• No results found

Aanleg

In document GROEIDOCUMENT (pagina 12-17)

4.1 Aandachtspunten

De juiste aanleg van waterinfiltrerende verhardingen is cruciaal voor het functioneren van de waterinfiltrerende verharding. De onderstaande tabel beschrijft de aandachtspunten die van belang zijn bij de aanleg van waterinfiltrerende verhardingen.

Tabel 4 Aandachtspunten voor de aanleg van waterinfilterende verhardingen, gebaseerd op ervaringen van gemeenten en literatuur (Stowa, 2007), (Deventer, 2016)

1 Verdichtingsgraad Gemiddelde verdichtingsgraad 100% met een minimum van 95%

volgens de standaard RAW bepalingen 2010 2 Vlijlaag Belangrijk om vlijlaag juist aan te leggen

3 Voegen Belangrijk om de voegen goed dicht te vegen na aanleg 4 Verkeer Direct na aanleg geen zwaar verkeer over de passerende

verharding laten rijden om verdichtingen te voorkomen.

4.2 Gedeelde ervaringen [nog aan te vullen]

4.3 Checklist voor de aanleg

Voor de aanleg van waterinfilterende verharding kunnen de volgende stappen doorlopen worden:

I. Op wijkniveau met alle disciplines bepalen wat het belangrijkst is. Dit om contrawerkende systemen naast elkaar te krijgen. Als bekend is wat het

belangrijkst is dan op wijkniveau bepalen welke voorzieningen en inrichting daarbij hoort - standaardisering daarvan lijkt vooralsnog niet te kunnen door de grote variabele in hetgeen gewenst is en de verschillen in omgeving (ligging, gebruik, grondwaterniveau, etc.);

II. Kennisdelen met de mensen die verantwoordelijk zijn voor de aanleg. Regelmatig merken we dat tijdens de aanleg “andere” keuzes gemaakt worden. De keuzes zijn te begrijpen maar meestal werken ze contra op hetgeen de bedoeling is;

III. Voldoende controle op het werk voordat er zand over gaat. Is daadwerkelijk het systeem aangelegd zoals zou moeten. Achteraf uitzoeken hoe een systeem functioneert is tijdrovend.

IV. Beheer en onderhoud op basis van metingen (monitoring dashboard). Na verloop van tijd kan hieruit misschien een standaard ontwikkeld worden, echter is het ook denkbaar dat elke systeem, wijk en omgeving zijn eigen onderhoud en

beheerschema behoeft. Belangrijkste is om op een eenduidige manier data te verzamelen zodat onderlinge vergelijking mogelijk is.

5 Meten & monitoren

5.1 Aandachtspunten

Het monitoren van waterinfilterende verharding geeft inzicht in de werking en

functionaliteit van de waterinfilterende verharding. We monitoren om de uitgangspunten, de aanleg en het onderhoud te kunnen beoordelen en verbeteren. Wanneer

waterpasserende verharding zijn functionaliteit verliest is kan hierdoor snel ingegrepen worden door de voorziening te reinigen.

5.2 Meetmethoden [nog aan te vullen]

5.3 Gedeelde ervaringen

De gemeente Rotterdam heeft het monitoringsprogramma ‘Tests waterpasserende verharding’ ingestoken om de bekendheid en betrokkenheid van de verschillende disciplines te vergroten en meningen en ervaringen te delen en verder te ontwikkelen. In dit monitoringsprogramma zijn vier peilbuizen die de effecten op het grondwater in en naast het wegcunet monitoren geplaatst. Daarnaast zijn ook vijf praktijkproeven

uitgevoerd met publiek. Voor een praktijkproef spoot een spuitwagen van Rioolreiniging gemeente Rotterdam water direct op het wegoppervlak. De spuitwagen bootste met een debiet van 35 mm in 5 min (0,3 l/s op 3 m²) regen na. Ervaringen hieruit zijn:

• De doorlatendheid van de toplaag lijkt meer bepalend dan doorlatendheid van het wegcunet; beheer is dus van groot belang.

• Het afschot in de weg is van groot belang voor de infiltratie van het regenwater; hoe flauwer hoe beter voor de infiltratie

5.4 Checklist voor het meten & monitoren

I. Zorgen dat alle disciplines vooraf aanwezig zijn, gezamenlijk tot een keus komen voor die omgeving – wat is het belangrijkst in die omgeving, water vertraagd afvoeren, wateronderlast, wateroverlast, etc. - sommige systemen werken contra maar worden wel in dezelfde wijk geplaatst.

II. Check eerst de aanleg – beter is om vooraf kennis te delen met de mensen die verantwoordelijk zijn voor de aanleg zodat niet tijdens het werk “andere” keuzes worden gemaakt. Duidelijk moet zijn wat het doel is van de voorziening, daarop moet ook het meet en monitorsysteem afgestemd worden (inzichtelijk maken van de werking van het systeem en bepalen of het doel voldoende wordt bereikt);

III. Altijd op dezelfde manier meten en monitoren zodat verschillende systemen of zelfde systemen op andere locaties met elkaar vergeleken kunnen worden ->

welke kentallen wil je gebruiken - [zie kentallendocument Waternet];

IV. Tijdens het werk het meet en monitoringsysteem mee laten aanleggen – dit voorkomt achteraf aanpassingen aan het systeem – vooraf moet bekend zijn hoe het systeem gemeten/gemonitord gaat worden en welke kentallen belangrijk zijn, is dat om beheer en onderhoud aan te sturen, is dat om het rendement in de tijd te bepalen, is dat om eenmalig het rendement vast te stellen, etc.

V. Ga voor kwalitatief goede metingen, ook al kun je er daardoor minder uitvoeren.

Full-scale in combinatie met continu monitoren heeft de voorkeur. Elk systeem zijn eigen dashboard met stuurparameters - .

6 Onderhoud

6.1 Aandachtspunten

Waterinfiltrerende verharding is een vrij kwetsbare voorziening die snel vervuilt raakt, waardoor het beheer van groot belang is. Rioned en Stowa hebben een overzicht met richtlijnen voor het onderhoud van waterinfiltrerende verhardingen gecreëerd. In de onderstaande tabel zijn deze richtlijnen samengevat voor waterinfiltrerende verhardingen.

Het onderhoud van waterinfiltrerende verhardingen is locatie-specifiek en systeem-specifiek. De frequentie voor het onderhoud hangt af van verschillende

omgevingsfactoren:

• groenvoorzieningen langs de waterinfilterende verharding;

• hellingen;

• verkeersintensiteit;

• gebruikte materialen;

• vervuiling door evenementen, markt, auto’s.

Tabel 5 Richtlijnen onderhoud (Stowa, 2007) (Rioned, 2019) Klein onderhoud

1 4-12x per jaar Veeg/zuigauto net als regulier onderhoud 2 1-5x per jaar Voegen controleren en aanvullen

3 1x per jaar Drain doorspuiten 4 1x per 2-5 jaar Doorlatendheid meten Groot onderhoud

5 1x per 5 jaar ZOAB-reiniger

6 1x per 5 jaar Bodemmonster nemen 7 1x per 20 jaar Herstraten

6.2 Gedeelde ervaringen

Tijdens de bijeenkomsten van de community of practice zijn de ervaringen van gemeenten over het beheer van waterinfiltrerende verhardingen genoteerd:

• Regulier veegbeleid is niet voldoende onderhoud voor waterinfiltrerende verharding. In de praktijk minimaal 2 tot 5 keer per jaar vegen.

• Te intensief vegen kan ervoor zorgen dat voegvulling loskomen.

• Let op bij onkruidbestrijding, omdat sommige producten beschadigd raken bij onkruidbestrijding met branders.

• Bij het openbreken van de weg voor werk aan kabels en leidingen, is vaak onduidelijk hoe de verharding weer moet worden teruggelegd.

7 Onderzoeksvragen

Met deze handreiking willen we de kennis en ervaring op waterinfiltrerende verharding bundelen en vertalen naar praktische richtlijnen. Hiervoor gebruiken we de kennis en ervaring die is opgedaan in 2020. We denken dat er nog veel uit te zoeken is en hopen dat we door nieuw onderzoek tot betere richtlijnen komen. Momenteel is de COP een lijst van onderzoeksvragen en onderzoeken aan het opstellen.

8 Bibliografie

Deventer, g. (2016). Handreiking Infiltrerende verhardingsconstructies. Opgehaald van

file:///C:/Users/NLVITV/Downloads/160118_-_Handreiking__Infiltrerende_verhardingsconstructies%20(10).pdf Rioned. (2019). Infiltrerende verharding. Opgehaald van

https://www.riool.net/waterdoorlatende-en-waterpasserende-verharding en https://www.riool.net/infiltrerende-verharding

Stowa. (2007). Doorlatende verharding. Opgehaald van https://edepot.wur.nl/118932 Stowa. (2007). Zuiverende voorzieningen hemelwater. Opgehaald van

https://edepot.wur.nl/118932

SVI. (2018). Whitepaper waterregulerende bestratring.

Waternet. (2017). Onderzoek naar een nieuw infiltratiesysteem in de Argonautenstraat, Amsterdam-Zuid.

Waternet. (2020). Kennisdocument hemelwaterverwerkende voorzieningen. Opgehaald van https://www.winnovatie.nl/innovatie/infiltratievoorzieningen-hoe-functioneren-ze

In document GROEIDOCUMENT (pagina 12-17)

GERELATEERDE DOCUMENTEN