• No results found

bruidegom ter zake vau het huwe- huwe-lijk gemaakte onkosten ?

In document mr 0093 2754 (pagina 127-136)

3. Als bij vonnis n°. 2. 3. Als bij vonnis n°. 2.

W i j z e van o p s p o r i n g v a n h e t a d a t r e c h t . Als bij vonnis n°. 1 (blz. 115).

O p m e r k i n g e n .

Als bij vonnis n°. 2 (blz. 118).

Vonnis van deiizelfden laudraad, 15 September 1 9 0 5 .

Voorzitter dezelfde.

J O E Z O Ï MAKAUOW en

BêAïEis LOEMANGDANG, verzoekers.

Verzoekers hebben bij gemeenschappelijk request verzocht dat de 1 an draad h u n , als voren gesloten, huwelijk door echtscheiding zal ontbonden verklaren daar zij een jaar hebben samengewoond doch niet gelukkig met elkaar zijn en daarom zijn overeengekomen van elkaar te gaan.

Ter zitting hebben zij als bijzondere reden van het uitblijven van huwelijksgeluk opgegeven dat de man ziekelijk is.

De beslissing luidt : Ten aanzien v a n het B e c h t :

Overwegende d a t volgens de in de Minahasa heersehende a d a t kabiasaän een der gronden van echtscheiding is h e t overeenstemmend verhingen v a n beide echtgcnooten met dien verstande evenwel d a t voor dat verlangen een deugdelijke reden behoort te b e s t a a n ;

Overwegende dat in casu a a n dien eisch niet i s ' v o l d a a n , weshalve partijen met haar verzoek niet ontvankelijk behooren te worden verklaard;

Gelet op art. 98 van het Menado-Reglement (Stbl. 1882 N° 27) en a r t . 75 van h e t Begeeringsreglement;

Rechtdoende:

Verklaart partijen met haar verzoek niet ontvankelijk;

Compenseert tussohen partijen do kosten v a n het geding tot op heden begroot op f5.50 mot dien v e r s t a n d e , d a t ieder van haar daarvan de helft zal hebben te betalen. ')

' ) De beslissing is geformuleerd alsof het hier een contradictoir geding gold, terwijl de aard van het gedaau verzoek scheen mede te brengen dat de vorm van eene beschikking op request zou worden gevolgd.

R e c h t s v r a a g .

Moet, als beide echtgenooten echtscheiding (ontbinding van het huwelijk) verzoeken op gemeen-schappelijk verlangen, de toewij-zing van het verzoek uitblijven indien het niet op deugdelijke redenen berust?

B e s l i s s i n g .

Bevestigend beslist (zie, in den-zelfden zin, C A E P E N Ï I E B A L T I N G ,

//Eegeling enz.// I , 1 , blz. 80).

Ontbinding van het huwelijk op gemeenschappelijk verzoek behoort volgens de constante jurisprudentie van den landraad te Menado te

worden toegestaan , echter alleen wanneer het doen voortduren van liet huwelijk den rechter inderdaad voorkomt te zijn tegen der echt-genooten welbegrepen belang.

W ij ze v a n o p s p o r i n g v a n h e t a d a t r e c h t . Als bij vounis n°. 1 (blz. 115).

W i j z e v a n h a n t e e r i n g v a n h e t a d a t r e c h t .

In het rapport Kalëngkougan c. s. wordt niet vermeld d a t , waar de gemeenschappelijke wil der echtgenooteu om het huwelijk te ontbinden gebleken i s , aan iemand het recht zou toekomen zich tegen dien wil te verzetten (boven blz. 7 9 — 8 0 ) . Volgens de oor-spronkelijke adat verklaarden de echtelieden hun wil in tegen-woordigheid van getuigen en gingen te gelijker tijd tot verdeeling van de tot de huwelijksgemeenschap behoorende goedereu over.

Daardoor was de ontbinding een feit geworden.

Aangenomen mag worden dat de rechter, de gegrondheid van het verzoek aan zijn oordeel onderwerpende, daarmede voldoening heeft geschonken aan het zich wijzigend rechtsgevoel der justitiabelen.

5.

Vonnis van denzelfden laudraad, 28 Augustus 1897.

Voorzitter mr. J . H . Carpeutier Alting.

R. TüEMëNGKOL e s . , eischers, tegen

J . PONDAAG c. s., gedaagden.

De eischers hebben in substantie gesteld dat zij zij u aangenomen kinderen en dus erfgenamen van wijlen de Christeniulandsche vrouw LOUISE N E L W A N , voor welker begrafenis zij hebben gezorgd; dat de door de erflaatster nagelaten roerende en onroerende goedereu in haudeu zijn van de gedaagden, stiefkinderen van Louise Nelwan.

Hoewel het niet uitdrukkelijk is gesteld, moet worden aangenomen dat zij de gedaagden als medegerechtigden tot de nalatenschap van Louise Nel wan erkennen; immers strekt de vordering daartoe dat de laudraad de gedaagden zal veroordeelen om met eischers over te gaan tot scheiding en deeling van de nagelaten goederen //dan wel,

bij onwil oui daartoe over te gaan, tot betaling van de som van f 167 als vergoeding van de door eischers voor de begrafenis der eriiaatster gemaakte kosten//.

De gedaagden erkennen te zijn de stiefkinderen van Louise Nelwan, daar n.1. hun vader, MANUEL PONDAAG, na het overlijden van zijn eerste vrouw , Magdalena Wënas (moeder van gedaagden), met Louise Nelwan is gehuwd ; dat eischers adoptiefkinderen van de laatste zouden zijn wordt ontkend; de begrafenis van Louise Nel wan is alleen door gedaagden bezorgd ; inderdaad zijn gedaagden in het bezit van één onroerend goed, nagelaten door Louise Nelwau ; de andere, door eischers opgegeven, en ook in het bezit van gedaagden zijnde, onroerende goederen hebben echter behoord tot de nalatenschap van Manuel Pondaag en Magdalena Wënas ; de roerende goederen van Louise Nelwan zijn in bezit niet van gedaagden, maar van eischers zelf, en behooren nu aan gedaagden te worden uitgekeerd daar zij de eenige erfgenamen van Louise Nelwan zijn.

I n conventie wordt dus door gedaagden geconcludeerd tot ontzegging, in reconventie tot veroordecling van eischers om de evenbedoelde roerende goederen aan hen uit te leveren, alles met de kosten.

Ter zitting zijn de sustenu's van partijen in zoover aangevuld d a t : a. eischers betoogen als adoptiefkinderen van Louise Nelwan ook medegerechtigd te zijn tot de nalatenschap van Manuel Pondaag, en b. gedaagden betoogen gerechtigd te zijn tot de nalatenschap van Louise Nelwan omdat zij de begrafeniskosten èn van deze vrouw èn van haren vader Saul Nelwau hebben betaald.

W a t de opgevorderde goçdereii betreft i s , na plaatsopneming en verhoor van partijen, gebleken dat :

a. roerende goederen van wijlen Louise Nel wan niet aanwezig zijn ; b. van de opgevorderde en in het introductief request bepaald aangewezen gronden slechts één perceel behoord heeft aan Louise Nelwan ; de overige hebben deels behoord hetzij aan Manuel Pondaag hetzij aan Magdalena Weuas, en zijn dan door hen ten huwelijk aangebracht, deels zijn ze staande huwelijk door laatstgemeldeu ver-worven.

Omtrent de gestelde adoptie levert het onderzoek ter zitting het volgende op :

Door eischers wordt een met een kruisje geteekende schriftuur, getiteld r/soerat pengaJcoean», overgelegd , volgeus den inhoud waarvan Louise Nelwau op 1 Maart 1894 zou hebbeu verklaard de eischers als kinderen te adopteeren. De gedaagden ontkennen echter de

be-wijskracht vau deze schriftuur op grond dat 1°. het stuk niet is opgemaakt met medeweten van het districtshoofd en van alle familie-leden met inbegrip van de gedaagden ; 2°. de akte niet is ge-schreven en evenmin behoorlijk geteekend door Louise Nelwaii, adoptante; 3°. de daarin voorkomende namen van getuigen namen zijn van familieleden van de eischers.

Daarop wordt door eischers betoogd dat bij hunne adoptie wel twee kepala's djaga 1 zijn tegenwoordig geweest, maar niet de hoe-koem toea van Tonsëa Lama daar deze verhindering h a d , zijnde hij wel opgeroepen, en dat tevens eenige familieleden van Louise Nelwan — echter niet alle — daarbij zijn geweest en verder bij die gelegenheid een feest is gegeven, zijnde de overgelegde akte toen dadelijk opgemaakt en geteekend.

Drie personen, als getuigen gehoord, verklaren —

1. LAMBERT P A K A S I : dat hij op 1 Maart 1894 door Louise Nelwau geroepen, werd om ten huize van Bastiaau Tampi (mede-eischer) te komen en daar toen ook vond Bastiaau Toemëngkol en Johannes K i l i r , waarop Louise Nelwan in tegenwoordigheid vau die allen verklaarde dat zij de eischers aannam als kinderen ; dat daarbij ook een broeder en zuster van Louise Nelwan tegenwoordig waren en dat na die adoptie een feest is gegeven, waar, zoover getuige weet, geen didikoer (zie blz. 128) werd gegeven.

2. W I L L E M TOEMÖNGKOL, hoekoem toea van Tonsëa Lama : dat hij op een d a g , geruimen tijd — g e t u i g e meent wel anderhalf j a a r — g e -leden, eens is geroepen geworden om bij Louise Nelwan, ten huize van eischer T a m p i , te komen zouder dat hem werd gezegd waarom hij geroepen werd, en dat hij niet is gegaan omdat hij verhindering had ; dat hij later wel gehoord heeft dat Louise Nelwan toen de eischers als kinderen heeft aangenomen en ook dat er een feest is gevierd, maar dat hij zelf uit eigen ervaring daaromtrent niets weet ; dat volgens de gewoonte in Tonsëa Lama bij aanneming 2 het negorij-hoofd of een der kepala's djaga, als waarnemende diens functie en op zijn last, alsmede de familieleden van beide partijen behooren tegen-woordig te zijn e n , als eene akte wordt opgemaakt, deze door die

1 Ondergeschikte politiehoofden (elke negorij is verdeeld in twee of meer djaga's); de Alfoersche titel is „oekoeng". Lager d a n de kepala's djaga staan de mewêtêngs, letterlijk: verdeelers, welk woord duidt op de verdeeling v a n het werk in de t u i n e n , bij den heerendienst enz. Zie hoven blz. 6 n t 2 , blz. 94 n t 2 en blz. 4 regel 4 v. o.

'2 Bedoeld is : adoptie.

allen moet worden onderteekend ; dat volgens die gewoonte tevens een didikoer (meestal een stuk katoen of ander geschenk) als teeken der erkenning (adoptie) behoort te worden gegeven zoo aan den adoptant als aan den geadopteerde; dat verder volgens die gewoonte, als de adoptant hetzij eigen kinderen hetzij stiefkinderen heeft, deze ook bij die adoptie moeten geroepen worden ; dat Louise Nel wan tijdens haar leven eerst langen tijd is onderhouden en verzorgd door de g e d a a g d e n , maar in den laatsten tijd van haar leven is komen in-wonen bij eischer T a m p i , getuige weet niet waarom, en dat eischers en gedaagden te zamen voor de begrafenis hebben gezorgd ; enz.

3 . CHAELES M A N O P P O , kepala djaga te Tonsëa Lama : dat hij Louise Nel wan gekend heeft en haar volle neef was; dat hij niet weet van een door haar gedane aanneming van eischers als hare kinderen en, ware deze geschied, als bloedverwant daarbij had moeten tegen-woordig zijn ; enz.

De beslissing, ten aanzien van het r e c h t , l u i d d e : A. t e n aanzien v a n de vordering in conventie:

dat de eischers, stellende aangenomen kinderen te zijn v a n wijlen Louise N e l w a n , weduwe v a n Manuel P o n d a a g , en tevens d a t gemelde Louise Nelwan rechthebbende was op vijf stukken grond en eenige roerende goederen die in bezit zouden zijn v a n gedaagden en (hoezeer dit niet uitdrukkelijk is ge-poseerd, tevens blijkbaar aannemende) dat de gedaagden mede rechthebbenden op deze goederen zouden zijn, gevorderd hebben dat de gedaagden veroordeeld zullen worden m e t hen tot verdeel ing dier goederen over te gaan d a n wel h u n de gelden te vergoeden die zij voor kosten der begrafenis v a n gemelde Louise Nelwan hebben besteed, t e n bedrage v a n f 167 ;

dat de gedaagden ontkend hebben dat eischers zouden zijn geweest de aangenomen kinderen van Louise Nelwan m a a r daarentegen gesteld hebben dat zij, als kinderen v a n voormelden Manuel P o n d a a g , u i t diens eerste huwelijk m e t Magdalena W e n a s , en omdat zij de kosten der begrafenis van Louise Nelwan hebben g e d r a g e n , uitsluitend gerechtigd zouden zijn t o t do nalatenschappen, zoowel van hunne eigen ouders als v a n h u n n e stiefmoeder Louise Nelwan en d a t a a n eischers geen recht hoegenaamd op die nalaten-schappen zou toekomen en op dien grond hebben geconcludeerd tot ont-zegging van den eisch;

dat enz. (betreft de gronden en de roerende goederen) ;

dat in de eerste plaats moet worden onderzocht of eischers er in geslaagd zijn h e t bewijs te leveren v a n h u n positum dat zij zijn de aangenomen kindoren v a n Louise Nel wan;

dat zij daartoe hebben overgelegd eene onderhandscho gezegelde akte d i e , door Louise Nelwan slechts met een kruisje geteekend, niet als bewijsstuk in rechten k a n gelden en drie getuigen hebben doen hooren uit wier, boven geresumeerde, verklaringen blijkt d a t slechts één er v a n , PAKASI , uit eigen ervaring weet d a t de a a n n e m i n g heeft plaats g e h a d , terwijl een a n d e r , WILLEM TOEMENGKOL, wel gehoord heeft dat dit zou zijn geschied maar zelf d a a r a a n niets weet, terwijl die beide getuigen, evenals de d e r d e , CHARLES

MAHOPPO , verklaard hebben te weten dat ook de oisehers voor de begrafenis van Louise Nelwan hebben zorg g e d r a g e n ;

dat omtrent de wijze waarop de adoptie zou geschied zijn, eerstgemelde g e t u i g e , PAKASI, voorts verklaard heeft dat daarbij geen didikoer is gegeven doch wel een feest en dat slechts twee bloedverwanten van adoptante en twee kapalas djaga daarbij zijn tegenwoordig geweest doch niet de hoekoem toea (Willem Toemengkol) daar deze, wel is w a a r , is opgeroepen doch ver-hindering h a d ;

dat deze laatste verklaring gedeeltelijk is bevestigd door de verklaring van gezegden hoekoem toea die enz. ;

d a t , hoezeer volgens het oorspronkelijke gewoonterecht in het district Tonsea een a d o p t i e , om wettig te zijn, behoort te geschieden in tegen-woordigheid van den hoekoem toea of diens wettigen vervanger alsmede van alle familieleden, waarbij aan de geadopteerden een geschenk (didikoer)') en eveneens een geschenk aan den adoptant moet worden gegeven en de plechtigheid gevierd moet worden met een feest, waarop alle oude menschen uit de negorij worden genood, niettemin gebreken in die adoptie niet meer ter zake doen wanneer de geadopteerde kinderen in de kosten der begrafenis van den adoptant hebben bijgedragen en dit niet door de andere familieleden verhinderd of daartegen door hen geprotesteerd i s , daar de geldigheid eener adoptie, uitsluitend familiebelangen specteerende, alleen ter beoordeeling der familie staat en uit het feit dat deze familie de bijdrage in de begrafenis-kosten heeft aangenomen of' ten minste zonder protest toegelaten, nood-zakelijk voortvloeit dat zij de adoptie heeft erkend als g e l d i g ;

dat mitsdien de L a n d r a a d als bewezen aanneemt dat de eischers inderdaad zijn aangenomen kinderen van wijlen Louise Nelwan, tot hare nalatenschap gerechtigd ;

dat tusschen partijen vaststaat dat zekere Manuel P o n d a a g voor de eerste maal is gehuwd geweest met Magdalena W e n a s , uit welk huwelijk de gedaagden zijn gesproten; dat na ontbinding van het huwelijk door den dood der vrouw geen verdeeling van de huwelijksgemeenschap heeft plaats gehad ; en dat Manuel P o n d a a g later voor de tweede maal is gehuwd geweest met Louise N e l w a n ; welke laatste na den dood van haren m a n , gelijk boven is aangenomen, de eischers als hare kinderen heeft geadopteerd;

dat nu moet onderzocht worden welk recht de eischers als geadopteerde kinderen van Louise Nelwan en welk recht de gedaagden als kinderen van Manuel P o n d a a g en Magdalena W e n a s hebben op de goederen in het intro-ductief request vermeld ;

dat zijn opgevorderd vijf stukken grond ten aanzien van één waarvan tusschen partijen vaststaat dat het aan Louise Nelwan persoonlijk toebehoord heeft vóór haar evenbedoeld huwelijk, al. het perceel grond gelegen te Soemoeda ;

dat ten aanzien der andere gronden de eischers er niet in geslaagd zijn bewijs te leveren voor de juistheid hunner bewering dat ook die aan Louise Nel wan zouden hebben toebehoord, zoodat, overeenkomstig het beweren van gedaagden moet worden aangenomen dat twee daarvan n.1. dat te Simbel en dat te Tinakoean krachtens erfrecht hebben behoord aan Manuel P o n d a a g en de twee a n d e r e , n.1. die te Toolap en te Tonsealama , door Manuel P o n d a a g en Magdalena W e n a s zijn verkregen gedurende h u n huwelijk ; 2)

d a t , volgeus het in het distriet Tonsea geldend gewoonterecht, bij eerste

huwelijk tussclieii de echtgenooten algeheele gemeenschap van goederen â) b e s t a a t , waarin dus vallen zoowel de goederen door ieder der echtgenooten vóór h u n huwelijk v e r k r e g e n , als die door beiden tezamen verkregen staande huwelijk;

dat bij ontbinding van het huwelijk ook de gemeenschap onthanden wordt en alle daartoe behooronde goederen in tweeën worden gedeeld, de helft voor de vrouw of hare erfgenamen, de wederhelft voor den man of diens erfgenamen.

dat voorts, indien na ontbinding van het huwelijk, een der echtgenooten een tweede huwelijk a a n g a a t , ook tussohen hen weder algeheele gemeenschap van goederen bestaat en omtrent de verdeeling dier gemeenschap dezelfde regelen gelden die zooeven o m t r e n t de verdeeling der gemeenschap bij eerste huwelijk zijn gesteld;

dat hieruit volgt a. dat de gronden in geschil, gelegen te Simbel, Toelap, Tinakoean en in de negorij Tonsealama, behoord hebben tot de gemeenschap bestaan hebbende tusschen Manuel P o n d a a g en zijne echtgenoote Magdalena W e n a s en dus t h a n s komen voor de helft aan de erfgenamen van Magdalena W e n a s , zijnde de g e d a a g d e n , b. dat de wederhelft dier goederen gevallen is in de gemeenschap bestaan hebbende tusschen Manuel Pondaag en zijne tweede echtgenoote Louise Nelwan, waarin ook gevallen is het perceel te Soemoeda, ten introductieven requests genoemd en dus daarvan toekomt de helft aan de erfgenamen van Manuel P o n d a a g , zijnde de gedaagden, de wederhelft aan de erfgenamen van Louise Nelwan, zijnde de eischers;

dat ten aanzien der in conventie ter verdeeling opgeëischte roerende goederen, bij ontkentenis der g e d a a g d e n , niet is bewezen dat die in h u n bezit zijn;

d a t mitsdien de in conventie gedane eisch in hoofdzaak behoort te worden toegewezen, terwijl (volgt oen overweging over de begrenzing der gronden);

dat de scheiding en deeling der gemelde goederen behoort te geschieden ten overstaan van een lid uit deze r e c h t b a n k ;

dat enz. (omtrent de kosten);

B. ten aanzien van de vordering in reconventie:

dat deze, daar eischers hoegenaamd geen bewijs voor h u n , door gedaagden o n t k e n d , positum hebben kunnen aanvoeren, behoort te worden ontzegd, met h u n n e veroordeeling in de daarop gevallen kosten;

Gelet enz.

Rechtdoende :

Ten aanzien der vordering in conventie;

Wijst die in hoofdzaak t o e ;

Gelast de gedaagden om op een, op verzoek der meest gereede partij door het lid van deze r e c h t b a n k , J. H. Palonkaboe, die ten deze tot commissaris wordt benoemd, te bepalen d a g , plaats en u u r , met- do eischers over te gaan tot scheiding en deeling der g r o n d e n , omschreven in de in rechte overgelegde schetskaarten;

Verstaat dat deze verdeeling zal geschieden in dier voege dat hot perceel gelegen te Soemoeda voor de helft zal worden toebedeeld aan de gezamenlijke eischers, voor de wederhelft aan de gezamenlijke g e d a a g d e n ; dat het perceel enz. enz. ;

Verstaat dat van die scheiding en deeling zal worden opgemaakt een procesverbaal en de hoekpunten der perceelen zoowel als de aan te wijzen deelen daarin door vaste merkteekenen zullen worden aangeduid;

Gelast dat, de kosten op de scheiding en deeling vallende enz.;

Ontzegt het anders of meer geëischte;

Veroordeelt de gedaagden in de kosten van het g e d i n g , tot heden begroot op

Ten aanzien der vordering in reconventie;

Ontzegt d i e ;

Veroordeelt de eischers in de kosten daarop gevallen , begroot op nihil.

!) //didikoer// (Tonsëasch) = //lilikoer// in het Tomboeloesch en Tontëmboansch. Zie hierover CABPENTIEB, A L T I N G , //Regeling enz.//

1 , 1 , blz. 1 2 7 , waar ook over de andere formaliteiten bij de, adoptie in acht te nemen wordt gehandeld; zie ook boven blz. 1 2 5 .

à) De landraad nam dus aan dat de bewering van gedaagden, in wier handen zich de gemelde gronden bevonden, omtrent de herkomst dier gronden in dit geding als juist behoorde te worden aangenomen, zoolang eischers niet de onjuistheid daarvan konden bewijzen.

3) //Algeheele gemeenschap// : algemeen Minahasisch recht is dit zeker niet.

W i j z e v a n o p s p o r i n g v a n h e t a d a t r e c h t .

Voor zooveel betreft de rechtsvraag omtrent de wijze waarop in Tonsëa de adoptie behoort te geschieden, heeft de rechter zich doen voorlichten door d e , mede als getuigen gehoorde, personen van Willem Toemëngkol en Lambert Pakasi, van wie de eerste was hoekoem toea, negorijhoofd, van Tonsëa Lama.

W i j z e v a n h a n t e e r i n g v a n h e t a d a t r e c h t . Opmerking verdient de wijze waarop, volgens den inhoud van het vonnis, de gelaste verdeeling van den grond moet worden tot stand gebracht. H e t Menadoreglement zwijgt daarover te eenen male.

Het gegeven voorschrift berust echter op de regels van het adatrecht voor het geval van minnelijke verdeeling. Wijziging is in zoover aan-gebracht d a t , waar in het laatstbedoelde geval de verdeeling geschiedt ten overstaan van een hoofd, nu is gelast het optreden van een landraadslid.

R e c h t s v r a g e n . B e s l i s s i n g . À. Adoptie.

1. Hoe behoort volgens het in 1. I n tegenwoordigheid van den het district Tonsëa geldend adat- hoekoem toea (negorijhoofd) en van recht adoptie geldig te geschieden? alle familieleden (zoo van adoptant

Tonsea is het meest oostelijke

In document mr 0093 2754 (pagina 127-136)