• No results found

Beschrijvingscategorieën van soorten incidenten

In document Indicatoren van agressie en geweld (pagina 57-60)

6 Indicatoren van agressie en geweld

6.6 Beschrijvingscategorieën van soorten incidenten

Op grond van bestudering van literatuur is vastgesteld dat incidenten bij het melden en registreren daarvan kunnen worden getypeerd in de volgende categorieën:

• Aard van de agressie

• Plaats incident

• Tijdstip van een incident

• Gedrag van betrokkenen

• Verloop van een incident

• Impact van een incident

• Morele verwerpelijkheid van het incident

Naast deze categorieën wordt ook de strafbaarheid van de daad genoemd. Die gegevens zijn pas in een latere fase na afloop het incident te verzamelen. In de bestudering van de wetenschappelijke lite-ratuur is ook de suggestie aangetroffen om gegevens te benutten uit een landelijke enquête arbeids-omstandigheden. Deze opvatting werd unaniem gedeeld in de focusgroepbijeenkomsten. De gegevens die rechtstreeks uit de melding en registratie van incidenten voortkomen kunnen als volgt worden geclusterd en gespecificeerd:

Aard van de agressie

• Fysieke agressie (bijvoorbeeld: een vuistslag uitdelen, spuwen, duwen en trekken)

• Verbale agressie (bijvoorbeeld: algemene beledigingen, schreeuwen, obscene gebaren maken)

• Bedreiging en intimidatie, inclusief seksuele intimidatie (bijvoorbeeld: seksuele handelingen suggereren, kenbaar maken dat men over persoonlijke informatie van een persoon beschikt, via gebaren kenbaar maken dat men gewapend is)

• Discriminatie (bijvoorbeeld: een vermeende geloofsovertuiging beledigen, weigeren om het gesprek aan te gaan met een vrouw wegens haar sekse)

Plaats en tijdstip incident

• Locatie

• Tijdstip van het incident

• Online/offline Ernst van het incident

• De ernst van incidenten kan worden geobjectiveerd door de impact te meten (gegevens over aantal slachtoffers, letsel en psychisch en materiele schade, inclusief veiligheidsbeleving) en de invloed ervan op de werkeenheid (taken, taakverdeling, taakdifferentiatie, weerbaarheid)

• Ernst kan worden uitgedrukt in een subjectieve maat van de morele verwerpelijkheid (op een schaal)

Gedrag van betrokkenen

• Het gedrag van de dader

• Van het slachtoffer

• Omstanders

• Collega’s

• Soort situatie/context Verloop van een incident

• Escalerend/de-escalerend

• Zelf opgelost/ met hulp opgelost/ niet opgelost Veiligheidsbeleving

In bestaande meldings- en registratieprocedures en systemen worden gegevens verzameld die benut worden om de nazorg en de strafrechtelijke afhandeling van incidenten goed te laten verlopen. De indicatoren die in dit onderzoek worden ontwikkeld moeten echter veeleer een beeld bieden van de veiligheid van handhavers en hulpverleners en richting geven aan het optimaliseren daarvan.

Daarom focussen we behalve op de gegevens over geregistreerde incidenten, ook op de veiligheids-beleving; de ervaren steun vanuit de organisatie op het vlak van preventie van onveiligheid en inciden-ten, opleiding en preparatie ter voorbereiding op eventuele incidenten en nazorg bij incidenten die zich hebben voorgedaan.

Op dat vlak stellen we voor gegevens niet per incident maar over een periode te bevragen in de vorm van een survey (eventueel geïntegreerd) in bestaande ARBO-instrumenten. De eenheid van analyse hierbij is het individu (het aandeel personen dat over een periode één of meerdere incidenten heeft meegemaakt) i.p.v. het incident.

De survey zal in kaart moeten brengen hoeveel (soorten)incidenten mensen meegemaakt hebben; in welke mate ze daar melding van gemaakt hebben; in welke mate ze (on)veiligheid ervaren; of ze zich gesteund voelen door hun werk(gever) en de organisatie. Een periodieke survey onder een represen-tatieve groep werknemers maakt het ook mogelijk om ontwikkelingen in de tijd te monitoren. Het voordeel van een survey, boven het gebruik maken van registraties, is dat deze niet onderhevig is aan fluctuaties in de meldingsbereidheid van werknemers. Deze fluctuaties maken het moeilijk om ontwik-kelingen over de tijd te monitoren met behulp van registratiegegevens. Een periodieke survey onder een representatieve groep werknemers maken deze vergelijkbaarheid in de tijd wel mogelijk. Een an-der voordeel van het gebruik van een survey boven op die van registratiegegevens, is dat het ook zicht

geeft op de incidenten die niet geregistreerd worden (‘dark number’). Daarnaast hoeven niet alle werk-nemers te worden benaderd om een goed beeld te krijgen van de aard en omvang van agressie en geweld, wat de administratieve lasten beperkt voor het veld. Om een landelijk beeld te schetsen van de aard en omvang van agressie en geweld zou een dergelijke survey bij voorkeur per beroepenveld op nationaal niveau moeten worden georganiseerd, op basis van een representatieve steekproef van het totale werknemersbestand. Een dergelijke survey kan ook op organisatieniveau worden uitgerold, als onderdeel van bestaande Medewerkers Tevredenheid Onderzoeken.

Veiligheidsbeleving wordt in de literatuur ook wel aangeduid als subjectieve veiligheid waarin mensen aangeven hoe ze de veiligheid waarnemen en beleven. Dit als tegenhanger van objectieve veiligheid die gemeten wordt door de feitelijke agressie en geweld (melding en registratie). Deze gegevens over veiligheidsbeleving vormen naast gegevens over aantallen incidenten en de gerapporteerde impact daarvan, een belangrijke indicator van veiligheid voor handhavers en hulpverleners. In de focusgroep was de mening daarover sterk eensgezind.

Bij het verzamelen van gegevens over de veiligheidsbeleving is het van belang dat zowel naar cogni-tieve (het verloop van het incident), als affeccogni-tieve (de beleving ervan) als conacogni-tieve aspecten (de ge-volgen ervan voor het handelen) gevraagd wordt.

De besproken argumenten voor dat standpunt zijn dat ervaren veiligheid het kerndoel is van het werk van de taskforce; dat de meldingen van feitelijke gegevens te veel fluctueren met de meldingscultuur en discipline, en de opvatting dat het gevoel van veiligheid bij herhaling gemeten over een periode een heldere maat is waarmee afname en toename in die beleving in organisaties in kaart kunnen worden gebracht.

Uiteraard dragen ook de uit meldingen afkomstige gegevens bij aan een geaggregeerd beeld van de veiligheidssituatie in de organisatie. Door te streven naar een vast ritme van promotie van aandacht voor veiligheid en melding van incidenten kan de fluctuatie in meldingsbereidheid en discipline gemi-nimaliseerd worden. De aggregatie van gegevens over de aantallen en ernst (impact en verwerpelijk-heid) van incidenten wordt daarmee robuuster en kunnen de basis vormen voor analyses van (combi-naties van) gegevens. Zo kan geleidelijk meer inzicht worden verworven in de contexten van en het verloop van verschillende soorten incidenten.

Organisatiegegevens

Naast de feitelijke gemelde en geregistreerde gegevens en de ervaren veiligheid, zijn er uit de ge-noemde datagegevens af te leiden die de organisatie betreffen, zoals gegevens over aantallen inciden-ten; toename/afname van meldingen van soorten agressie en het percentage van de beroepsgroep dat (in een jaar) een, of meer keren te maken heeft gehad met agressie en geweld. Ook meer algemene gegevens over zaken als gezondheid, verzuim, verloop, aantallen klachten, soorten klachten dragen bij aan een beeld van de veiligheidssituatie en de impact daarvan op het personeel

Een stelsel voor monitoring van agressie en geweld wordt op de geschetste wijze gevoed met gegevens over incidenten, aangevuld met een beeld van de ervaren veiligheid in het werk in een context van bredere informatie over de gezondheid en het welbevinden van medewerkers. Het gesprek over de gegevens en de interpretatie daarvan betreft de relatie tussen die drie soorten van gegevens. (Blauw, rood en groen, of wel de gemelde feiten en beleving per incident; de trends in die gegevens per periode en de beleving daarvan in taakuitoefening en werk).

Om op de gegevens en de interactie daartussen een betekenisvolle analyse te plegen en die te vertalen in bruikbare verbeteringen is het raadzaam periodiek door deskundigen een analyse te laten plegen en aanbevelingen te laten formuleren. Zonder die periodieke deskundige reflectie dreigt de dataver-zameling anders te blijven steken in tabellen en grafieken zonder duiding en handelingsperspectief.

Indicatoren van ervaren veiligheid per kwartaal

Duiding van incidenten

Aantal meegemaakte incidenten per kwar-taal;

Aantal keren gemeld;

Veiligheidsbeleving bij taakuitoefening;

Werkbeleving en ge-zondheid

Gegevens uit survey/tevredenheids-/Arbo-onderzoek

Toe-, of afname aantal personen dat incident meldt;

Toe-, of afname van ernst van incidenten;

Toe-, of afname van aantal ernstige inci-denten.

Geaggregeerde registratiegegevens

Registratiegegevens

Aard incident Context Betrokkenen Eigen handelen Hulpmiddelen Collegiale steun Rol omstanders Effecten Morele verwerpelijkheid Impact Hulpvraag

In document Indicatoren van agressie en geweld (pagina 57-60)