• No results found

Aanwijzingen voor het in- in-bouwen

Afdichting tussen kookplaat en werk-blad

Schade door incorrecte inbouw.

Als u een voegenkit gebruikt tussen de kookplaat en het werkblad, kun-nen het toestel en het werkblad be-schadigd raken als de kookplaat voor werkzaamheden moet worden verwijderd.

Gebruik geen voegenkit tussen de kookplaat en het werkblad.

De dichting onder de rand van de kookplaat is toereikend als afdichting tussen toestel en werkblad.

Werkblad met tegels

De voegen  en het gearceerde gebied onder het draagvlak van de kookplaat moeten glad en effen zijn. De kookplaat moet gelijkmatig steun vinden en de af-dichting onder de rand van het toestel-bovendeel met het werkblad moet zijn gegarandeerd.

Installatie

Inbouwmaten

Alle maten zijn in mm aangegeven.

KM 2010, KM 2011, KM 2012, KM 2013

520 650 35

c

b

243 75

54

196

c

0 50

030

560 480 - 490 +

-1

a d

2 1 7

ß R4 15

Installatie

KM 2030

520

35 750

b

0 50

560 480 - 490

+-1

c

ß R4 15

243 75

54

196

a d

2 1 7

c

030

a Voorkant

Installatie

KM 2032, KM 2033

520

35 750

b

0 50

560 480 - 490

+-1

c

ß R4 15

243 75

54

196

a d

2 1 7

c

030

a voor

b Inbouwhoogte

Installatie

KM 2050, KM 2051

c

0 50

ß R4

860 480 - 490

900 35

b

520

030

393

25 54

196

c d a

2 1 7 15

+-1

Installatie

Inbouwen

Voorbereiding werkblad

 Maak de werkbladuitsparing zoals in de afbeelding van de kookplaat en de detailtekeningen aangegeven is.

Neem de veiligheidsafstanden in acht (zie het hoofdstuk “Installatie”, para-graaf “Veiligheidsafstanden”).

 De snijvlakken van houten werk-bladen moeten met speciale lak, sili-conenkit of giethars worden afge-werkt om te voorkomen dat het werk-blad door vocht wordt aangetast. Het dichtingsmateriaal moet temperatuur-bestendig zijn.

Deze producten mogen niet op het oppervlak van het werkblad terecht-komen.

De afdichtband zorgt ervoor dat de kookplaat stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De ruimte tussen randlijst en werkblad wordt na verloop van tijd kleiner.

Kookplaat positioneren

 Kleef de bijgeleverde afdichttape on-der de rand van de kookplaat.

 Leid de aansluitkabel van de kook-plaat door de uitsparing naar bene-den.

 Zet de kookplaat los in de uitsparing.

Let erop dat de afdichting op het werkblad rust, zodat de afdichting met het werkblad gegarandeerd is.

Als de afdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, kan de hoekradius van het werkblad (≤ R4) voorzichtig met een decoupeerzaag nabewerkt worden.

Dicht de kookplaat niet nog eens ex-tra met een voegenkit (zoals silico-nen).

 Sluit de kookplaat aan op het elektri-citeitsnet (zie hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).

 Sluit de kookplaat op de gastoevoer aan (zie hoofdstuk “Installatie”, para-graaf “Gasaansluiting”).

Installatie

Kookplaat bevestigen

 Bevestig de kookplaat met de bijgele-verde profielen .

Functie controleren

 Controleer na het inbouwen of alle branders correct functioneren.

- Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.

- Op de hoogste stand moet de vlam een duidelijk zichtbare kern hebben.

Installatie

Gasaansluiting

Explosiegevaar door onjuiste gasaansluiting.

Als het gas niet op de juiste manier wordt aangesloten, kan er gas weg-stromen.

Laat het gas alleen aansluiten door een door het verantwoordelijke gas-bedrijf erkende installateur. Deze is verantwoordelijk voor het probleem-loos functioneren op de opstelloca-tie.

Explosiegevaar door onjuiste aanpassing.

Als de aanpassing aan een andere gassoort niet op de juiste manier wordt uitgevoerd, kan er gas weg-stromen.

Laat het aanpassen aan een andere gassoort alleen uitvoeren door een erkende installateur van het verant-woordelijke gasbedrijf. Deze is ver-antwoordelijk voor het probleemloos functioneren op de opstellocatie.

Let erop dat de gasaansluiting zoda-nig is geplaatst dat het toestel bin-nen of buiten het keukenmeubel kan worden aangesloten. De gaskraan moet zichtbaar en toegankelijk zijn,

De kookplaat wordt niet op een rook-gasafvoer aangesloten.

Let bij de plaatsing en aansluiting op de geldende installatievoorschriften.

Zorg met name voor voldoende ven-tilatie.

Let erop dat de gasaansluiting vol-doet aan de geldende voorschriften en richtlijnen (Voor België: DVGW-TRGI 2008 en NBN-normen).

Houd rekening met de specifieke voorschriften van het plaatselijke gasbedrijf en bouw- en woningtoe-zicht.

Schade door verwarming.

De gasaansluitingen, de gasslang en de elektriciteitskabel kunnen bij ge-bruik van de kookplaat door verhit-ting beschadigd raken.

De gasslang en de elektriciteitskabel mogen niet in aanraking komen met hete delen van de kookplaat. De gas-slang en de aansluitarmaturen op de kookplaat mogen niet in aanraking komen met hete verbrandingsgas-sen.

Explosiegevaar door bescha-digde aansluitkabels.

Installatie

Stel de kookplaat in op de plaatse-lijke gassituatie. Controleer de gas-aansluiting op lekkage.

Het toestel voldoet aan klasse 3 en is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas.

Categorie overeenkomstig EN 30 België

II2E+3+ 20/25, 28–30/37 mbar Afhankelijk van de landspecifieke uit-voering is het toestel ingesteld op aard-gas of vloeibaar aard-gas (zie de sticker op het toestel).

Voor aanpassing aan een andere gas-soort zijn afhankelijk van de uitvoering per land de juiste inspuiters bijgevoegd.

Neem contact op met uw vakhandelaar of met Miele Service als de juiste set voor de installatie niet is meegeleverd.

Het aanpassen aan een andere gas-soort is beschreven in het hoofdstuk

“Aanpassen aan een andere gassoort”.

Aansluiting op de kookplaat De gasaansluiting van de kookplaat heeft een conische ¹/₂"-aansluiting. Er zijn twee aansluitmogelijkheden:

- een vaste aansluitleiding,

- een flexibele aansluitleiding conform DIN 3383 deel 1, maximale lengte 2.000 mm.

Explosiegevaar door wegstro-mend gas.

Ongeschikte afdichtmiddelen waar-borgen de vereiste dichtheid van de aansluiting niet.

Gebruik alleen geschikte afdichtmid-delen.

Gebruik van een 90°-bocht

Installatie

Brandervermogen

Nominale belasting KM 2010, KM 2011

Brander Gassoort Hoogste stand Laagste stand

kW g/h kW

Sudderbrander Aardgas L Vloeibaar gas Normaalbrander Aardgas L

Vloeibaar gas Sterkbrander Aardgas L

Vloeibaar gas

Totaal Aardgas L

Vloeibaar gas

7,1 7,1

– 517 Nominale belasting KM 2012, KM 2013, KM 2030

Brander Gassoort Hoogste stand Laagste stand

kW g/h kW

Sudderbrander Aardgas L Vloeibaar gas Normaalbrander Aardgas L

Vloeibaar gas

Wok Aardgas L

Vloeibaar gas

Totaal Aardgas L

Vloeibaar gas

8,3 8,3

– 604

Installatie

Nominale belasting KM 2032, KM 2033, KM 2050, KM 2051

Brander Gassoort Hoogste stand Laagste stand

kW g/h kW

Sudderbrander Aardgas L Vloeibaar gas Normaalbrander Aardgas L

Vloeibaar gas Sterkbrander Aardgas L

Vloeibaar gas

Wok Aardgas L

Vloeibaar gas

Totaal Aardgas L

Vloeibaar gas

11,3 11,3

– 822

Installatie