• No results found

B IJLAGE 2: TRANSCRIPTIES INTERVIEWS

Interview met gezin Bos van Stichting Lucai

“Welkom. Ik doe onderzoek voor Stichting Lucai naar hun online content. Dit houdt in alles wat zij online plaatsen, op de websites, op social media zoals Facebook, via eventuele nieuwsbrieven etc. Voor de stichting is het van belang om te weten wat de wensen van haar doelgroepen zijn en daarvoor dient dit interview.”

Persoonlijke info, koppeling Stichting Lucai

1 “Willen jullie jezelf even kort voorstellen?” Mika: “Ik ben Mika.”

Erno: “Wat ga je hier nu eigenlijk mee doen dan?”

“Met dit interview? Ik ga een contentmarketingplan opstellen waarin staat wat ze wanneer en waar moeten plaatsen. Daarin komen de wensen van de doelgroepen naar voren. Er komt een plan te liggen waarmee iedereen binnen de stichting content kan plaatsen. De persoonsinformatie is ervoor om te kunnen verwijzen naar een bepaalde doelgroep.”

2 “Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met de stichting?”

Erno: “We waren op een bijeenkomst van de VOKK en daar was Karin met een stand. Daar hebben wij elkaar leren kennen. Zo zijn we in gesprek gekomen en heeft ze dingen verteld over Lucai.”

“Jullie zijn toen op een vakantieweek geweest, toch?”

Erno: “Ja, wij zijn toen op een vakantieweek geweest uiteindelijk.” 3 “Volgen jullie de stichting nu nog op online media?” Erno: “Af en toe, ja. Op Twitter en Facebook.”

Mika: “Op Twitter.” “Zitten jullie op LinkedIn?” Mika: “Nee.”

Erno: “Ja.”

“Stichting Lucai heeft daar een groep, ben je daar bekend mee?” Erno: “Ik zag het toevallig net, maar ik volg ze daar niet.”

Online mediagebruik geïnterviewde

4 “Kunnen jullie aangeven hoeveel uur per dag jullie op internet zitten? Daar onder valt ook nieuws lezen en websites bezoeken.”

Mika: “Ik meestal twee uur.” Erno: “Op internet.. Een uurtje?”

5 “En hoeveel uur daarvan besteden jullie aan social media?” Erno: “Een half uur.”

Mika: “Ook een half uur.”

6 “De stichting heeft twee websites: Sport voor Lucai en de algemene website. Hebben jullie deze weleens bezocht?”

Erno: “Ik wel.” Mika: “Ik niet.”

“Hoe vaak heb je de websites bezocht, Erno?”

Erno: “Hoe vaak ik die bezocht heb? Dat kan ik je niet precies vertellen, maar het was wel rond de tijd dat wij naar Lucai geweest zijn en direct daarna heb ik er serieus over nagedacht om daar wat mee te doen. Toen heb ik ze regelmatig bezocht. De laatste tijd is dat wat minder. We zijn nou bezig om wat te doen voor Stichting Mont Ventoux en dat verdeelt de aandacht natuurlijk een beetje.”

7 “Je noemde net al de Stichting Mont Ventoux. Zijn er meer stichtingen die jullie volgen?”

Erno: “Stichtingen, verenigingen, natuurlijk de VOKK, Stichting Kanjer Guusje. Je voert wel eens een of andere stichting in op Google, dan krijg je verschillende links en dat klik je eens aan links en rechts. Stichtingen die ik echt volg niet zo heel veel.”

“Volg jij nog stichtingen, Mika?”

Mika: “Stichting Mont Ventoux natuurlijk, want daar zijn wel veel mee bezig. En de VOKK nog.”

“Het mobiel gebruik is de afgelopen jaren gestegen, social media en websites worden steeds vaker vanaf een mobiel apparaat als een smartphone of tablet bezocht.”

8 “Kan je van de social media aangeven hoeveel procent van de tijd je die vanaf een mobiel apparaat bezoekt?”

Mika: “Eigenlijk alles.” Erno: “Zeg maar, 75 procent.”

9 “Lees je ook je e-mail via smartphone of tablet?” Mika: “Ja, ik via m’n smartphone.”

Erno: “Ik 50-50.”

10 “Heb je de website van Stichting Lucai wel eens mobiel bezocht?” Erno: “Nee.”

Contentinhoud Stichting Lucai

“Stichting Lucai maakt op dit moment vooral gebruik van Facebook en Twitter voor actuele informatie en van de websites ‘Stichting Lucai’ en ‘Sport voor Lucai’ voor basisinformatie.”

11 “Wat vind je van de inhoud van berichten die Stichting Lucai de afgelopen tijd heeft geplaatst?” Erno: “Er is een tijd geweest dat ze veel meer met Twitter hebben gedaan. Ze doen veel meer op Facebook dan op Twitter. Als je zegt hoeveel procent wordt er op Twitter geplaatst, dan is dat tien procent. Dan zie je dus wat minder berichten van Stichting Lucai voorbijkomen.”

12 “Vind je dat de content van Stichting Lucai past bij het beeld van de stichting?”

Erno: “Als er Lucai weken zijn, dan is het leuk dat je daar regelmatig een berichtje van krijgt. Voor mij is dat toch duidelijk een gevoel van ‘o ja, zo was dat’. Voor de nieuwe mensen is het altijd het probleem hoe bekend is een stichting. Hier in het Noorden is Stichting Lucai niet zo bekend. Als je er wat over vertelt, vragen mensen zich af waar het over gaat. Dat is natuurlijk een probleempje. Wij kennen het en kijken ernaar en af en toe noemen we het eens links of rechts, maar ik geloof niet dat het bij een heel breed publiek bekend is.”

“Vind je dan ook dat de stichting wat meer moet plaatsen over wat ze eigenlijk doen?” Erno: “Jawel.”

13 “Erno, je gaf al aan dat je over de vakantieweken wilt lezen. Vinden jullie het ook interessant om te lezen over welke activiteiten erop stapel staan?”

Mika: “Ja, dat vind ik wel interessant om te lezen.”

Erno: “Het is in die zin leuk, maar ik denk aan de andere kant wat de noodzaak is. Bijvoorbeeld KiKa, dat is natuurlijk een veel groter gebeuren, geeft aan wat nodig is en waarvoor. Bij Stichting Lucai heb je dat gewoon veel minder. Ze zeggen wel dat het nodig is om de weken mogelijk te maken, maar daar houdt het mee op. Er wordt weinig aandacht aan besteed en dat is, denk ik, jammer. Voor de mensen die er niet bekend mee zijn, komt het echt niet over.”

“Naast het gebruik van de website en social media overweegt de stichting een nieuwsbrief op te zetten om haar volgers van informatie te voorzien.”

14 “Staat het idee van een nieuwsbrief je aan?” “Ja.”

15 “Wat zijn jouw verwachtingen van een nieuwsbrief? Hoe vaak zou je hem bijvoorbeeld willen ontvangen?”

“Ik denk één keer per maand. Twee keer per maand zou ik ook leuk vinden. Afhankelijk van de inhoud natuurlijk. Het moet niet gaan over dingen die niet nieuw zijn.”

“Wat voor dingen zou jij leuk vinden voor in de nieuwsbrief?”

“De stichting plaatst content met allerlei onderwerpen. Zo wordt er soms verslag gedaan van cheques die in ontvangst worden genomen, wordt er verteld over wat er gebeurt in een vakantieweek of wordt er om hulp gevraagd met spullen of acties.”

16 “Kan je aangeven in hoeverre je graag berichten leest met de volgende onderwerpen en via welk kanaal je dit het liefst leest? Het eerste onderwerp is sponsorgeld. Hoe interessant zou je het vinden om daar wat over te lezen?”

Erno: “In principe wel. Wij weten ongeveer wat ermee gedaan wordt, dus in die zin is het wel interessant. Ik denk dat het wel belangrijk is. Ook om geld te krijgen, want als je niet weet wat er met het geld gebeurt.”

“Vind je het dan ook interessant om te lezen over waarom een bedrijf sponsort en wat ze hebben gedaan?” Erno: “Dat is voor een bedrijf interessant.”

“En voor jullie?”

Erno: “Hangt van het bedrijf af.”

“Hoe zouden jullie het vinden als er een achterliggend verhaal van een vrijwilliger wordt verteld?” Erno: “Dat soort dingen vind ik wel interessant, ja.”

Mika: “Ja, ik ook.”

Erno: “Dat zijn wel interessante dingen, de menselijke gedachte erachter. Wij weten bijvoorbeeld waar de naam Lucai voor is, maar dat is anders toch vrij moeilijk terug te vinden. Ook de website, die is natuurlijk al een hele tijd hetzelfde. De voorkant is een hele lap tekst en dat is voor een website een beetje lastig, denk ik.” 17 “Dat is inderdaad de huidige situatie. De website heeft vooral statische informatie en wordt niet vaak aangepast. De actuele informatie is meer op social media te vinden. Vind je dat een fijne verhouding of zou je het meer gemixt willen zien? Dat er op Facebook bijvoorbeeld berichten van de website worden geplaatst.” Erno: “Bijvoorbeeld, ja, bijvoorbeeld. Maar ook dat er meer geschreven wordt op de site zelf. Wat actiever, dat er meer gebeurt. Dat is ook een reden waarom je op een gegeven moment niet meer kijkt, omdat er niks verandert.”

18 “Wat vinden jullie ervan als de stichting berichtjes plaatst over gerelateerde zaken, zoals Wereldlichtjesdag?”

Erno: “Ze kunnen er eens een link van neerzetten, maar het hoeft niet op de site van Lucai verder.” 19 “Mis je nog onderwerpen?”

Erno: “Nou, soms zijn er heel veel vakantieweken. Vorige keer waren er in drie maanden tien vakantieweken, althans voor mijn gevoel. En soms is er niks, maar dan hoor je ook niks van ze. Het maakt niet uit wat je post, als je maar iets post zodat mensen weten wat er gaande is. Dat het interessant blijft. Het is heel belangrijk om zichtbaar te blijven bij de mensen.”

20 “Wat vind je een fijn aantal om te posten?”

Erno: “Ik denk dat het minimum bij één keer per week in de week ligt.” Mika: “Meer is wel goed, maar minder dan één keer per week..”

Erno: “Dan is het niet meer interessant. Helemaal met de jeugd tegenwoordig.”

21 “Op dit moment plaatst de stichting vooral tekstuele berichten en af en toe wordt dit vergezeld met een foto. Wat zou je ervan vinden als ze video’s gaan plaatsen?”

Erno: “Video is natuurlijk hartstikke leuk, maar je hebt altijd gedoe met privacy. Ik denk dat dat problematisch is.”

“Dat is inderdaad als er een video over een vakantieweek wordt geplaatst, maar het kan natuurlijk ook gaan om een video over activiteiten die zijn geweest of over een vrijwilliger. Vinden jullie dat interessant?” Erno “Nou, weet je wat het is.. Ik vind het wel leuk, maar de boog van interesse, dat iets interessant is, is heel kort. Een foto kijk je dan bij wijze van eerder naar dan een filmpje dat je aanklikt dat bijvoorbeeld drie minuten duurt. Dat is vaak weer te lang. Dus of een heel kort filmpje of een foto.”

“En jij Mika, zou jij een video kijken?”

Mika: "Als er een video gepost wordt, moet het inderdaad met de privacy allemaal goed zijn. Vanaf het begin moet het meteen prikkelend zijn om naar te kijken. Er moet meteen wat gebeuren.”

22 “Dit waren mijn vragen. Hebben jullie nog op- of aanmerkingen of willen jullie nog wat kwijt?” Erno: “Nee.”

“Super bedankt!” (Bos & Bos, 2014)

Interview met gezin Kester van Stichting Lucai

Persoonlijke info, koppeling Stichting Lucai

1 “Willen jullie eerst beginnen met vertellen wie je bent en wat je doet?”

Thea: “Ik ben Thea, de moeder van Romy. Ik heb een gezin met vier kinderen. Romy is de jongste, die was ziek. Ze is twee keer behandeld voor leukemie, het gaat nu goed. Wij zijn een weekje bij Lucai geweest.

2 “Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met de stichting?”

Thea: “Romy was met Loek op een kamp geweest. Toen had je nog Hyves en toen zag ik op Hyves bij Karin dat Loek was overleden. En toen berichtte ik, geloof ik, gecondoleerd en dat Romy ziek was en een keer met Loek op kamp was geweest. Toen reageerde zij eigenlijk terug van bedankt en als jullie een keer zin hebben om te komen bij Lucai, dat was toen net opgezet, en als we wilden konden we ons opgeven.”

3 “Volgen jullie naast Stichting Lucai nog andere goede doelen?”

Thea: “Ik ben vrijwilliger bij KiKa. Ik ben lid van de VOKK, maar dat is geen goed doel denk ik. En verder.. Stichting Opkikker benadert ons steeds, maar daar doen we eigenlijk niks mee. En verder, hoe heet dat, dat Racen Tegen Kanker. Maar daar zijn we dit jaar niet geweest.”

Online mediagebruik geïnterviewde

4 “Dan ben ik nu erg benieuwd naar jullie eigen online media gebruik. Ben jij zelf op social media te vinden?”

Thea: “Alleen op Facebook. Ik kijk alleen maar, ik doe verder helemaal niks.” “En Romy?”

Romy: “Op Twitter, op Instagram, op Facebook en verder niets.” “Jullie zitten allebei niet op LinkedIn?”

Thea: “Nee, ik heb wel een account maar ik doe er eigenlijk niks mee. Ik kan alleen wel zien als iemand naar mij heeft gekeken.”

5 “Hoeveel uur per dag zitten jullie op internet? Daar onder valt ook nieuws lezen en websites bezoeken.” Thea: “Dat is maximaal anderhalf uur. Ik kijk op Facebook en meer niet.”

Romy: “Nee hoor, dat is echt wel meer. Ik zit er de hele dag door op. Alleen ’s nachts niet.” 6 “En hoeveel uur daarvan besteed je dan aan social media, aan Facebook?”

Romy: “Ik zit wel op Facebook, maar ik kijk dan alleen. Dus dat ik, denk ik, hooguit anderhalf uur.” “En met Twitter en Instagram erbij?”

Romy: “Op Twitter zet ik ook nooit iets, dus dan lees ik alleen dingen. Ik denk wel rond de drie uur of zo, misschien wel meer.”

7 “Volg je de stichting ook op Facebook en Twitter?”

Romy: “Ja. Ik wel op allebei. Ik weet het eigenlijk niet eens. Op Facebook in ieder geval wel en op Twitter volgens mij ook.”

Thea: “Ik niet.”

“Kun je uitleggen waarom niet?”

Thea: “Nee, dat kan ik niet uitleggen. Ik denk dat ik gewoon nooit lid ben geworden. Ik krijg al zoveel bedrijven waarvan je dingen leuk moet vinden, ik heb daar niet zo’n zin in.”

8 “De stichting heeft twee websites: Sport voor Lucai en de algemene website. Bekijken jullie die websites wel eens?”

Thea: “Nee, allebei niet.”

9 “Je vertelde net al dat je andere goede doelen volgt. Volg je die ook op social media?”

Thea: “Nee, van de VOKK krijg ik altijd mails en van KiKa ben ik vrijwilliger en krijg ik iedere week mails. En van Against Cancer krijg ik nieuwsbrieven. Die krijg ik van de VOKK ook.”

Romy: “Against Cancer volg ik wel op Facebook. Volgens mij KiKa ook, maar dat weet ik niet zeker. En het KWF volgens mij ook .”

“Het mobiel gebruik is de afgelopen jaren gestegen, social media en websites worden steeds vaker vanaf een mobiel apparaat als een smartphone of tablet bezocht.”

10 “Kan je van de social media aangeven hoeveel procent van de tijd je die vanaf een mobiel apparaat bezoekt?”

Romy: “Altijd.”

Thea: “Het meeste wel. Ik zet niet meer zo vaak de computer aan eigenlijk.” 11 “Lees je ook je e-mail via smartphone of tablet?”

Romy: “Ja.”

Thea: “Ja en als ik moet antwoorden zet ik de computer aan.”

Contentinhoud Stichting Lucai

“Stichting Lucai maakt op dit moment vooral gebruik van Facebook en Twitter voor actuele informatie en van de websites ‘Stichting Lucai’ en ‘Sport voor Lucai’ voor basisinformatie.”

12 “Romy, kun jij aangeven of je content hebt gezien en wat je daarvan vindt?” Romy: “Nee, niet echt. Ja, wel foto’s af en toe van de vakantieweken.”

“Vind je dat leuk om te lezen?” Romy: “Ja hoor.”

13 “Mis jij eigenlijk iets bij de berichten vanuit Lucai?”

Romy: "Mwah, ik weet het eigenlijk niet. Je bent al op vakantie geweest, dus op zich maakt het niet zoveel uit voor mij.”

14 “Juist omdat je al op vakantie ben geweest; wat vind jij dan interessant om nog te lezen?” Romy: “Dat mensen nog steeds op vakantie gaan.”

15 “Dat brengt mij naar het volgende. De stichting heeft vijf merkwaarden: herkenning, ontspanning, nieuwe energie, vrijheid en rust. Vind jij dat deze merkwaarden naar voren komen in de berichten van Stichting Lucai?”

Romy: “Ja, ik weet niet precies.”

“Naast het gebruik van de website en social media overweegt de stichting een nieuwsbrief op te zetten om haar volgers van informatie te voorzien.”

16 “Thea, jij zei al dat je van andere goede doelen een nieuwsbrief ontvangt. Zou je behoefte hebben aan een nieuwsbrief van Stichting Lucai?”

Thea: “Ik zou het wel lezen, maar ik weet niet of ik er verder wat mee doe. Lucai is zeg maar een stichting en die zoekt ook sponsoren. Verder organiseren ze midweken voor een gezin. Als je als gezin al bent geweest en er geen actie is om geld in te zamelen, is het wel leuk om te lezen, maar verder doe je er niet zoveel mee. Het is misschien een beetje onaardig, maar ik vind het wel leuk om te lezen wat er gedaan is en dat de gezinnen genoten hebben en alles.”

“Dus de informatie moet voor jullie vooral gericht zijn op de vakantieweken?”

Thea: “Ja, ja. Ik ga niet een actie doen. We hebben verleden jaar de Alpe d’Huez gedaan, dat kost zoveel tijd en energie om in te zamelen. Ik doe ook voor de KiKa, dus ik heb zoiets van ik ga niet meer doen.”

“Vind je het dan wel leuk om te lezen over activiteiten van andere mensen?” Thea: “Jazeker.”

“En dan op social media of in de nieuwsbrief?”

Thea: “Als ze het op social media doen, zou ik eerst volger moeten worden. In de nieuwsbrief, mocht het hier in de buurt zijn, dan ga je wel kijken wat er gebeurt en kijken of je kan helpen.”

“Vind je het leuk om in de nieuwsbrief te lezen wat er met de huidige sponsoren en het sponsorgeld gebeurt?” Thea: “Nou ja, het is altijd wel fijn om te zien dat het niet weggegooid wordt. Dat het wel nuttig besteed wordt.” “Het verhaal van een vrijwilliger van Lucai. Hoe interessant vinden jullie dat om te lezen?”

Thea: “Het is altijd wel mooi om te zien wat iemand z’n motief is om zich voor een goed doel in te zetten.” “Vind je dat ook leuk om over te lezen, Romy?”

Romy: “Jawel.”

“Vinden jullie het interessant om kleine berichtjes te lezen van ex-gezinnen die langs zijn geweest?” Thea: “Dat is altijd leuk.”

Thea: “Dat is wel al heel lang geleden dat we zijn geweest, dus dan moet ik heel diep denken. Ik weet wel dat de meiden alles leuk vonden wat er gedaan werd. Wat mij ook heel sterk is bijgebleven, is dat m’n kies afbrak. Verder vond ik het heel leuk, ik vond eigenlijk alles wel leuk wat er gedaan werd.”

17 “Zijn er nog onderwerpen die jullie leuk vinden om over te lezen?”

Thea: “Ja, de activiteiten en hoe de gezinnen het ondervonden hebben, hoe ze verwend worden en alles. Dat