• No results found

Besteed meer aandacht aan de correctiefase

8. Aanbevelingen Schouten & Nelissen

8.6 Besteed meer aandacht aan de correctiefase

Uit mijn onderzoek blijkt het succes vooral geboekt te zijn in de voorbereidende fase van deelnemers. Deelnemers zijn zich bewuster geworden van het belang van een goede voorbereiding van hun tekst, maar het belang van de correctiefase blijkt minder goed doorgedrongen. Lezers ervaren dit doordat er nog vaak slordigheidsfoutjes of niet lekker lopende zinnen in de teksten terug te vinden zijn.

Aantrekkelijke teksten schrijven voor de lezer is niet alleen het schrijven van een goed gestructureerde tekst met heldere koppen en een stijl die afgestemd is op de lezer. Om als schrijver door een lezer serieus genomen te worden, moet de tekst ook netjes afgewerkt zijn. Voor schrijvers kan een confrontatie met eigen fouten soms pittig zijn, maar een inzicht in de eigen fouten is wel nodig om een goede tekst af te leveren. Daarom wil ik Schouten & Nelissen adviseren in schrijftrainingen deelnemers

duidelijk mee te geven wat er precies bedoeld wordt met de correctiefase. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door middel van het uitdelen van hand-outs met daarop de verschillende stappen van de correctiefase. Op dit moment wordt er met deelnemers al wel een checklist opgesteld om de eigen tekst te controleren. Dit is een goede start, maar wellicht kan deze checklist nog verder uitgebreid worden door het toevoegen van expliciete vragen over zinsbouw. Daarnaast zou meer oefening in de training met het corrigeren van eigen werk bij kunnen dragen aan een groter bewustzijn over het belang van de correctiefase voor de deelnemer.

Bibliografie

Azier, S. & Rijn, E. van (1997) ‘Educatieprincipes van volwassenen, opleiden met meer rendement’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 3, p. 13-17.

Anderson P.V. (1985) ‘What survey research tells us about writing at work.’ In: L. Odell and D. Goswami (eds), Writing in non-academic settings. New York: Guilford Press, p. 3-85.

Baarda, D.B., De Goede, M.P.M. & Teunissen, J. (1995) Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Praktische

handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Houten: Educatieve Partners

Nederland, Stenfert Kroese.

Baldwin, T.T. & Ford, K.J. (1988). Transfer of training: a review and directions for future research.

Personnel psychology, 41, p. 63-105.

Bargiela-Chiappini, F., & Nickerson, C. (1999). Business writing as social action. In F. Bargiela- Chiappini & C. Nickerson (Eds.), Writing business: Genres, media & discourses (pp. 1-32). London: Longman.

Beaufort, A. (1999) Writing in the Real World. Making the Transition from School Work. Language and Literacy Series (New York, Teachers College Press).

Beaufort, A. (2006). Writing in the professions. In P. Smagorinsky (Ed.), Research on composition (pp. 217-242). New York: Teachers College Press.

Berkenbosch R. (1991) Het schrijven van beleidsteksten. Handleiding voor het opstellen van korte notities

over beleidskwesties. Leiden: Martius Nijhoff Uitgevers.

Bhatia, V. (2004). Worlds of written discourse: A genre-based view. London: Continuum.

Bhatia, V.K. (2010) ‘Interdiscursivity in professional communication’ In: Discourse & Communication 21(1), p. 32-50.

Bogert, J. (1987) Improving the quality of writing in the workplace. Management Communication

Quaterly 2 (3) p. 328-356.

Bolhuis, S. & Simons, P.R.J. (1999). Leren en werken. Deventer: Kluwer.

Bolhuis, S. & Simons, P.R.J. (2001). Naar een breder begrip van leren. In J. Kessels & R. Poell (Eds.), Human resource development: Organiseren van het leren p. 37-51: Samsom.

Bostian, Lioyd R. (1983) How active, passive and nominal styles affect readability of science writing. Journalism, 60 (4), p. 635-640.

Boswinkel, M. (2010) Rapportbestrijding! Tegen de papieren plaag. Culemborg: Van Duuren Media B.V. (eerste druk).

Broeckmeyer, I. (1996) ’De ridders van de klare tijd’

http://taalunieversum.org/thema/burger_taal_en_overheid/de_ridders_van_de_klare_taal/ bekeken op: 15 november 2011.

Broad (1997). ‘Overview of Transfer of Training: From learning to Performance’ In: Performance Improvement Quarterly, 10 (2), p. 7-21.

Bulter, W. en Schellens, J. (1995) ‘Wie leiden de Nederlandse communicatietrainers op?’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 3, p. 15-19.

Cornelis, L.(1998) ‘Structureren volgens het piramideprincipe’ In: Tekst[blad] 3 (1), p. 14-22. Cornelis, L.(2001) ‘Over BAUS en Advocataria (en niet gaan zeuren). Tekstkwaliteitszorg bij een arbodienst’ In: Tekst[blad] 3 (1), p. 34-39.

Cornelis, L. (2007) Adviseren met Perspectief. Rapporteren en presentaties maken. Bussum: Coutinho (2e druk).

Cornelis, L. (2010). ‘Schrijftraining verergert het probleem’ In: Tekst[blad], 2 (3), p. 45.

Cornelis, L. (2011) 'Het piramideprincipe: je gaat het pas zien als je het doorhebt', presentatie VIOT-conferentie Leiden, 2011.

Cornelis, L. (2011) ‘Wat dan wel met de lijdende vorm?’

http://www.lhcornelis.nl/weblog/?cat=5&paged=3 Geraadpleegd op: 13 maart 2012.

Cornelis, L. & Huiskes, M. (2012). ‘Take your turn in writing. The transitory nature of documents in organisations’ In: Journal of the Association for Management Education and Development 19 (1) p. 33-41.

Davies, C., & Birbili, M. (2000). What do people need to know about writing in order to write in their jobs? British Journal of Educational Studies, 48, 429-441.

Elling, R., Andeweg, B., Jong, de J., Swankhuisen, C. (1994) Rapportagetechniek. Schrijven voor lezers met

Eraut, M., J. Aldertone, G. Cole, & P. Senker (1998). Development and skills in employment. Research report no 5. Brighton: University of Sussex Institute of education.

Fine, M.G (1983). Writing skills in business: Needs, training strategies, and double binds. ABCA Bulletin, 46 (2) p. 12-16.

Grabe, W. and Kaplan, R. B. (1996) Theory and Practice of Writing (New York, Longman). Haag, E. & Dirven J. (2008) Schrijven in stappen. Handboek voor de verslaglegging van

literatuuronderzoek. Den Haag: LEMMA (3e druk).

Hollis-Turner, S.L. (2008), ‘Higher education business writing practices in office management and technology programmes and in related workplaces’ CPUT Theses & Dissertations. Paper 73. Huisman, J. (2012) ‘Ik ben jouw lezer’ http://www.dialogos.nl/ik-ben-jouw-lezer/ bekeken op: 18 februari 2012.

Jans, R. (2002) Een goed rapport. Schrijven van beleidsnota’s, evaluatierapporten, verklarende en

beschrijvende nota’s en instructierapporten. Soest: Uitgeverij H. Nelissen (5e druk). Janssen, D. (1991) Schrijven aan beleidsnota’s. Groningen: Wolters- Noordhoff.

Janssen, D. & Nijman (1995) ‘Schrijven met effect. Over de effectiviteit van cursussen schriftelijke taalvaardigheid.’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 3, p. 7-13.

Janssen, D. en Mast, N. van der (1994). ‘Onderzoek naar collaboratieve tekstproduktie: over de integratie van tekst, context en cognities’ In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 3, p. 183- 200.

Janssen, D. en Grift, M. van der (1997). ‘Leren schrijven helpt niet (altijd)’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 12, p. 17-23.

Janssen, D. en Etten, N. van (1999) ‘Kwaliteitszorg in een tekstfabriek. Tekstkwaliteit in organisaties: een integrale benadering’ In: Tekst[blad] , nummer 1 (2), p. 28-36.

Janssen, D., Loo , M. van der en Rullens, N. (1999) ‘Van trainer schrijfvaardigheid naar adviseur tekstkwaliteit’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 12 (1), p. 19-22.

Janssen, D. (2001) ‘Improving the quality of public documents. Or: Why training public writers often doesn’t work’. In: D. Janssen en R. Neutelings (red.) (2001) Reading and writing public documents. Amsterdam: Benjamins, p. 105-124 (hoofdstuk 6).

Janssen, D. & Neutelings R. (2001). Reading and Writing Public Doucments. Amsterdam: John Benjamins Publishing Company.

Kellogg R. J. (2008). ‘Training writing skills. A cognitive developmental perspective’, Journal of writing

research vol. 1, no. 1, p. 1-26.

Kleimann, S. (1993). ‘The reciprocal relationship of workplace culture and review’. In Spilka, R. Writing in the Workplace. New research perspectives. Carbondale, IL: Southern Illinois University Press.

Lagerwerf, L., Cornelis, L., de Geus, J., & Jansen, P. (2008). Advance organizers in advisory reports:

Selective reading, recall, and perception. Written Communication, 25(1), 53-75.

Ledwell-Brown, J. (2000). Organizational cultures as contexts for learning to write. In P. Dias

& A. Paré (Eds.), Transitions: Writing in academic and workplace settings (pp. 199-222). Cresskill, NJ: Hampton.

MacKinnon, J. (1993). Becoming a rhetor: Developing writing ability in a mature, writing-intensive organisation. In R. Spilka (Ed.), Writing in the workplace (pp. 41-55). Carbondale: Southern Illinois University Press.

Mast, N., van der (2006). De zin van ambtelijk taalgebruik. Onbegrijpelijke beleidsnota’s als bewuste keuze. In: RVD-communicatiereeks Platform, nummer 5, p. 25-31.

Maureau, J.H. (1979). Goed en begrijpelijk schrijven. Een analyse van 40 jaar schrijfadviezen. Muiderberg: Dick Coutinho.

Neutelings, R. (1997). De eigenzinnige lezer. Hoe tweede-kamerleden en gemeenteraadsleden

beleidsteksten beoordelen, Den Haag.

Neutelings, R. (2001) ‘Reading to asses in professional life. Reading styles of Dutch parlementarians.’ In: R. Neutelings en d. Janssen (red). Reading and writing public documents. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins. p. 255-274.

Nickerson, C. (2000). Playing the corporate language game. An investigation of the genres and

discourse strategies in English used by Dutch writers in multinational corporations. Amsterdam: Rodopi. Nijman, A.M. (1993). Respons op SR, een onderzoek naar het effect van cursussen Schriftelijk

Rapporteren op de schrijfvaardigheid van werknemers. Doctoral dissertation in Communication Studies. Universiteit van Utrecht.

Ouden, M.D. den (1992). Transfer na bedrijfsopleidingen: zelfonderzoek naar de rol van voornemens,

sociale norm, beheersing en sociale steun bij opleidingstransfer. Amsterdam: Thesis Publishers.

Paré, A. (2000). ‘Writing as a way into social work: Genre sets, genre systems, and distributed cognition’ In: Dias, P. & Paré, A. (eds). Transitions: Writing in academic and

workplace settings. Cresskill, NJ: Hampton Press: 145-166.

Paretti, C.M. (2006). Audience awareness: Leveraging problem-based learning to teach workplace communication practices. Transactions on Professional Communication, 49 (2) p. 189-198.

Pogner, K. H. (2003). Writing and interacting in the discourse community of engineering.

Journal of Pragmatics, 35, 855-867.

Pool, E. van der & Wijk, C. van (2009). ‘Balanceren tussen begrijpelijkheid en gewenst imago’ In: Tekst[blad] 3, p 17-20.

Pool, E. van der & Wijk, C. van (2010). ‘Burgers over de begrijpelijkheid van rechtbankbrieven. Een onderzoek naar lezersreacties op een tekstherziening.’ In: Trema, 6, p. 244-248.

Pool, E. van der, Schaap, A. & Nijland, M. (2008) ‘Begrijpelijk schrijven: een kwestie van attitude. Ervaringen van een project bij de rechtbank in Arnhem.’ In: Trema, 1, p. 29-35.

Phillips, J.J. (2003) Return on Investment in Training and Performance Improvement Programs second

edition.

Renkema, J. (1992) Doen uw teksten hun werk goed? In Kees van Rees & Ludo Verhoeven (Eds.), De

geletterde mens (pp. 57-73). Tilburg: Tilburg University Press.

Renkema, J. (1994). Taal mag geen belasting zijn. Een onderzoek –in- burger naar brieven van ambtenaren. Meppel: Ten Brink BV.

Renkema, J. (2005) Schrijfwijzer. Den Haag: Sdu Uitgevers (5e druk).

Ritchey, K., Schuster, J., & Allen, J. (2008). How the relationship between text and headings influences

readers’ memory. Contemporary Educational Psychology, 33(4), p. 859-874.

Roodhof, B. en Maes, F. (1995) ‘Hoe maak ik een schrijver lezer-gericht?’ In: Opleiding en Ontwikkeling, nummer 3, 1995, p. 35-41.

Robinson, D.G. (1996). President Partners in Change. Presentation at the session International

perspectives on learning an performance, Part 2, International Conference of the American Society for

Training and Development, Orlando, Fl.

Rothwell, W.J. (1996). Beyond training and development. State-of-the-art strategies for enhancing human performance. New York: Amacom.

Russell, D.R. 1997. Writing and genre in higher education and workplaces. Mind, Culture,

Sanders, T. (2001). ‘Structuursignalen in informerende teksten’ In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 23, p. 1-21.

Schoonen, R. en Glopper, C.M. de (1992) ‘Toetsing van schrijfvaardigheid: problemen en mogelijkheden’ In: Levende talen, nummer: 470, p. 187-195.

Thijssen, J.G.L. (1997). Leren om te overleven. Over personeelsontwikkeling als permanente educatie in een veranderende arbeidsmarkt. Utrecht: Elinkwijk bv.

Taalpeil (2008). Burger-taal-overheid. Te lezen op: www.taalunieversum.org/taalpeil/2008 Bezocht op: 7 maart 2012

Thornton, R., MacDonald, M. C., & Arnold, J. E. (2000). The concomitant effects of phrase length and

informational content in sentence comprehension. In: Journal of Psycholinguistic Research, 29(2), p.

195-203.

Vasishth, S., & Lewis, R. L. (2006). Argument-head distance and processing complexity: Explaining both

locality and antilocality effects. Language, 82(4), p. 767-794.

Walters, M., Hunter, S. & Giddens, E. (2007). ‘Qualitative Research on what leads to success in professional Writing’ In: International Journal for the Scholarship of Teaching and

Learning, 1 (2). Beschikbaar op: http://academics.georgiasouthern.edu/

Willems, T. (1998) ‘Gemeentelijke beleidsstukken onder de loep. Het nut van herhalingsonderzoek in de praktijk’ In: Tekst[blad], nummer 2, 1998, p. 12-15.