• No results found

5. De buurten en de moskee

6.2 Buurt, veiligheid en thuis voelen

De buurt

Hoe zit het met de tevredenheid over de buurt, het gevoel van veiligheid en het thuis voelen van de bewoners rond de Imam Malik moskee in Leiden-Noord? In de flat tegenover de moskee woont een 30 jarig Turkse vrouw die absoluut niet tevreden is over de buurt en de flat. In het trappenhuis wordt afval op de grond gegooid. Ze heeft wel eens het hele

trappenhuis geveegd, maar vanwege schildklierproblemen doet ze dat niet nog eens. De buurman die boven haar woont, heeft ook een keer het trappenhuis geveegd, maar is daar ook niet meer toe in staat. Helaas houdt niet iedereen zijn eigen deel van het trappenhuis bij. Daarnaast is de vrouw niet tevreden over het aantal voorzieningen in de buurt. De Hoven is afgescheiden van De Kooi door de Willem de Zwijgerlaan. In De Hoven zelf zijn geen voorzieningen. Echter, het merendeel van de bewoners is wél tevreden over het aantal voorzieningen. Ze noemen het winkelcentrum in de Merenwijk op en de Albert Heijn in De Kooi. Maar strikt genomen bevinden deze voorzieningen zich dus niet in de buurt zelf. Gebrek aan een speeltuin of speeltoestellen wordt wél meerdere malen opgenoemd.

Verder vindt de Turkse vrouw dat de verkeerssituatie is verbeterd. Voorheen was er geen fietspad en reden fietsers en auto’s op dezelfde weg voor de flat langs. Nu is er een fietspad achter de moskee langs gelegd, wat het minder druk en minder gevaarlijk maakt. De moskee heeft wel voor grote parkeerproblemen gezorgd. De parkeergarage onder de

moskee is te klein voor het aantal bezoekers. Verkeersregelaars wijzen de bezoekers erop dat ze op het parkeerterrein van het Gymnasium moeten parkeren, maar ook daar is te

32 weinig ruimte. Uiteindelijk komt het erop neer dat de parkeerplekken voor de bewoners gebruikt worden. Bijna alle bewoners van Leiden-Noord klagen hierover. Maar de overlast blijft beperkt tot vrijdagmiddag en de Ramadan. Zoals een 68-jarige man zegt: “op vrijdag tussen 1 en 3 moet je niet weg gaan of thuis komen met de auto, want je kunt je auto niet kwijt.” Over overlast tijdens de Ramadan meer in het volgende hoofdstuk. Qua

verkeersdrukte wordt de Willem de Zwijgerlaan als een zeer drukke weg beschouwd. Maar dat is ook een kwestie van gewenning zeggen de bewoners.

Wat betreft het onderhoud van de gebouwen verschillen de meningen. Zo vindt de 68-jarige man dat er aan de buitenkant wel veel aan gedaan wordt. Maar zijn vrouw (66) is er niet tevreden over. Ze vindt dat de verf afbladdert en het er niet mooi uit ziet. Er wordt eens in de zoveel tijd schoongemaakt en geverfd. Waar het meest over geklaagd wordt is afval en dan niet per se in de trappenhuizen, maar op straat. In het midden van ieder hof, dus tussen de flats in, staan containers. Het komt regelmatig voor dat afval naast de containers wordt gezet, soms hele bankstellen. Bewoners uit de eengezinswoningen vinden dat vervelend, vooral als ze er een heel weekend tegen aan moeten kijken. Maar de situatie schijnt beter te zijn dan tien tot twintig jaar geleden.

Een Nederlandse man (72) jaar vertelt dat hij een tijd als vrijwilliger tussen de flats rond gelopen heeft om afval op te ruimen. Maar, zegt hij, het had geen zin. Als hij in de morgen een rondje deed, lag er in de middag weer afval. Hij vertelt dat een Turks gezin boven hem poepluiers van het balkon naar beneden gooide. “Het is een tijd erg geweest, maar nu valt het wel mee.” Een Nederlands stel beaamt dit: “Vroeger was het erger. (…) Er werd heel veel naar beneden gegooid aan de achterkant van de flats van het balkon af. Het is nu een stuk minder. “ Ook vertellen ze dat er een vrouw in het Charlotte de Bourbonhof woont die alles opruimt, in de flat en tussen de flats. Ook een andere Nederlandse vrouw (65) vertelt over deze vrouw: “ze staat ’s morgens om vijf uur al op, gaat ze papiertjes oprapen. “

Ik ben nieuwsgierig geworden naar deze vrouw en besluit ook haar te interviewen. Het blijkt een Nederlandse vrouw van 72 te zijn, die in een flat woont, maar opgegroeid is in de chiquere wijken van Leiden. Ze vertelt dat ze ’s morgens vroeg een rondje doet, voor en achter de flat. Ze komt dan met een zak vol afval thuis. De meeste mensen zijn haar erg dankbaar, maar zelf ruimen ze niets op. Ze vertelt dat ze de buurtbewoners niet begrijpt: “binnen is het bij alle mensen super schoon en buiten gooien ze alles op de grond. Dat is toch tegenstrijdig?” Ze woont nu 21 jaar in De Hoven en heeft zich in de eerste tijd geërgerd aan al het afval. Nu denkt ze: “ik kan me de hele dag ergeren, maar ik kan het ook opruimen en dan is het weer klaar.” Ook zij zegt dat het minder erg is dan een aantal jaar geleden. De vrouw denkt dat er minder troep wordt gemaakt, omdat ze zien dat zij het opruimt.

33 Uit het bovenstaande blijkt dat niet iedereen even tevreden is over de buurt. Zo schort het aan voorzieningen, onderhoud en het schoonhouden van de buurt. Oftewel de fysieke en functionele dimensie van leefbaarheid (Leby & Hashim, 2010). Echter, meerdere malen wordt gezegd dat de situatie in Leiden-Noord verbeterd is ten opzichte van 10 tot 20 jaar geleden. Een 53-jarige vrouw zegt dat het er allemaal bij hoort in een oude flattenbuurt met goedkope huurwoningen. “Het verpaupert niet, maar ja, er wonen veel buitenlanders, er is zwerfvuil.”

Veiligheid

Op de vraag of ze zich veilig voelt in de buurt antwoordt de vrouw die de buurt dagelijks opruimt meteen ‘ja’. Ze heeft wel eens last van Marokkanen of Turken die vervelende opmerkingen maken, maar ze trekt zich er niets van aan. “Nee, ik ben niet bang. Het heeft geen zin. Anders durf ik straks helemaal niet meer naar buiten.“ De meeste bewoners zeggen dat ze zich veilig voelen en niet snel bang zijn. Echter, de Turkse vrouw van 30, die tegenover de moskee woont, voelt zich niet veilig in de buurt. Ze vertelt dat er in het

Noorderpark zwervers en drugsverslaafden zitten, die bovendien wel eens de flat binnen gaan als de deur open staat.

Opvallend is de mening dat de aanwezigheid van de moskee het voor haar gevoel toch iets veiliger maakt in de buurt. Er komen veel mensen op af en dat geeft haar een veilig gevoel. Bovendien houden de mensen van de moskee het rondom schoon. Voor de komst van de moskee had De Hoven alleen de functie als woonwijk en had het verder geen voorzieningen. De stadssociologe Jacobs (1961) pleitte voor functiemenging in stadswijken om zo diversiteit aan mensen te waarborgen. De straat moet continu in gebruik zijn en daarvoor is diversiteit in functies, zoals wonen, werkgelegenheid en bijvoorbeeld

gebedshuizen, noodzakelijk. De moskee als voorziening heeft voor een toeloop van mensen gezorgd, die het gevoel van veiligheid van de Turkse vrouw hebben vergroot. Deze mensen zijn de eyes on the street en houden de buurt in de gaten. Een doelstelling van het

wijkontwikkelingsplan was van De Hoven een minder geïsoleerde buurt maken. De moskee draagt hieraan bij.

Een Nederlands stel van 58 en 52 jaar voelt zich net als de Turkse vrouw niet altijd veilig in het park. Er wordt gedeald en er zitten verslaafden. Buiten het park om voelen ze zich veilig, maar dat was tot een aantal jaar geleden anders. Naast hun eengezinswoning staat een transformatorhuis dat als ontmoetingsplek werd gebruikt. Daar werd veel gedeald. De vrouw: “ik heb toen het kenteken van de auto doorgegeven aan de politie. Toen hebben de dealers doorgekregen dat de klacht bij ons vandaan kwam. Dat vond ik wel heel heftig.” De man: “ik schrok er wel eens van. Dat wil je niet naast je huis hebben”. Ook een 72-jarige man uit de flat aan de Nieuwe Marnixstraat heeft zich onveilig gevoeld. Tot een aantal jaar

34 geleden hield hij de Marokkaanse jongeren die in de buurt hingen in de gaten en maakte meldingen van overlast als dat het geval was. Hij kreeg vervolgens bedreigingen naar zijn hoofd en het heeft hem twee auto’s gekost. De een vernield, de ander in brand gestoken.

De voorzitter van de wijkvereniging Zwijgers van Noord vertelt over de periode dat het slechter ging met de wijk. Er was veel ruzie en lawaai op straat en er werden veel auto- inbraken gepleegd. Vervolgens kwam er bewaking ’s nachts en werden er wijkagenten voor de buurt aangesteld. Nu gaat het beter. Toch wil de voorzitter iets aan het gevoel van veiligheid doen; hij heeft bij een wijkvergadering een plan voorgesteld om camera’s in de buurt te plaatsen en hij wil betere verlichting aan de achterkant van de flats. Hij zegt: “er is tot nu toe niets gebeurd, maar niemand garandeert dat er niets gaat gebeuren. We kunnen beter voorkomen dan genezen.”

Wat betreft de veiligheid is de situatie de laatste tijd verbeterd, mede door het wijkontwikkelingsplan dat ervoor gezorgd heeft dat de buurt toegankelijker en minder geïsoleerd is. De kans is groot dat ook de situatie in het Noorderpark zal verbeteren. Het theehuis dat daar gebouwd is zal voor een toeloop van mensen zorgen. Dit zal enerzijds het gevoel van veiligheid vergroten en anderzijds de buurtbewoners met elkaar in contact brengen. Zullen de bewoners zich thuis voelen in de buurt, ondanks dat ze over het algemeen niet helemaal tevreden zijn over de buurt?

Thuis voelen

Er worden verschillende redenen opgenoemd waarom bewoners zich thuis voelen in Leiden- Noord. Mensen voelen zich thuis als ze zich veilig voelen in de buurt. De Turkse vrouw die zich onveilig voelt in de buurt, voelt zich dus ook niet thuis. Zij wil liever met haar gezin in De Kooi wonen. Voorheen vond ze het daar minder veilig dan in De Hoven, maar nu het daar drukker is en er meer voorzieningen zijn gebouwd, vindt ze het daar veiliger. Een andere reden voor wel of niet thuis voelen is de woonduur. Mensen voelen zich thuis als ze ergens al lang wonen en alles bekend voor ze is. Een buurtbewoner noemde op dat ze hier nooit meer vandaan zou willen en dat was haar reden dat ze zich hier thuis voelt. Maar het blijft moeilijk uit te leggen waarom iemand zich thuis voelt op de plek waar hij/zij woont. Thuis voelen is vaak onuitgesproken (Van der Graaf & Duyvendak, 2009).

Een alleenwonende Nederlandse vrouw probeert uit te leggen waarom zij zich in Leiden-Noord thuis voelt:

Ik zou niet in Zuid-West willen wonen, niet in De Mors. Ik ben een Leiden-Noord inwoner. Dit is mijn stadsgedeelte. (…) Er zijn buurten waarvan je denkt: dit is mijn buurt niet. Dan klikt het niet. Je moet ook een bepaalde connectie hebben. Als je iets ziet in een winkel, dat je denkt van: dat is het. Daar kun je je vinger niet op leggen. Een gevoel. Dat heeft niet altijd wat met mensen te maken, of met de omgeving, maar meer met de uitstraling. Misschien ook de sfeer, maar dat weet je niet in het begin. Dat kun je niet omschrijven.

35 Tot slot zegt ze waarom ze hier zo graag woont: “Je zit hier ideaal. Vlakbij de binnenstad en station. Ik kan overal heen. En hier kun je ook nog eens een auto kwijt.” De 72-jarige vrouw die de buurt schoon houdt noemt op dat het wonen hier zo goedkoop is. Ook al heeft ze geen goede contacten met de andere buurtbewoners; ze vindt de mensen wel aardig. Ze heeft, zoals ze het zegt, een heerlijk huis. Het is mijn plek. Maar, zegt ze, dat is wat anders als dat ik me hier thuis voel.

De reden waarom een Marokkaanse man (43 jaar) zich thuis voelt in Leiden-Noord is omdat hij hier familie in de buurt heeft wonen. Daarnaast is de peuterspeelzaal voor zijn dochter dichtbij. Ook is hij erg blij zo dicht bij de moskee te wonen. Concluderend, ook al is niet iedereen even tevreden over de wijk en voelt men zich niet overal veilig, de meeste bewoners voelen zich wel thuis in de wijk. Dit heeft verschillende redenen, zoals bekend zijn met de wijk, de woonduur, de nabijheid van voorzieningen en familie, gevoel van veiligheid en het hebben van een prettig huis. Een 82-jarige vrouw die 36 jaar in de buurt woont antwoordt op mijn vraag of ze zich hier thuis voelt: “ja, anders was ik hier niet blijven wonen hè?”

6.2.2 Haarlem-Oost

De buurt

Hoe zit het met de tevredenheid over de buurt, het gevoel van veiligheid en het thuis voelen van de bewoners rond de Selimiye moskee in Haarlem-Oost? Wat betreft verkeersdrukte zijn de bewoners het erover eens dat de Prins Bernhardlaan, de weg waaraan de moskee ligt, een drukke weg is. Via deze weg rijden veel mensen Haarlem binnen. Een deel van de mensen neemt vervolgens de Zomervaart, om snel in de binnenstad te komen. Doordat de meeste geïnterviewde bewoners in oude en slecht geïsoleerde huizen wonen kunnen ze de verkeersdrukte wel merken, maar ze zijn eraan gewend geraakt. Naast de normale

verkeersdrukte is het op vrijdagmiddag extra druk door de moskeebezoekers. Een 62-jarige Nederlandse man die in de Slachthuisbuurt woont: “dan komt er 2500 man [sic] naar de moskee en dan staat de hele wijk vol met auto’s. Ze blokkeren de hele wijk.“ Een 35-jarige Nederlandse vrouw over het parkeren: “parkeren kan hier nog gratis, er is altijd wel plek. Behalve op vrijdagmiddag, dan is de moskee gaande.” De moskee heeft een aantal

parkeerplaatsen, maar dat is niet voldoende. Daarnaast is het net als in Leiden-Noord tijdens de Ramadan erg druk.

De meeste buurtbewoners vinden dat de wijk goed schoongehouden wordt. De bewoners ruimen zelf wel eens zwerfafval op en er komen afvalprikkers langs. Er wordt regelmatig geveegd en de plantsoenen worden goed bijgehouden. De situatie is verbeterd sinds er ondergrondse containers zijn geplaatst. Daar wordt zelden nog afval naast gezet. Een 72-jarige vrouw zegt wel eens de steeg achter de huizen te vegen, omdat de andere

36 bewoners dat volgens haar niet doen. Met andere bewoners bedoelt ze voornamelijk de mensen aan de andere kant van de steeg. Ze zegt erover: “gewoon mensen die niks doen aan hun huis en tuin. En maar gillen en schreeuwen die kinderen. Gras van drie jaar geleden zit nog te drogen.” Hondenpoep wordt door enkele bewoners problematisch gevonden. Wat de buurt betreft wordt er niet heel veel geklaagd, ook over voorzieningen zijn de bewoners tevreden. In het Reinaldahuis, gelegen aan het Burgemeester Reinaldapark zit onder andere een huisartsenpraktijk, fysiotherapie, een apotheek, een kapper en een bibliotheek.

Daarnaast zijn er winkels in de Amsterdamse buurt en het iets verder gelegen Schalkwijk. De bus naar Amsterdam of Zandvoort is op loopafstand en het centrum van Haarlem is vlakbij.

Het voormalige wijkraadslid van Parkwijk-Zuiderpolder noemt op dat de onvrede van bewoners voornamelijk zit in de staat van onderhoud van de huizen. In Parkwijk zijn nieuwe flats en laagbouw gebouwd, om op deze manier de wijk wat op te vijzelen. Deze woningen zijn duurder en worden voornamelijk bewoond door blanke mensen. De oude flats komen aan hun eindtijd, maar zijn kort geleden nog opgeknapt. De woningen in de flats zijn

goedkoop en staan nooit lang leeg, omdat ze gewild zijn bij mensen met lage inkomens. Uit het bovenstaande blijkt dat de buurtbewoners over het algemeen tevreden zijn over de wijk. Het kan druk zijn met verkeer en de meeste woningen zijn oud. Wat betreft de functionele en fysieke dimensie van leefbaarheid is er dus nog wel het één en ander op de wijk aan te merken (Leby en Hashim, 2010). Desondanks zijn de bewoners niet klaagzaam. Veiligheid

Tussen de woningen aan de Zomervaart en de Dirk Schäferstraat is een steeg met aan de uiteinden een poort. De bewoners doen deze poort altijd op slot en dat doet het gevoel van veiligheid van deze bewoners goed. Toch gebeurt er wel eens wat aan de Zomervaart. Zo is een man een keer het huis van twee oudere mensen binnen gedrongen en heeft ze

mishandeld. Een 58-jarige vrouw die een aantal huizen verderop woont zegt: “toen was ik wel even bang. Dat voel je wel even een weekje. Maar dat gevoel is weer weggetrokken.” Als er wordt aangebeld bij haar kijkt ze altijd eerst door het raam in de woonkamer om te weten wie er staat. Als het donker is doet ze de deur niet meer open. Een man (61) vertelt dat hij een cipiersluikje in zijn voordeur wil maken, zodat hij kan zien wie er voor de deur staat. Hij zegt: “Je weet het uiteindelijk maar nooit. Je moet het ook niet uitlokken. En om nou iedere keer door het raam (in de woonkamer) te kijken…“ Hij voelt zich overigens ‘uitstekend veilig’.

Meerdere malen wordt gezegd dat het veilig of niet veilig voelen hem zit in de verhalen die worden verteld. “Je wordt bang gemaakt”, zegt een Nederlandse vrouw (72). Ook zeggen de mensen die in een bovenwoning wonen zich veiliger te voelen. Daarnaast wordt opgenoemd dat de meeste mensen hier lage inkomens hebben en er daardoor niet

37 veel te halen zal zijn. Een Marokkaanse vrouw van 38 jaar woont aan de drukke Prins Bernhardlaan. Ik vraag haar of ze zich veilig voelt op straat en ze zegt:

Ja, ik voel me wel veilig hier, heb nooit problemen gehad. Ik hoor ook van de verhalen van inbrekers. Bijvoorbeeld in Schalkwijk. Maar hier is het wel veilig. Misschien is het ook door het verkeer, het is altijd druk met auto’s.

Dit is vergelijkbaar met wat de Turkse vrouw in Leiden-Noord zegt over haar gevoel van veiligheid door de komst van de moskee. Door drukte en diversiteit aan mensen voelen mensen zich veiliger (Jacobs, 1961).

Hoewel in de Slachthuisbuurt de meeste bewoners zich veilig voelen is de situatie aan de Hasebroekstraat in de Van Zeggelenbuurt anders. Dit zijn woningen die bij het verzorgingshuis Reinaldahuis horen. Ik interview een 87-jarige vrouw en ze vertelt dat hier een aantal keer mensen zijn opgelicht of overvallen. De meeste mensen zijn nu erg bang en doen de deur niet meer open als ze niemand verwachten. De vrouw zegt niet bang te zijn en doet altijd de deur open:

Op een zondag zat ik hier, werd er op het raam geklopt aan de achterkant. Stond er een