Nora knikte, zIJ zou wel eens zl n. Cl sy I"p niet ha""d om haar en dus hoefde zij zich ook nic e ha, ... ~(..1. Het w. s de vraag nog maar, of zij we!e"'ns wcH:om \va ....
"Annie, ga je ev :1 mee .aa!' 111e\'1'OU'V B emhot?", vcrzoctt zij, toen zij zich v.'. t h:-dclen \'erfri~ ... Z m. ar even heen en terug, ik moet een bO'k v or ce ": _ brcngell."
"NatuurliJk, ma"'l' niet treuzele,1 b j menouw DIo_mho!, hoor.
Ik moet dade ijk na l' hui ."
,Ket zo voor:J::uig. 1: ir. ct , i' g n: t cp vi ite", lachte Nora.
Op "eg naa . Bloc l' 0: p s '!c en z!j het huis" n mevrouw Duives eln . .l Ola za'" i 1.1and i.~ ~r. rl t tonI in de voorgalerij lI:;gcn n 11 meni ,g ct t h.t ç;,~ Y W s, bleef z j plotselInO' sta:m.
,Zou ik even "'"an v: .. g 1 , h /!!o et met haar is?", vroeg zij
'elfel~nd .• ,'t I \" I erg 0 vri ct 1 jk zo voorbij te lopen, vind e nl,..t? Als ik n. nl t 1 de
.. Wc!;n, ga O'er 1 t", 5 mde AnI'!ie om 'rld !lIjk toe, .. Maar blijf niet weg, hoor, ga mor f n Iic\'er lOg eens terug."
e een hoofdknikj snelde.L ·o1'a r.c e;r op. B!j de trap van
de do. z zich vergt t had: het was
mevrou ". Dulvest n, c'e 1 e r I ten.
.. P ... rdon, r evrO\ ", i - d!l"ht ct ik Cl"~y zag", "ron chul-diè e zij hapr ko ,;t. "Ik hoorde v~n oe, dat zij zie was; ligt ze mtz'ichlen op bed?"
,,0 men, h t heef ni ts te be ekenE'n, kind", antwoordde me-vron, Dulvcsteln, zich op.ichtend. "Ze voelde zich vannacht a1l"el1 e~l1 beet e a~:eli" v~n die kiczf'ntl'ekkerlj en toen vond de dokter, dat z!j maar liever 'n paar da~en rusten moest, dan naar SChoolgaan. 't Is aardig van je, d, je haar komt opzoeken, maar zij i' niet eens thuL Onderweg was zij alweer beter en nu Is z , g"loof ik, vlinders vamten \'oor haar verzameling. Ik vermoed, d:Jt z~j In de buurt van het "Verloren Land" rond-ct 'aal."
"Oh, dan ga ik maar weer, mevrouw", besloot Nora. "Misseh1en
CISSY WORDT VERMIST
zie ik haar morgen dan w 1 Wilt u haar de groeten van me doen?"
Mevrou 'I D tivc"tein beloofde het en No a keerde n~ar Annic ter 10 ,
"Dat zle}:enbezock is VIl'" afgelopen", achte dc~e, ,:t Is zeker niet el g?"
"Welneen, ze is alweer beter, hoor. Ik heb haar nIet eens ge-sproke 1, zij is na~r het ,,\'crIOlen L n ., g ",n::m om te vUnderen.
Blij toe, ik houd m~t \'.11 zekenbezoek."
adat zij hun bood ha J h ddf>l1 "'ed .. n k erde ·ora naar huls tcru~. terwi I Ann!e (oorl~ p m.ar èe kamlong. Thuis n r te zij haar solJere r',s' np"'ll.jd g'reed en ad~t z.j g g"ton
had en aigcwa .. ~cn znl e zij zi h met de b i" - n van haar vr d .. r
II een bock op liet voo Cl f.
Nu eens lezend, en dan \eer lt i te end I ar\l' de klnn ('n van d go.rne :lU'l lIziek, dIe dro ncnd deor d s me a 'ond z\ 'e fct 'I, ver. tre~k de tIjd in \'!cd;~ g p 11S. D~ 'on 10' in 1 I't 111: J
sloe"" neg .n lIJr, te "ll zij f'j 'delIj • p Ol dOl U:lar IJ d e gaan.
In de stille lm lpong, ':H\ het lev !1 zlch rf:'CC ~ te s open had gelegd, I"lonk plot "1.n'" rumo r \'an temmen. Annie d cht dat het late dobbel ars war 11, die n~::lr hui t 1 u~.c ld 'n, do h op het punt naar binn n te an, z, fT z'j een t ~n~al vreemd in-landers de kampong inl:om n. Toen zij berner -te dat he koelies waren van kam1101 Ij Wongso. die a Ier. in de tuin van meneer Dulvestein wel' ü"n, beO'recp zij dat cr iets bi~zondels arm de hand moest zijn en blcl'f zIJ wac lten.
De mannen verl>preidd" 1 zich over de el \'<,n, klop en bij de bewoners aan en glng01 na e~l1 kort g 'pr j.' weer verd-r. Ein-deliJk verscll"en ook ielT.and op haar erf.
.. TaM, nonna", groette de man ... Heeft nOl 1 a misschien nonna Duivestein 001. gezien?"
"Nonna Dulve tein?", Vl'O (T Annie verbaad. ,Ne n, ik h b haar niet gezien. Wel heb ik van nonna Timmers vanmiddag g"hoord, dél zij naar h t , Verloren Land' was gegaan om vlin-ders te vangen. Is nonna DUlvesteln zoek?"
CISSY WORDT VERMIST
112
"Saja, nonna, ze is nog niet thuis", antwoordde de man som.
ber. "Het "Verloren Land" is doorzocht, maar wij hebben haar niet gevonden. Kassian, waar zou zij kunnen zijn, nonna?"
.. Tlda taoe, (ik weet het niet) je moet nog maar eens vragen", antwoordde Annie. ,Ik heb er niet het flauwste vermoeden van, waar zij heengegaan kan zijn" ....
De koelie verdween met een groet, nog even nagestaard door Annie. Het vreemde nieuws had haar méer verrast, dan ver-ontrust. Cissy zou wel weer terecht komen, meende zij. Zij was geen kind meer dat oppassing behoefde, zij kon hoogstens ver-dwaald zijn. Bovendien 11et het haar betrekkelijk onverschillig.
wat haar overkwam. Zij wenste haar wel geen kwaad toe, maar ziJ zou er heus geen traan om laten, als er eens iets met haar gebeurd was. Dat mocht nu wel gevoellOOS lijken, doch zij had er reden voor. Zij was nog lang niet vergeten, wat zij van dic lieve Cissy te lijden had gehad ....
Toen zij de koelies van kampong Wongso onverrichterzake de weg naar de plaats zag opgaan, ging zIJ naar binnen. En tien minuten later sliep zij vredig, onbewust van de consternatie.
die de verdwijning van Ci sy Duivestein onder de bewoners van de plaats had teweeggebracht.
HOOFDSTUK XVI
IN DOODSGEVAAR
et ontzettend geruch , dat Clssy Duivestein vermist werd, had in de loop van de avond de hele plaats in rep en roer gebracht.
Zoals altijd bij een gewichtige of noodlot ige gebeurtenis, ver-zamelden de bewoners zich ook nu in de voorgalerij van me-vrouw Timmers, omdat men verwachten kon, dat de gezagheb-ber het eerst en het volledigst omtren het gebeurde zou zijn ingelicht.
In deze verwachting werd men niet bedrogen, inderdaad was mevrouw Timmers geheel op de hoogte. Toen Cissy naar het
"Verloren Land" was gegaan om te vlinderen, had zij beloofd om vier uur thuis te zullcn zijn. Om ze uur was zij er echter nog niet, waarop mevrouw Duivestein, ongerust geworden, twee huisbedienden naar het "Verloren Land" had gezonden. Tot haar grote ontsteltenis waren de jongens, buiten adem van het snelle lopen, teruggekeerd met de boodschap, dat zij Cissy ner-gens hadden kunnen vinden. Onmiddellijk had zij daarop laten informeren bij de bewoners van de plaats en toen zij ook daar niet aanwezig bleek te zijn, had meneer Duivestein in grote ongerustheid zijn koelies naar de kampongs gezonden. Zelf had hij een kleine opsporingsbrigade geformeerd en vergezeld van meneer Tlmmers was hij ermee uitgetrokKen, om systematisch de rand van de rimboe na te speuren. Het wachten was nu op hun terugkeer, vóór die tijd kon niemand meer lets aanvangen.
Dat was alles, wat mevrouw Timmers omtrent het verontrus-tende geval te vertellen wist ...•
Het nieuws maakte een diepe lndruk op de bezoek!ters en be-zoekers van de bestuurswonlng. Niemand dacht eraa.n te gaan slapen, allen bleven, alsof het vanzelf sprak, in de voorgalerij op de terugkeer van meneer Tlmmers wachten .
. :t
Is verschrikkelijk voor de Du1 esteins", zuchtte mevrouw Bloemhol. "Wat kan 't kind in 'a hemelanaam overkomen Zijn?"113
IN DOO DSGEVAAR
"Men vermoedt, dat zij lichamelijk niet zo wel was, als het scheen", antwoordde me~rouw Timrners. "Het meest waarschijn-lijk is, dat zij bewusteloos is geraakt en hier of daar Is blijven Uggen. Dat verklaart dan OOd:, waarom zij niet is afgekomen op het geroep van de bedienden."
"Als zij zich maar niet te dicht bij d rimboe heeft gewatlgd en meegesleept is door een tijger", veronderstelde mevrouw PIessaart. de vrouw van een plan er,
"A h, welneen", bromde haar m, n, "we he h"n hier in gf'!en jaren tljgers g zien, Je kunt dagenlnnO' door het oerwoud d 'a-len, zonder i"ts meer te ontmoeten dan een verdoolde aap. Het grove wild zit ho "'erop, daar hoef je hier niet voor te vrezen."
,.Zo, maar het ZOil anders niet de eerste keer zijn. dat een tijger dc bewoonde wereld opzoe' t, als hij honger heeft", merkte meneer Bloemhot op.
"Neen, maar dan w gt I !j zi ook w"'r' lI.k in de bewoonde wereld. D~n slUipt hij de k"m 0 g In en s e It een gcit of 'n rund. Maar hij gaat niet in een d'Jor alle ste~velingen verlaten streek geduldig op de loer l!ggen. of er mIsschien toevallig een diner in zijn buurt verdwn.alt. Neen. het z I wel zijn. zoals me-vrouw Tlmmers veronderstclt, het mei je zal een ongeluk heb-ben gekrrgen",."
Nora. die in haar donker hoekje van de oorgalerij door nie-mand werd opgem r~t en die er niet aan dacht uit eigen bewe-ging naar bed te gaan, zat te rillen van angst tijdens dit ge-sprek, Hoewel Ci sy haar niet zo bijster sympathiek was, was zij nu toch erg met h!lar begaan, Zij stelde zleh voor hoe vreseJ' k het was, hier ot daar hulpeloos neer te liggen in het donker.
met al die huiveringwekkende nachtelijke geluiden van de rim-boe om je heen. ZIJ meende dat zij dat zou besterven van angst als het haar overkwam en zij beklaagde Ci sy dan ook met hartgrondig medelIj den,
De komst van mevrouw Duiveste 11 bracht een onrustig zWijgen teweeg In de voorgalerij. De hevJg beang~te moeder was geheel van streek en duidelijk viel bij het lamplicht te bespeuren, dat
I
IDOODSGEVAAR
zIJ langdurig ge eh eld h"d. cèar ~!. ;'). d medel!:d~n rr.et haar, hoewel mis. ellen nle. land \' 11 0 á:'.n \"CZ~~ n met haar sym-pa hi eerd .
,.Daar ben ik, e-.. rou ." : e
lachje de v org _ 1 r'J in, • .1' _ • • 1 h • al en n hl:!S niet langer meer ui houden. i'- loop d.t' het rr,e n.ct k • !l): ! cemt, da Ik hierheen gekome 1 ben."
,.Volstrekt niet". ar.t "oord 0
, .. :eem plaats, ih Z :1 \:opj Er was in de "ten
na uur sch"(>l1 p ots"l!ng 1
die haar ge'roff n ha . Op
die stil edragen S:1 :-t, 'i!. d e zel! verbrol'c,
da m'n man zelf is g~, n zo I i1?'"
.. Mo d. mevrouw, da
troo-tte mevro w Ttm . elS •• Het I
afgezocht moe worden n zo;,.
10 tlge tijding terugkomen. mo n 'I
t.2.rtcl!' k.
ord !' de ~i "', z!.; c:~
'CS ein
loos , ~l d~e
nl !ct g :cden,
wl nl '
et een
nood-s Ignood-s gebeurd Is. H(>t i !i 'oorb" Id r. bc t mo'" CIc; Y zich bij de vl.ndl'r. d: in 'r!mbo ec :, q ,. 9 • Cl dat zIJ de weg niet meer we t cru e "Ind n. In elk ge 'al Z:l men haar dan bIJ dag!lcht wel 'eten op t poren:'
Mevrouw Duiveste n antwoordde n et op d e "eroncterstellln .
IN DOODSGEVAAR
116
zenuwachtig zat zij op haar zakdoek te bljten. Plotseling keek Iedereen verschrikt op: in de duisternis van het voorerf klonk een snelle, hijgende ademhaling. Het volgende ogenblik ver-scheen er een dravende koelie binnen de llch tkrlng der lampen.
De man viel bij de trap van de voorgalerij neer en bracht in gehurkte houding de gebruikelIJke groet.
"Sald!" .... kreet mevrouw Duivesteln, een van de koelies een schelle kreet geslaakt, waarin al haar spanning en dodelijke ongerustheId zich baanbrak. gun-stige afloop en allen wilden mevrouw Dulvesteln feliciteren.
Deze nam de gelukwensehen snikkend In ontvangst en weldra vond zij haar oude geestkracht terug. De stemmIng In de voor-galeriJ sloeg om en iedereen verdiepte zich nu in gissingen, hoe het ongeluk zich wel toegedragen kon hebben. Mevrouw Tim·
men dacht echtel aan practtacher c11Dpn.
IN DOODSGEVAAR
Mevrouw Duivestein toonde zich dankbaar ingenomen met het voorstel. "Als u niet tegen de last opziet, voorkomt u mijn lletste
wens", verzekerde zij.
"Dan zullen we onmiddellijk een en ander in orde maken", besloot mevrouw Timmers bedrijvig. "We zullen Llen's bed naar beneden laten brengen, dan hoett Cissy nIet naar boven te wor-den gedragen."
In spanning werd nu de komst van de kleIne reddingsbrigade tegemoet gezien. Zij arriveerde om een uur in de nacht, een sombere stoet, die een inderhaast ineengevlochten draagbaar van slingerplanten meevoerde. Cissy was buiten bewustzijn en zag doodsbleek. ZIJ maakte zo'n nare indruk, dat men zou brengen. Dit schouwspel maakte zo'n aandoenlijke indruk, dat het ook de anderen van streek bracht.
Cissy's vader en meneer Timmers verhaalden met ernstig be-zorgde gezichten, hoe zij het meisje gevonden hadden.
"Zij lag in de buurt van .. Vredehot" . Toen wij haar opnamen, kwam zij even tot bewustzijn en kon ze ons nog vertellen, dat het ongeluk om twee uur g'!beurd was, juist toen zij haar laatste vlinder achterna ging. Zij struikelde over een wortel en brak ongelukkig genoeg haar rechterdIjbeen. Het been hebben wij
gespalkt, maar zij heeft zoveel bloed verloren uit de open wonden, dic de breuk veroorzaakt heeft, dat wij vreesden dat zij
htn vervoer hierheen uiet meer overleven IO~"
117
IN DOO DSGEVAAR
"Arm kind", zei mevrouw Timmers mc· '1.rig. "Ze heeft danr dus een uur of tien geleg n. De hemel geve, dat het ongeluk geen nadelige gevol en zal hcbb('n."
Over het sombere gelaat van mene"'r Duiveste'n g eed een zenuwachtige trek. Hij keet schichtig om, 0 zijn vrouw hem ook horen kon en dempte ziJn stem tot een gefluister.
"Ik .... ik zal zal b Ij zijn, als zij het leven er niet bij inschiet, mevrouw", bracht hij moeilijk ult. "Zij lijkt me zo zwak toe, dat ik het ergste reeds vree. Hoe laat zou de dokter hier kunnen zijn?"
"Ik denk tegen twee U'lr, als h!j ter.tond met de a lto vertrok-ken is. Maar kom, meneer Duive tein, u moet de toestand niet zo somber inzien. We mogen het vertrouwen in geen geval verllezen. Wat ik u nog 'rugen wilde: l\lkt het u niet het beste Cis y hier te laten, tot de dokter er geweest is? Het is het
vei-ligst, dunkt me, het onderzoek wijst vanzelf wel uit, of zij mor-genvroeg naar uw ' uis vervo rd kan word n."
Meneer Duivestein kn: : e haar dankbaar toe. "Als Ik dat alles van u vergen mag .... u maakt mij verlegen met zoveel goed-heid, mevrouw."
Mevrouw Timmers weerde die dank hansdg af. "U hoeft zich niet bezwaard e oelen, hoor. Het is ons tot een dure plicht gesteld elkander te helpen", spr k zJj eenvoudig.
Plotseling zag zij Nora op zich toekomen. Zij had het gewaagd haar donker hoekj te verlaten, om naar Clssy te gaan kijken.
Met betraande ogen nam zij de arm van haar moeder.
"Verschrikkelijk, moe , wat ziet ze eruit, hè? Net of ze al dood ts."
"Ja, 't Is aandoenlijk, kindje; er blijkt weer eens ult, dat een ongeluk in een klein hoekje ligt. Maar luister jij eens; Ik dacht dat je allang sliep?"
"Och toe, laat me nog even opbl1jven, tot de dokter er geweest lB, moes", bedelde Nora. "Ik zou toch niet kunnen Slapen van angst en morgen zal ik de schade wel inhalen. Mag ik?"
Mevrouw Timmers knikte, aan slapen viel nu toch niet te
den-IN DO ODSGEVAAR
IN DOODSGEVAAR
120
ken. "In de voorgalerij blijven en niemand In de weg lopen, hoor", vermaande zij.
In angstige verwachting verstreken de uren. Cissy's toestand onderging uiterlijk geen verandering, kreunend en met een bloedeloos gelaat lag zij uitgeput neer. Mevrouw Duivestein week geen seconde van haar zijde, in de hoop dat zij eindelijk eens vertrokken gezicht van CIssy's moeder zag, verzocht hij haar zo-lang in de voorgalerij te willen wachten, hij vreesde voor een uitbarsting tijdens het onderzoek. Mevrouw Tlmmers ontfermde zich over haar en voerde haar met zachte drang met zich mee.
Pas tien minuten later verscheen ook de dokter In de voor-galerij. Meneer Duivestein volgde hem, met een doodsbleek, zenuwachtig vertrokken gelaat en knikkende knieiln.
"De toestand is zeer ernstig, mevrouw", begon de dokter som-ber. "Ik durf welhaast zeggen kritiek. Ik heb uw man uitgelegd.
dat ik nog maar één middel weet om haar te redden en dat Is onmiddellijke bloedtransfusie; uw meisje bloed Inspuiten van een ander." moet onmiddeWJk gebeuren. Maar waar vinden we Iemand op de plaats?"
Mevrouw Dulvestein scheen eindelijk de betekenis van zijn woorden te begrijpen. Zij veerde overeind en gI1mlachte al of zij alle moeilijkheden oPlelost dacht: "Soedah, 1k ben er toeh, dokter?,"
IN DOODSGEVAAR
"awel maar met u durf ik het niet aan", antwoordde de
dok-,.- ,
ter hoofdschuddend. "U hebt tropische koortsen gehad, ook de andere volwassenen van de plaats. Eigenlijk weet ik maar een Cissy misschien kunnen redden", sprak hij ernstig.
Mevrouw Duivestein, diep onder de indruk van het dOOdsge-vaar waarin haar enig kind verkeerde, en slechts bezield door het allesbeheersende verlangen het te redden, vouwde impul-sief de handen en hief ze smekend naar mevrouw Timmers op.
Maar deze had geen bede nodig, om tot haar naastenpl1cht te worden aangespoord. Vragend keek zij haar man aan.
".AL. pa het goedvindt", sprak zij met een zachte glimlach, wel wetend dat deze nooit achterbleef ln menslievend hulpbetoon.
"Och ja, als jij er niets op tegen hebt", stemde meneer Tim-mers toe. "Er Is toch geen gevaar bij dokter?"
,,Niet het minst, daar kunt u op vertrouwen", verzekerde de dokter.
"Nu, dan Is het mij goed. We dienen echter Nora ook eens te polsen. Zij ls weliswaar een kind, maar dit is een aangelegenheid, die haar zelf het meest aangaat. Het betreft hier een vrijwillige liefdedienst, die niet wij, maar iij zal moeten bewijzen. En daar-om dienen we ook haar toestemming te vragen."
Nora had alles verstaan. ZIJ kwam onmiddellijk ult haar hoekje te voorschijn en liep op het kleine gezelschap toe. "Hier ben ik,
Hij nam Nora's lange, schraal uitgegroeide gestalte eens op,
be-IN DOODS GE:VAAt<
studcerC:e haar b'c·l: ' '::lcl: en b-og aar ooglecten even om.
"Het spijt me, dat dn f ik niet te wagen", prak hij hoofd-schuddend. " k wis niet. <l~t ::'~ deze groe'perloc1e al was inge-gaan. Wat zij heeft, heeft zij 7. .f hr rd odig, ze is toch al aan de bloedarme kant. . een, (:ur dur! il: niet aan te beginnen ... "
Zonder het wanhopIg gcb~:lr op ~e n.erten, dat mevrouw Dui-vestein plotseling m,l:..kle. br:trht hij de hand r' an zijn voorhoofd.
"Wacht eens .... cr l:to 1<.1 me ig nl1~k een heel ander meisje voor den geest. Ik h b ha:-reen p ar 1.1:1 .... J onderzocht en Ue herinner mij no ~op.(, d1. zij enn :"racht'g gf'stel had en kern-gezond was .... Soedah. i!t "'C t het al; E{ be oeI dat meisje in de rimboe Annle Blon'c. J\b h:\ r bloed g~_chlk' 1 , zijn we gered.
Waar verblljft zij, no~ alt jd in ct e kUhlpvng? D n zullen we 't haar onmiddellijk gaan vra n .... "
" Maar zij zal er nóé-It i1 tlJC tn'lllwn! ", viel mevrouw
Duive-stein hem met een ~ ':.nho;:>Ir,' stem in de rede. "Noo: • hoort u, dokter! Er 1s te veel \" 0 g~v 1:e:1, z'j ou een tir'n Ci sy's willen redden met slechts é n ct )pel van han blo('d .... "
De dokter keek ho.ar ten hoog~te vnrb"nrd a n. HIJ wilde haar de vraag stellen W!l:.-rom ni t. maar de ~tra!'ke ezlchten van de anderen deed hem cl c ;rn ... g inhoticlen. Hij ','crmoed'e gehei-reen, waaraan hij iet r, k n wlldf'.
Langzaam ehudde j het hoofd "Ja, a s hH zo staat, dan ...•
Langzaam ehudde j het hoofd "Ja, a s hH zo staat, dan ...•