Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen
5.2 Aanbevelingen
Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal aanbevelingen die zijn gericht aan de Staat als overheidswerkgever, de ambtenarencentrales en de Wnra-wetgever. De wetgever beoogt met de Wnra geen grote veranderingen teweeg te brengen, maar het van toepassing verklaren van het cao-recht brengt toch met zich mee dat er een aantal zaken zijn waar voldoende aandacht aan besteed moet worden. Om die zaken goed te ondervangen worden de volgende aanbevelingen gedaan.
Gelet op het binden van ongeorganiseerde rijksambtenaren aan de CAO Rijk is het cao-partijen aan te bevelen om tot gunstige(re) arbeidsvoorwaarden te komen dan nu in het ARAR het geval is. Dit zal ervoor zorgen dat rijksambtenaren zich niet – of minder snel – zullen verzetten tegen het op hen laten toepassen van de CAO Rijk. Wanneer de ongebonden rijksambtenaren zich niet verzetten tegen de toepassing van de CAO Rijk, dan kan betoogd worden dat zij op grond van het arrest Bollemeijer/TPG Post de CAO Rijk stilzwijgend hebben aanvaard. Met betrekking tot nieuwe rijksambtenaren wordt aanbevolen om standaard een incorporatiebeding op te nemen in de individuele arbeidsarbeidsovereenkomsten en daarbij voldoende aandacht te besteden aan de formulering van dat beding. Onduidelijk geformuleerde incorporatiebedingen worden namelijk geïnterpreteerd aan de hand van de Haviltex-norm. Het komt niet zelden voor dat een rechter het incorporatiebeding in het voordeel van de werknemer uitlegt. Bij de formulering van het incorporatiebeding dient onder andere rekening gehouden te worden met het binden van de rijksambtenaren aan toekomstige cao’s.
Gelet op de rechtszekerheid van rijksambtenaren is het aan te bevelen om ARAR-bepalingen die niet worden geregeld in de CAO Rijk, maar die cao-partijen in de huidige vorm wel van toepassing willen laten houden, op te nemen als bijlagen bij de CAO Rijk. Dit zal ervoor
zorgen dat het voor zowel cao-partijen als rijksambtenaren duidelijks is welke ARAR-bepalingen na inwerkingtreding van de CAO Rijk van toepassing blijven. Het risico op een andere interpretatie van artikel 17 lid 3 AW 2017 door de rechter dan cao-partijen in gedachte hadden wordt hiermee gedekt.
Literatuurlijst
Elektronische bronnen:
www.caorijk.nl www.cbs.nl Www.cmhf.nl
www.eerstekamer.nl Www.nieuwecaorijk.nl Www.ilo.org
www.navigator.nl
Www.officielebekendmakingen.nl Www.overheid.nl
Www.rechtpsraak.nl
www.rijksoverheid.nl www.tweedekamer.nl www.wetrecht.nl Www.wnra.nl Handboeken:
Aarts, De Jong & Wilms 2009
Aarts, De Jong & Wilms, Evaluatie sectorenmodel 2008, Den Haag 2009.
Baltussen & Jaspers 2011
M.F. Baltussen & A.Ph.C.M. Jaspers, De toekomst van het cao-recht, Deventer: Kluwer 2011.
Barentsen, Hummel & Jellinghaus 2018
B. Barentsen, N. Hummel & S.F.H. Jellinghaus, Van ambtenaar naar ambtenaar, Weert:
Celsus juridische uitgeverij 2018.
Christe, Hummel, Lanting & Sprengers 2014
D. Christe, N. Hummel, B.B.B. Lanting & L.C.J. Sprengers, Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, Den Haag: Boom juridisch 2014.
Fase & Van Drongelen 2004
W.J.P.M. Fase & J. van Drongelen, CAO-recht, Deventer: Kluwer 2004.
Haverkamp, Janssen & Lanting 2010
A.G. Haverkamp, W.H. Janssen & B.B.B. Lanting, WW en ontslag, Apeldoorn/Antwerpen:
Maklu 2010.
Helsen & Verhoef 2011
H.W.J. Helsen & J. Verhoef, Praktijkboek HR Rijk 2011, Den Haag: Sdu Uitgevers 2011.
Jacobs 2017
A.T.J.M. Jacobs, Collectief arbeidsrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2017.
Jellinghaus & Van der Heijden 2008
S.F.H. Jellinghaus & P.J.J.M. van der Heijden, Ambtenaarschap, sollicitatie en aanstelling, Apeldoorn-Antwerpen: Maklu 2008.
Karssen & De Vos 2013
T.A. Karssen & W.D. de Bos, Ambtenarenrecht toegelicht 2013-2014, Den Haag: Sdu Uitgevers 2013.
Linge & Stuiver 2011
B. van Linge & H.S.P. Stuiver, Aspecten van ambtenarenrecht, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2011.
Van Drongelen, Van der Heijden, Jellinghaus & Van de Pas 2011
J. van Drongelen, P.J.J.M. van der Heijden, S.F.H. Jellinghaus & I.A.P.M. van de Pas, Ontslagprocedures in de publieke sector, Den Haag: Sdu Uitgevers 2011.
Van Meer 2017
A.J.M. van Meer, Het nieuwe ambtenarenrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2017.
Jurisprudentie:
HR 25 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB8644.
HR 9 juli 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7000.
HR 20 december 2002, ECLI:NL:HR:2002:AF2166.
HR 5 april 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8186.
Hof Den Haag 23 december 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3858.
Rb. Den Haag 17 november 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:13777.
Rb. Amsterdam 5 juni 1996, ECLI:NL:RBAMS:1996:AG1199.
Vaktijdschriften:
Barentsen, TRA 2018/20
B. Barentsen, ‘All quiet aan het normaliseringsfront?’, TRA 2018/20.
Barentsen, NJB 2017/420
B. Barentsen, ‘Normalisering ambtelijke rechtspositie’, NJB 2017/420.
De Witte-Van den Haak, TAP 2017/165
M.B. de Witte-Van den Haak, ‘Wet normalisering rechtspositie ambtenaren: dogmatisch grotere verschillen dan in praktijk’, TAP 2017/165.
Hummel, 2017/20
N. Hummel, ‘Het ambtenarenrecht is dood, lang leve het ambtenarenrecht!’, ArbeidsRecht 2017/20.
Van Drongelen, HR-Overheid 2014, nr. 2
J. van Drongelen, Wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren. Over de eenzijdige aanstelling en de overgang naar de arbeidsovereenkomst, HR-Overheid 2014, nr. 2.
Heerma van Voss, 2015/561
G.J.J. Heerma van Voss, ‘Het begrip incorporatiebeding’, 2015/561.
Jansen 2018
N. Jansen, in: T&C Arbeidsrecht 2018, art. 2 Wet CAO, aant. 2. (online, laatst bijgewerkt op 1 juli 2018).
Jellinghaus & Lanting, TAR 2012
S.F.H. Jellinghaus & B.B.B. Lanting, Ambtenarenbonden buitenspel bij het initiatiefwetsvoorstel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren?, TAR 2012.
NJB 2018/344
‘Wetsvoorstellen in consultatie’, NJB 2018/344, afl. 6.
Sprengers, TAR 2015/februari
L.C.J. Sprengers, ‘Overgangsrecht Wet normalisering rechtspositie ambtenaren’, TAR 2015/februari.
Sprengers, TRA 2011
L.C.J. Sprengers, Wet normalisering rechtspositie ambtenaren: ambtenaar krijgt een arbeidsovereenkomst maar blijft ambtenaar, TRA 2011.
Parlementaire stukken:
Kamerstukken I 2014/15, 32 550, G.
Kamerstukken II 2010/11, 32 550, nr. 11.
Kamerstukken II 2010/11, 32 550, nr. 6 (MvT).
Kamerstukken II 2010/11, 32 550, nr. 3 (MvT).
Kamerstukken II 2010/11, 32 550, nr. 4.
Kamerstukken II 2001/02, 28 002, nr. 3.
Kamerstukken II 1994/95, 23 792, nr. 4.
Kamerstukken II 1994/95, 23 792, nr. 5.
Stb. 2017, 123.
Stb. 1999, 493.
Stb. 1997, 31.
Stb. 1995, 231.
Rapporten:
Rapport Buitengewoon normale sturing 2015
Buitengewoon normale sturing (Advies van de werkgroep ‘Sturing op
arbeidsvoorwaardenvorming en pensioenen in de publieke sector’), Den Haag 2015.