• No results found

Bezorgdheid vanuit de lokale bevolking

3. Analyse van de resultaten

3.4. Bezorgdheid vanuit de lokale bevolking

H5: Als de bovenlokale maatregel niet strookt met de bezorgdheden van de bevolking uit de

gemeente zal de burgemeester “voice” gebruiken.

De argumenten die de burgers uiten over de installatie van de trajectcontroles sporen gelijk met die van de politici en in het bijzonder de burgemeester, namelijk de bezorgdheid over de verkeersveiligheid in de gemeentekernen. Dit in tegenstelling met de argumenten die ze aanhalen wanneer het gaat over de opvang van vluchtelingen in de gemeente. De burgers hebben schrik voor een stijging in het aantal verkrachtingen, inbraken en diefstal.

Verder verwijzen de burgemeester van Tielt-Winge, Ingelmunster en Hechtel-Eksel naar 3 soorten groepen: zij die het standpunt van de burgemeester toejuichen en zelfs actief mee ondersteunen, zij die het standpunt afkeuren of te soft vinden en een grote stille meerderheid.

Heel vaak gaat het om individuele signalen van bezorgde burgers. Slechts in 2 gevallen was er sprake van georganiseerd protest, namelijk in Zoutleeuw en in Hechtel-Eksel. Net 2 gemeenten waar een

43

asielcentrum geopend werd. De burgemeesters kregen de signalen via allerlei kanalen binnen, gaande van sociale media tot individuele contacten. Alleen Ingelmunster kreeg geen signalen vanuit de bevolking. De burgemeester wijdt dat aan de snelheid waarmee de beslissing doorgevoerd werd. De mensen hadden de tijd niet om te reageren.

De burgemeester van Veurne gaf aan dat hij individuele signalen ontving van bezorgde burgers maar ook dat hij zelf de rekensom heeft gemaakt en het onverstandig vond doordat het een negatief effect zou hebben om de verkeerproblematiek in het dorp. Ook de burgemeester van Tielt-Winge gaf aan dat hij signalen ontving van individuele burgers en niet collectief. Maar hij heeft zijn reserves bij het ondernemen van acties omdat er tien mensen stonden te “roepen”.

We leiden hieruit af dat de opvang van asielzoekers politiek gevoeliger ligt bij de inwoners van de gemeenten. Ondank het feit dat in het verkeer jaarlijks meer dan 38.000 verkeersongevallen gebeuren waarbij er ongeveer 600 dodelijke slachtoffers per jaar vallen te betreuren (STATBEL: Belgie in cijfers, 2019), beroert de opvang van vluchtelingen meer de gemoederen.

De burgemeesters gaan er ook verschillend mee om. Wanneer de signalen individueel binnenkwamen, zien we dat de burgemeesters individueel of via de klassieke media antwoordden. Bij georganiseerd protest valt op dat de burgemeesters intensiever gaan communiceren. In Zoutleeuw kwam een groep misnoegde burgers samen om dit onderling aan te kaarten. De burgemeester speelde hier handig op in. Hij recupereerde deze burgerbeweging door enkele hoorzittingen te organiseren waarbij die burgers, maar ook anderen, hun bezorgdheden konden uiten en de burgemeester de stappen kon toelichten. De burgemeester gaf aan dat dit vooral een dovemansgesprek was. Hier was zeker sprake van een ‘multi actor’ omgeving zoals beschreven door Steyvers. Er was een ad hoc netwerk ontstaan rond iets dat die groep burgers aanbelangde, namelijk de opening van een opvangcentrum. Deze gedeelde bezorgdheid bracht hen samen en zorgde voor die georganiseerde vorm van protest dat los liep van lidmaatschap van partijen of andere vormen van traditionele participatie. Zo was een van de trekkers tevens lid van de partij van de burgemeester. De burgemeester nam hier enkele rollen op zich. Door het organiseren van die hoorzittingen bood hij de burgers een nieuw inspraakkanaal. Tegelijk trad hij op als diplomaat en burgervader. Hij zocht namelijk naar wegen om de tegenstellingen binnen zijn gemeenschap te overbruggen omdat hij aanvoelde dat de gemeenschap uit elkaar viel. Hij was ook de enige van de onderzochte cases die op dergelijke manier tewerk ging. Dat sluit aan bij wat Ackaert stelt als hij zegt dat burgemeesters minimaal investeren in georganiseerd contact met de burgers binnen deze cases (Ackaert, 2006)

.

44

In Hechtel-Eksel volgde de burgemeester de raad van zijn collega-burgemeester uit Houthalen- Helchteren op. Die raadde hem aan om constant en snel te antwoorden op vragen en bezorgdheden van burgers. Hij gaf aan dat dit effect had.

Tenslotte bevroegen we ook hier weer de gevoeligheid voor signalen vanuit de bevolking. Daaruit blijkt duidelijk dat de burgemeesters het belang van deze signalen het hoogst inschatten. 1 maal 5, 3 maal 4 en 1 keer 3. Er was één burgemeester die daar een score van 2 aan toekende. We kunnen stellen dat de rol als burgervader heel belangrijk is voor bijna alle burgemeesters.

In de media: een maat voor niks?

Bij de vraag of de burgemeesters denken dat hun uitspraken in de media een effect hadden, krijgen we een gemengd beeld.

De burgemeesters van Tielt-Winge en Diksmuide zijn overtuigd van wel, zeker naar het bovenlokale politieke niveau. Dat leiden ze af uit het verloop van de cases. Wat Diksmuide betreft linkt de burgemeester het feit dat men op initiatief van de gouverneur terug aan tafel is gaan zitten om samen met AWV te onderhandelen, rechtstreeks aan haar tussenkomst in de media. De burgemeester van Tielt-Winge zegt ook dat er opnieuw actie werd ondernomen binnen AWV na zijn uitlatingen in de media. “De minister voelde zich gechanteerd door me” en “een gewone brief zou geklasseerd zijn” tonen dat hij de macht van de media hoog inschat (Beeke, 2020). De overige burgemeesters geloven niet dat het een effect had naar het bovenlokale politieke niveau.

De burgemeester van Ingelmunster schat het effect van zijn reactie minder hoog in. Al vertelde hij dat toenmalig staatssecretaris Francken op een bijeenkomst in Izegem nadat hij vertrokken was vroeg aan de burgemeester van Izegem of hij dat was die in de media was gekomen. Hij had hem dus herkend. Ook de gouverneur van West-Vlaanderen had hem kort daarop gebeld om te vragen om het wat kalmer aan te doen. Zijn mediaoptreden was dus niet onopgemerkt voorbij gegaan.

De burgemeesters van Zoutleeuw, Hechtel-Eksel en Veurne denken dat hun media-optreden geen effect had.

Alle burgemeesters behalve die van Zoutleeuw zijn er wel van overtuigd dat dit een effect had naar de bevolking van hun gemeente. Meestal werd hen dit in dank afgenomen door de bevolking. Een voorbeeld wensen we even aan te halen. De burgemeester van Hechtel-Eksel gelooft niet dat zijn media optreden politiek enig verschil maakte. Dat men uiteindelijk 300 i.p.v. 780 vluchtelingen moest opvangen, linkt hij eerder aan de goede samenwerking met de buurgemeenten zoals Leopoldsburg en

45

Lommel. Zij boden spontaan aan om de opvang te spreiden. Hij uitte van meet af aan zijn bezorgdheid over dat hoge aantal van 780. Toen bleek dat het er 300 waren, kon dat op veel bijval rekenen bij zijn burgers.

“Ze wisten het eerder dan ik” (Herbodts, 2020).

In 5 van de 6 cases contacteerden de media de burgemeester in kwestie. De burgemeester ondernam dus zelf geen initiatief. “Ze zitten daar in Brussel dicht bij die kabinetten waar alles beslist wordt”, aldus de burgemeester van Hechtel-Eksel (Dalemans, 2020). Dat is zeker het geval voor de cases rond de opvang van vluchtelingen. De pers zat destijds en nog steeds heel dicht op dat thema en sprokkelde zelf reacties bij de burgemeesters. De burgemeester van Tielt-Winge werd gecontacteerd na uitspraken van Minister Weyts in ‘de Zevende Dag’ en de burgemeester van Diksmuide na een vraag in de gemeenteraad. Een mogelijke oorzaak kan gezocht worden in het feit dat de burgemeesters van Tielt-Winge en Veurne heel expliciet stelden dat het hun stijl niet is om naar de media te stappen. Slechts 1 van de bevraagde burgemeesters, namelijk die van Ingelmunster, zette een post op zijn facebook account in de veronderstelling dat dit zou opgepikt worden door de klassieke media. Wat ook gebeurde. Dat kan een aantal oorzaken hebben. Ten eerste kan dat gelinkt worden aan zijn opleiding. Hij studeerde communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Gent. Dat toont al zijn interesse in en gevoeligheid voor een uitgebouwde mediastrategie. Daarnaast trok hij als burgemeester ook de bevoegdheid van communicatie naar zich. En ten tweede kan dat ook gelinkt worden aan zijn onafhankelijkheid als burgemeester. Hij is de enige burgemeester die we interviewden die geen lid was van een bovenlokale partij. Hij heeft dus meer bewegingsvrijheid en hoeft minder rekening te houden met bovenlokale politieke gevoeligheden.

“Als ze me uit mijn tent lokken dan wel” (Beeke, 2020)

Op de vraag of ze opnieuw de stap zouden zetten naar de media antwoordt enkel Veurne negatief. De burgemeester verkiest de interne administratieve weg om latere samenwerking niet te hypothekeren. De burgemeesters van Diksmuide en Hechtel-Eksel antwoorden duidelijk positief. De overige burgemeesters bouwen enige voorzichtigheid in. De burgemeester van Ingelmunster vindt het een nuttig instrument maar dat met de nodige voorzichtigheid moet gebruikt worden. De burgemeester van Tielt-Winge zegt dat het zijn stijl niet is, maar dat hij het wel zou doen als men hem uit zijn tent lokt. En de burgemeester van Zoutleeuw ziet het eerder als laatste middel, zonder dat hij al te veel geloof hecht aan het effect ervan.

46

Op vlak van lobbywerk binnen de bovenlokale structuur van de eigen partij zijn er verschillen tussen de verschillende burgemeesters. De CD&V burgemeesters geven aan dat er vanuit hun partij veel autonomie wordt gegeven aan lokale besturen en dat er “bottom up” wordt gewerkt. De burgemeester van Diksmuide (CD&V) haalde aan dat ondanks het feit dat de eigen partij in de meerderheid zat, ze geen instructies kreeg om zich gehoorzaam te houden aan de beslissing van de (N-VA) minister. De burgemeester van Zoutleeuw (CD&V) gaf aan dat hijzelf te lang heeft gewacht om contact op te nemen met zijn bovenlokale partij om te lobbyen rond de beleidsbeslissing. In deze case is er beroep gedaan op de bovenlokale partijtop om de neuzen op lokaal niveau (partij intern) in dezelfde richting te brengen. De burgemeester van Veurne (Sp.a) gaf aan dat hij gebruik maakt van zijn bovenlokale partij, maar eerder om algemene zaken zoals problemen in de wetgeving aan te kaarten die voor problemen zorgen bij alle gemeenten. Deze burgemeester is van oordeel dat lobbywerk rond specifieke lokale problemen bij een parlementair van eigen partij geen meerwaarde heeft. Ook de Burgemeester van Tielt-Winge (Open VLD) vond het niet nodig om de bovenlokale partijleden in te schakelen om te lobbyen. En vermeldde tevens dat dit ook niet is gebeurd in omgekeerde zin namelijk dat de minister (N-VA) ook niet gevraagd heeft aan de collegaministers van de Open VLD om top down te lobbyen rond de beleidsmaatregel. De burgemeester van Hechtel-Eksel (Open VLD) deed wel beroep op zijn bovenlokale mandatarissen. Hij was zo tevreden met de samenwerking met de bovenlokale mandatarissen dat hij een fles gin van een lokale stokerij heeft geschonken als bedanking. Hoewel de burgemeester van Ingelmunster in een coalitie zat met de Open VLD en de N-VA, heeft men daar naar eigen zeggen geen lobbywerk verricht. Men hield het bij het versturen van een officiële brief vanuit de gemeente.

We polsten ook naar mogelijke alternatieven die de burgemeesters zagen voor het gebruik van “voice”. Hieronder sommen we er een aantal op. We leggen tevens, waar mogelijk, de link naar het werk van Thompson over de mogelijkheden om “voice” te uiten.

- Het opjutten van de lokale bevolking tegen een beslissing van de bovenlokale overheid. - Het niet verwerken van de boetes. Mocht men dit doen, kan men spreken van het openlijk

dwarsbomen van het beleid via sabotage.

- Het niet afleveren van de vergunningen nodig om werken te kunnen starten zodat een bovenlokale beslissing in werking kan treden (trajectcontrole). Hier zou het tevens gaan om het dwarsbomen van het beleid via sabotage.

- Het niet doorstorten van de RSZ bijdragen naar de bovenlokale overheid.

- Een vraag laten stellen door een gemeenteraadslid zodat het thema in de kijker komt te staan. In dit geval zou er sprake zijn van het dwarsbomen van het beleid door informatie te lekken naar de media.

47