e Persatoean Pegawai Spoor dan Tram ( P . P . S . T . ) , een vereeniging van h e t personeel van spoor- en tramwegen, h a d v a n 23 t o t 26 April 1937 t e B a t a v i a plaats. H e t congres n a m een motie aan, waarin t e kennen werd gegeven, d a t de P . P . S . T . zich t e n aanzien van d e kwestie van do salarisregeling geheel aan de zijde van de P . V . P . N . zal scharen.

DE I N W E N D I G E POLITIEKE TOESTAND

Algemeene opmerkingen. Gedurende 1937 word aan drie personen d e bevoegd-heid t o t h e t geven van onderwijs aan minderjarigen ontnomen, hetzij voor bepaalden, hetzij voor onbcpaaldoii tijd.

Achttien personen werden in h e t belang van do openbare r u s t en orde geïnterneerd en 22 geëxterneerd.